Advertentie
sociaal / Achtergrond

Gulle gemeente zoekt arme gezinnen

Geen inkomenstoets, geen gestandaardiseerde bedragen, maar inkomenssteun op maat voor huishoudens in Coevorden, die het nodig hebben.

10 maart 2023
Energiearmoede
Beeld: Shutterstock

Geen inkomenstoets, geen gestandaardiseerde bedragen, maar inkomenssteun op maat voor huishoudens die door de hoge energieprijzen worden getroffen. Met haar ruimhartige aanpak pioniert de gemeente Coevorden. Al valt het aantal aanvragen nog tegen.

Junior consultant inkoop en contractmanagement | publieke sector | omgeving Den Haag

Yacht
Junior consultant inkoop en contractmanagement | publieke sector | omgeving Den Haag

Afdelingshoofd Ruimtelijke Ontwikkeling

SED organisatie
Afdelingshoofd Ruimtelijke Ontwikkeling

Voor uitkeringen, toeslagen en andere minimaregelingen worden normaal gesproken strikte inkomensgrenzen gehanteerd. Het inkomen wordt aangevuld tot het niveau dat de wetgever heeft bepaald. Het maatwerkfonds in de gemeente Coevorden werkt anders. Daar gaat het niet om waar mensen volgens de wet recht op hebben, maar om wat ze in de praktijk nodig hebben. ‘Bestaanszekerheid is het uitgangspunt’, aldus armoedewethouder Joop Slomp (PvdA).

Daarom wordt per huishouden een plan gemaakt. ‘We kijken naar de onvermijdelijke kosten’, zegt Rosanne Bruinsma, projectleider energiearmoede bij de gemeente Coevorden. ‘Zoals de boodschappen, de huur, de energierekening. Onderaan de streep kijken we wat het gezin tekortkomt, en dat vullen we aan. In theorie kan dus ook een huishouden met een inkomen van 3.000 euro in aanmerking komen, als ze hoge vaste lasten hebben.’ Oorzaak daarvan kan bijvoorbeeld een slecht geïsoleerd huis zijn, of een chronische ziekte, waardoor het energieverbruik hoger is.

Dat werkt beter dan generieke maatregelen, vindt Slomp. Zeker in een tijd waarin de prijs van energie per huishouden enorm kan verschillen. ‘Je ziet bij de rijksoverheid een onvermogen om regels te maken die inspelen op de individuele situatie’, aldus de wethouder. ‘Daarom geven ze iedereen maar hetzelfde bedrag, zoals bij de energietoeslag. Dat is op zich mooi, en het helpt ook wel, maar het is ongericht. Mensen met een vast energiecontract hebben het misschien helemaal niet nodig.’

Mooi begin

Het animo voor de nieuwe regeling is lager dan verwacht, vertelt wethouder Slomp. Het maatwerkfonds ging eind december van start en eind februari zijn er nog maar een stuk of vijftig aanvragen binnengekomen. De gemeente ging uit van veel hogere aantallen: de verwachting was dat maximaal 1.700 huishoudens geholpen konden worden met de 1,7 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor het fonds. ‘Ik had er meer van verwacht’, geeft Slomp toe. ‘Als je naar inkomensgegevens kijkt, zou je een paar honderd aanvragen verwachten. De juiste mensen bereiken blijft een grote uitdaging.’ Uit gesprekken met inwoners en maatschappelijke organisaties blijkt dat veel mensen nog niet op de hoogte zijn van de regeling, of worden tegenhouden door gevoelens van trots of schaamte, vertelt Slomp.

Kijk je naar inkomensgegevens, dan zou je een paar honderd aanvragen verwachten

Joop Slomp

‘We gaan nu een pilot doen met een huis-aan-huis aanpak.’ Het aantal aanvragen zal daarom nog wat wel stijgen. ‘Maar ik denk niet dat we 1.700 huishoudens gaan halen’, aldus de wethouder. ‘Het was ook ontzettend lastig om in te schatten wie hier een beroep op zou doen. Er is nog geen ander voorbeeld van een gemeente die het op deze manier optuigt.’ De uitvoering is arbeidsintensief, zegt Slomp, omdat er voor elke aanvraag een individueel budgetplan moet worden gemaakt. ‘De uitvoering wordt gedaan door schuldhulpconsulenten’, legt Bruinsma uit. ‘Daar is bewust voor gekozen. Zij zijn getraind in het maken van budgetplannen en kunnen in één oogopslag zien: kloppen de toeslagen, waar is er nog ruimte, blijft er geld op de plank liggen?’

Grote variatie

Tot nu toe komen er vooral aanvragen van inwoners die net boven de bijstandsnorm zitten en daardoor buiten de meeste minimaregelingen vallen. Zoals verwacht is er grote variatie in de hoogte van de ondersteuning. Bruinsma: ‘Het verschilt van een paar tientjes tot een paar honderd euro.’ Overigens mogen inwoners kiezen of ze het bedrag als een gift ontvangen of als een renteloze lening. Een lening kan voordeliger zijn, omdat er bij een gift mogelijk toeslagen wegvallen. De lening wordt bij onvoldoende draagkracht na drie jaar kwijtgescholden.

De huidige regeling is beperkt tot de periode van december 2022 tot en met maart 2023. Slomp: ‘We hebben daarvoor gekozen om het risico wat in te dammen, want we weten nog niet hoeveel aanvragen we kunnen verwachten. Na deze periode maken we een evaluatie en komen we bij de gemeenteraad terug met een nieuw voorstel. Ik kan me goed voorstellen dat we het nog een kwartaal verlengen.’ Maar ook tijdelijke ondersteuning kan een verschil maken, voegt Bruinsma toe. ‘Je gaat een gesprek aan met mensen. Je kunt checken of ze gebruikmaken van alle toeslagen en je kunt ze de weg wijzen in andere regelingen, zoals budgetcoaches of subsidies voor duurzaam witgoed.’

De juiste mensen bereiken blijft een grote uitdaging

Wethouder Slomp ziet dat er vanuit andere gemeenten ook interesse is in deze manier van werken. ‘Ik word via de partijlijn door allerlei afdelingen benaderd om er iets over te vertellen.’ Ook is de gemeente in gesprek met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Dat was een mooi en open gesprek’, zegt Bruinsma. In eerste instantie waren er nog zorgen dat het rijk het Coevordense maatwerkfonds zou zien als een vorm van lokale inkomenspolitiek. Dat zou problemen opleveren: gemeenten mogen geen eigen inkomenspolitiek voeren, dat is voorbehouden aan het rijk. Maar na het gesprek met het ministerie zijn die zorgen weggenomen.

Signaal

Slomp hoopt met de nieuwe werkwijze ook een signaal aan Den Haag af te geven. Het maatwerkfonds was immers niet nodig geweest als het rijk zelf bestaanszekerheid voor iedereen zou kunnen garanderen. Volgens Slomp is het tijd voor een grondige stelselwijziging. Hij pleit voor een Wet op bestaanszekerheid, die ervoor zorgt dat ook mensen die niet kunnen werken, mee kunnen doen in de samenleving. De Participatiewet, waar de bijstandsuitkering en andere inkomensregelingen onder vallen, werkt niet voor iedereen, constateert Slomp. ‘De Participatiewet werkt voor mensen die binnen een jaar of twee aan het werk kunnen. Maar de groep die overblijft, heeft een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Voor hen is regulier werk niet haalbaar. Die achter de broek zitten met verplichtingen en sancties, daar help je niemand mee.’

Het gevolg is dat die groep vaak in armoede vast blijft zitten. ‘Het rijk probeert dat op te lossen door pleisters te plakken. Daar erger ik me aan. We hebben een enorme lappendeken aan regelingen. Het zou weleens goedkoper kunnen zijn om iedereen voldoende inkomen te geven. Minister Schouten signaleert in haar laatste Kamerbrief over de Participatiewet dat die wet helemaal niet zo goed werkt voor mensen die chronisch ziek zijn, of zwaar belast door mantelzorg. Maar ze zegt ook: het is zo ingewikkeld, dat ik nog geen alternatief kan bieden. Dat vind ik mager.’

Slomp erkent dat zijn maatwerkfonds in feite ook een pleister is, en geen structurele remedie. Het is dan ook aan het rijk om met een duurzame oplossing te komen, vindt de wethouder. Wel doet hij een voorzet voor een mogelijke stelselwijziging: ‘We maken een Wet op bestaanszekerheid voor mensen die geen zicht hebben op regulier werk. We houden de Participatiewet voor mensen die wel aan het werk kunnen. En je geeft gemeenten beleidsvrijheid om op individuele basis afwegingen te maken.’

Energiearmoede flink gestegen

Ondanks de koopkrachtmaatregelen van het rijk, is het aantal mensen dat als gevolg van de hoge prijzen te maken heeft met energiearmoede flink gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van TNO. Energiearme huishoudens zijn huishoudens die te maken hebben met een laag inkomen in combinatie met een hoge energierekening of een woning van (zeer) slechte energetische kwaliteit. Tussen 2020 en 2022 steeg het aantal energiearme huishoudens van 512.000 (6,4 procent van het totaal) naar 602.000 (7,4 procent).

De financiële compensatiemaatregelen hebben de stijging van energiearmoede wel sterk geremd. Zonder koopkrachtmaatregelen als de energietoeslag was het aantal energiearme huishoudens naar schatting verdubbeld tot ruim een miljoen huishoudens (12,5 procent van het totaal). Dat wil zeggen dat de compensatiemaatregelen ruim 400.000 huishoudens hebben behoed voor energiearmoede. Ook energiebesparing door huishoudens heeft de groei van energiearmoede geremd, zij het in mindere mate. Zonder die besparing zouden naar schatting ruim 40.000 extra huishoudens energiearm zijn geweest. Bij de subgroep van energiearme huishoudens in een energetisch zeer slechte woning is er een opvallend grote stijging zien van gezinnen met kinderen. In 2020 bestond 19 procent van die groep uit gezinnen met kinderen, in 2022 was dat 33 procent.

Energiearme huishoudens betaalden in 2022 gemiddeld 65 euro per maand meer voor hun energie dan in 2020. Het aandeel van het inkomen dat naar de energierekening gaat, is daarmee gestegen van 9 procent naar 12,7 procent. De energiearme huishoudens in energetisch slechte woningen geven zelfs 16,3 procent van hun inkomen uit aan energie. Ook hier hebben de overheidsmaatregelen een sterk dempend effect gehad. Zonder financiële hulp zouden de energiearme huishoudens in doorsnee 345 euro per maand betalen voor hun energierekening: gemiddeld 25 procent van het inkomen. De hoogste percentages energiearmoede zijn te vinden in gebieden die ook kampen met andere vormen van armoede, zoals Den Haag, Rotterdam, Noordoost-Groningen en Zuid-Limburg.

Privaat noodfonds

Naast de koopkrachtmaatregelen die vanaf 1 januari zijn ingegaan – zoals de verhoging van het minimumloon – is onlangs ook een privaat noodfonds in het leven geroepen om energiearme huishoudens te ondersteunen. De hulp is afh ankelijk van het inkomen en de hoogte van de energierekening. Voor huishoudens met een inkomen tot 160 procent van het sociaal minimum betaalt het fonds alle energiekosten boven 10 procent van het inkomen. Voor inkomens tussen 160 en 200 procent van het sociaal minimum, gaat het om alle kosten boven 13 procent van het inkomen. Het fonds is een initiatief van vier grote energiemaatschappijen, de Nederlandse Schuldhulproute en SchuldenlabNL. In totaal zit er 49 miljoen euro in het fonds, waarvan de helft door het rijk wordt betaald, de rest komt van private partijen. Gemeenten zijn niet direct betrokken bij de totstandkoming en de uitvoering van het Tijdelijk Noodfonds Energiefonds. Wel kunnen ze inwoners doorverwijzen naar het fonds.

Klik om te vergroten

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie