Daar heeft de inspectie een goed punt. In de komende jaren zullen in beginsel alle beroepskrachten op een HBO of WO functie in de jeugdhulp en jeugdbescherming zich moeten gaan registreren in een beroepsregister. Dat is meer dan een vinkje zetten. Dat betekent dat zij moeten werken conform hun professionele standaard. En dus gehouden zijn hun beroepsethische code in acht te nemen. En die staat bol van de gedragsregels over bejegening van cliënten. Dat helpt. Je zult beroepsbeoefenaren ook moeten trainen in bejegening. Beroepsgeregistreerde professionals scherpen zichzelf daarin. Zij doen dit door supervisie of intervisie te volgen in het kader van de verplichte herregistratie. En ook dat helpt.
Beter bejegenen
In 2014 ontving de Inspectie Jeugdzorg meer dan honderd meldingen van burgers en beroepskrachten over bejegening, waaronder ruim zestig…
Hoe beroepskrachten omgaan met hun cliënten wordt ook gekleurd door persoonlijke ervaring, talent en inlevingsvermogen. Zo vinden veel ouders dat ze beter geholpen worden door professionals die zelf ook kinderen hebben. Die kunnen zich beter inleven in de positie van ouders. Ik denk dat het waar is. Zelf heb ik een kind dat langere tijd aangewezen was op intensieve zorg. Het heeft me als kinderpsycholoog en gesprekspartner van ouders veranderd. Ik ben er - al zeg ik het zelf- een veel betere hulpverlener door geworden. Als je zelf ooit tot in je haarvaten ervaren hebt hoe je eigen geluk samenhangt met dat van je kinderen, kun je alleen nog maar compassie opbrengen voor het lot van andere ouders en kinderen en daar professioneler naar handelen. Daar past geen slordig gedrag naar ouders bij. Je weet wel beter…
De inspectie heeft het ook over richtlijnen als medicijn tegen slechte bejegening van cliënten. Richtlijnen zijn standaarden van professionals voor goede hulpverlening, op basis van de meest recente kennis. De ervaringskennis van cliënten neemt daarbij een belangrijke plaats in. En dat helpt. Jeugdprofessionals hebben zich vanwege hun beroepscode tot hun richtlijnen te verhouden. In de richtlijnen die voor de jeugdhulp en jeugdbescherming zijn gemaakt wordt bovendien dringend geadviseerd om deze te gebruiken in een proces van gedeelde besluitvorming met cliënten. Dat betekent dat je de kennis in de richtlijn deelt met je cliënt, de keuzes die voorliggen zorgvuldig samen weegt en dat de keuze van je cliënt leidend is in de beslissing over de hulp. Dat is een radicale breuk met het paradigma van de beter wetende hulpverlener. En zo zal het de praktijk van de professionals gaandeweg veranderen.
Flip Dronkers
Meer columns van Flip Dronkers leest u hier.