Advertentie
sociaal / Achtergrond

‘In crisis reorganiseren? Ik snap het niet’

UWV-topvrouw Annette Dümig vertrekt bij het UWV Werkbedrijf na een lange carrière bij de uitkeringsinstantie. ‘Ik weet één ding zeker: de klant is altijd tijdelijk de dupe van reorganisatie.’

02 juli 2010

Na een carrière van ruim 30 jaar bij het GAK en het UWV neemt Annette Dümig deze week afscheid als lid van de Raad van Bestuur van het UWV Werkbedrijf. Ze maakte in die tijd een lange reeks reorganisaties en veranderingen in de sociale zekerheid mee. Nog maar vorig jaar fuseerde uitkeringsinstantie UWV met arbeidsbemiddelaar CWI.

 

Dümig (62) gaat met prepensioen. Net op het moment dat er wéér een ingrijpende vernieuwing van de sociale Wil van Iersel zekerheid op stapel staat en het voortbestaan van het UWV Werkbedrijf allesbehalve vanzelfsprekend is.

 

Is het geen raar moment om te vertrekken?

 

‘Het besluit om nu weg te gaan heb ik 4 jaar geleden al genomen, dus persoonlijk leef je er dan ook naartoe. Er is eigenlijk nooit een geschikt moment, want het is de vraag of er ooit in de sociale zekerheid een rustig moment komt. Maar inderdaad, het is nu wel een heel turbulente periode met alle onduidelijkheid overwat voor coalitie er gaat komen, met de aanstaande bezuinigingen en de vraag welke rol het UWV wordt gegund in de toekomst.’

 

Hoe beoordeelt u de manier waarop de economische crisis wordt aangepakt?

 

‘Het is zonder meer een ernstige situatie, maar dit is wel een crisis waarbij er nog steeds veel werkgelegenheid is. Er is nog steeds beweging op de arbeidsmarkt. Dat is echt wel eens anders geweest. Een enorme hoeveelheid van onze klanten heeft het afgelopen jaar weer werk gevonden, zo’n 154 duizend. En er zijn goede maatregelen ingezet. Bijvoorbeeld de deeltijd-WW heeft echt zijn waarde bewezen. Al die mensen konden bij hun werkgever in dienst blijven.

 

'We zien nu ook dat de economie weer begint aan te trekken. Dat vertaalt zich niet meteen in een grote vraag naar personeel, maar dat komt doordat we met de deeltijd-WW veel mensen gedeeltelijk aan het werk hebben gehouden. Die gaan eerst weer op volle kracht aan de gang.’

 

Toch namen vrijwel alle politieke partijen opheffing van het UWV in hun verkiezingsprogramma op

 

‘We zijn er enigszins aan gewend geraakt dat de vraag “welke taken leg je waar neer” aan de orde is. Het ís ook een legitieme vraag. Maar als de crisis één ding bewezen heeft, dan is het hoe belangrijk het is een landelijke speler te hebben die met landelijke arrangementen en met landelijke werkgevers en sectoren afspraken kan maken die worden vertaald naar maatregelen in de regio. Daar kan ik tientallen voorbeelden van geven. Bijvoorbeeld de ondergang van de DSB-bank en andere grootschalige ontslagen, waar we voor alle werknemers één landelijke regeling konden treffen, in plaats van oplossingen per regio.’

 

Volgens de voorstanders levert het samenvoegen van de bijstand met de sociale werkvoorziening, de Wajong en eventueel ook de WW bij de gemeenten honderden miljoenen euro’s op.

 

‘Er zijn weinig publieke organisaties die met weinig uitvoeringskosten, minder dan 9 procent, kunnen doen wat wij doen. Ik denk dat gemeenten dat niet zullen kunnen, al doen ze nog zo hun best, omdat ze de schaalvoordelen van een landelijke organisatie niet kunnen incasseren. Als we in tijden van enorme financiële taakstellingen gaan denken dat het goedkoper wordt als het naar 430 gemeenten gaat, dan vind ik dat knap rekenen.’

 

Samenvoeging zou wel een eind maken aan het geschuif met mensen van de ene regeling in de andere.

 

‘De politiek moet een keuze maken: willen we een aparte regeling maken voor jongeren met beperkingen ja of nee? Zo ja, dan moet je niet verbaasd zijn dat die mensen ook komen. Eerlijk gezegd gaat het dan om de vraag of de jongeren die aangewezen zijn op zo’n regeling er terecht gebruik van maken. Dan gaat het niet om het afwentelen van financiële prikkels.

 

'Als een gemeente zegt: ik heb 15 jaar geprobeerd deze persoon aan het werk te helpen en het lukt niet, hij hoort bij jullie in de Wajong, dan hoort ie toch bij ons in de Wajong? Als iemand eerst 15 jaar in de bijstand heeft gezeten en daar niet goed geholpen is, en er een financiële prikkel is om hem de Wajong binnen te laten, dan is die prikkel niet het probleem. Dan moet je je afvragen: waarom is die klant 15 jaar niet goed geholpen? De opgave waar we voor staan is: hoe helpen we die jongere weer aan het werk? Toch niet: in welke regeling parkeren we ze?’

 

De sociale werkvoorziening en de Wajong kraken in hun voegen. Veel meer mensen melden zich aan dan er geld voor is. Daar moet toch wat mee gebeuren?

 

‘De groei van het aantal jongeren in de Wajong is een terechte zorg. Maar daar hebben we nu net een nieuwe Wajong voor, de inkt is nog nauwelijks droog. En we moeten het vooral met elkaar hebben over hoe we voorkomen dat die jongeren in een uitkering terecht komen. Dáár moet alle actie op gericht zijn, zorg dat niet zoveel jongeren voorgesorteerd worden voor de Wajong. We zijn gewend te accepteren dat er veel jongeren uitvallen. Dat zijn jongeren waarvan je weet: die staan straks bij ons op de stoep. Daar kun je nú wat aan doen.

 

'Zorg nou dat onderwijs veel beter voorbereidt op werk. Dat de zorg jongeren beter toeleidt naar werk. En we moeten zorgen dat werkgevers banen voor deze mensen creëren. Dat doen we al steeds beter door niet met vijf verschillende doelgroepen vijf keer bij één werkgever aan te kloppen, maar door één werkgeversbenadering. En we moeten zorgen dat als deze mensen aan het werk zijn, ze ook aan het werk blijven. Gemeenten kunnen dat allemaal al, daar hebben ze helemaal geen nieuwe wet voor nodig. En al helemaal niet één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt.’

 

U heeft al heel wat reorganisaties en structuurwijzigingen van dichtbij meegemaakt. Is er een les uit te trekken?

 

‘Ik snap de roep nu om weer een structuurwijziging echt niet. De laatste, (de samenvoeging van UWV en CWI tot UWV Werkbedrijf, red.) is nog maar net achter de rug. En er is een maatschappelijk vraagstuk genaamd crisis, die echt nog niet over is. En middenin die crisis gaan we met z’n allen roepen: laten we nog weer eens een structuurwijziging doen. Echt, de logica ontgaat mij. Uit ervaring weet ik één ding heel zeker: de klant wordt er altijd tijdelijk de dupe van. Bij een reorganisatie raakt een organisatie altijd enige tijd in zichzelf gekeerd - en dat merkt de klant in de dienstverlening.’

 

Hoe komt het dat altijd meteen naar het UWV wordt gekeken in dit soort situaties? Het is nooit een populaire organisatie geworden.

 

‘Het is een beetje mode. Als je goed doorvraagt, blijkt vaak kennis te ontbreken. Als je vraagt: waar wil je de sociaal-medische beoordelingen dan onderbrengen? Bij alle gemeenten? Dan is het antwoord doorgaans: nee. En de uitkeringsverstrekking? Nee, nee, hoor je dan, dat moet het UWV ook blijven doen. Moet de re-integratie dan bij het UWV blijven? Nou, die zat al niet bij het UWV, want die zit in de markt. Misverstandje. Vind je dat er een publieke arbeidsmarktfunctie moet zijn, zoals die in alle landen aanwezig is? Als je doorpraat vinden velen dat die er inderdaad wel moet zijn. Er worden allerlei argumenten aangevoerd die helemaal niet op de realiteit zijn gebaseerd.’

 

U zit al sinds de start van het UWV, in 2002, in de Raad van Bestuur. U bent een paar keer interim-voorzitter geweest. Waarom bent u nooit vast voorzitter geworden?

 

‘Ik ben heel goed in mijn rol spelen in de organisatie voor de klanten en de medewerkers. En je moet doen waar je kracht zit. Ik heb met plezier gedaan hoor, maar was altijd ook weer blij als er een ander kwam om zich met het externe krachtenveld bezig te houden. Het was gewoon niet mijn ambitie.’

 

CV Annette Dümig

 

Annette Dümig werd in 1948 geboren in Amsterdam. Ze studeerde rechten in Nijmegen waar ze zich specialiseerde in strafrecht en arbeidsrecht. In 1976 begon Dümig aan een lange mars naar de top van het Gemeenschappelijk Administratief Kantoor (GAK). Eerst als juridisch medewerker, later als directeur van een districtskantoor en uiteindelijk als algemeen directeur.

 

In 2002 ging het GAK op in het nieuw opgerichte UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) en werd Dümig lid van de Raad van Bestuur, met als aandachtsgebieden onder meer Inkoop Re-integratie, cliëntenparticipatie en arbeidsgeschiktheid en de WW. In 2004 en 2006 was ze tijdelijk voorzitter van de Raad van Bestuur. Per 1 juli 2010 is ze met pre-pensioen.

 

Dümig wordt opgevolgd door Fred Paling, tot nu directeur van de divisie Arbeidsgeschiktheid bij het UWV.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

w.plantinga / dir
Ik ben het geheel met mw. Dümig eens dat we niet zitten te wachten op een nieuwe structuur /stelsel wijziging. Ook het blad Reïntegratie komt na tien jaar tot dezelfde conclusie. Werk en inkomen zijn een landelijk issue, ongeacht de woonplaats van de uitkeringsgerechtigde.
Het UWV zou echter bij de uitvoering van de aanbestedingen veel meer gebruik moeten maken van wetenschappelijke kennis die voorhanden is. Daardoor zullen de resultaten sterk toenemen. Ook de criteria voor de aanbesteding zijn zeer discutabel. Meten op kwaliteit, terwijl er landelijk nog niet eens een begin gemaakt is met eenduidige vak ontwikkeling, professionalisering en wetenschappelijke onderbouwing. Het niet belonen van goede prestaties uit vorige gunningen enz.
Tot nadere toelichting bereid.

Drs W. Plantinga
directeur Demo-Advies Re-integratie BV
Prijswinnaar Human talent Trophy
Havelte-Meppel
Advertentie