Advertentie
sociaal / Achtergrond

Broodnodig basisinkomen

Vijf voormalige dakloze jongeren kregen vanaf februari elke maand ruim 1.000 euro op hun rekening gestort. Stichting Zwerfjongeren Nederland wil onderzoeken wat financiële bestaanszekerheid met deze jongeren doet. ‘Dat inkomen heeft voor mij rust gegeven in mijn hoofd.’

31 juli 2020
sociaal---zwerfjongere.jpg

Preventie van jongerendakloosheid

‘Omdat het nu zoveel beter met mij gaat, merk ik dat ik ook echt op wil staan en iets wil gaan doen met mijn dag. Terwijl ik eerst mijn bed niet uit wilde omdat ik dacht: deze dag gaat wéér niks worden’, vertelt Kyra in een café in Eindhoven terwijl ze suiker roert door haar latte macchiato. Ze lijkt op het eerste gezicht een heel normale jonge vrouw van 21, die in een kledingwinkel werkt en met veel enthousiasme over haar katten vertelt. Maar ze werd een paar jaar geleden nog beschreven door haar begeleider in de maatschappelijke opvang als een ‘extreem kwetsbaar meisje met hele hoge muren om zich heen’. Gino − ook 21 jaar oud, ook een latte macchiato voor zich op tafel − zit naast haar. Hij is een fervent gamer en webdeveloper in opleiding. Gino herkent het gevoel.

‘Ik stond op om vier uur om mijn krantenwijk te doen, ging naar school en als ik thuiskwam wilde ik alleen maar slapen. Dat was heel mijn ritme, letterlijk als een zielloos wezen: opstaan, werken, school, eten, slapen.’

Bouwdepot
Buitenshuis koffiedrinken is een van de dingen die de Eindhovense Gino en Kyra zich pas sinds kort kunnen veroorloven. Ze krijgen sinds februari een maandelijks inkomen van 1.050 euro. Geen voorwaarden, geen eisen, geen verplichte tegenprestatie. Dit inkomen, ter hoogte van een bijstandsuitkering, wordt een Bouwdepot genoemd: het biedt de jongeren een fundering om aan zichzelf en hun toekomst te bouwen.

Met het project wil initiatiefnemer Stichting Zwerfjongeren Nederland aandacht vragen voor de kwetsbare positie van de 12.600 dakloze jongeren in Nederland. Die groep is sinds 2009 verdrievoudigd. Het Bouwdepot zet in op het voorkomen van dakloosheid door te zorgen voor een stabiele financiële basis. De bijstandsuitkering van 255 euro, waar sommige jongeren van 18 tot 21 jaar op aangewezen zijn, is namelijk lang niet genoeg om zelfstandig van te kunnen leven. In theorie geldt tot 21 jaar nog de onderhoudsplicht van ouders, en zouden die dus moeten voorzien in het levensonderhoud van hun (volwassen) kinderen.

Maar als ouders uit beeld zijn, niet meer leven, of niet aan de onderhoudsplicht kunnen of willen voldoen, komen jongeren door een gebrek aan inkomen al snel in kwetsbare situaties terecht waarin ze schulden opbouwen en dakloos kunnen worden.

Bankslaper
‘Als jongeren tot 21 jaar afhankelijk zijn van de bijstand en niet meer dan zo’n 255 euro per maand ontvangen, is de kans klein dat ze daarvan een woonplek kunnen betalen’, zegt Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland. ‘Financiële bestaanszekerheid zien wij als de basis voor alle jongvolwassenen om hun toekomst vorm te kunnen geven en om daken thuisloosheid te voorkomen.’ Het Bouwdepot is dan ook in de eerste plaats een vorm van preventie. Onderzoeksbureau DRIFT berekende dat een dakloze jongere de gemeenschap gemiddeld tussen 36.000 en 100.000 euro per jaar kost aan inzet van zorg, politie en justitie. De potentie van investeringen in preventieve maatregelen is dus groot, concluderen de onderzoekers.

Bij Gino, die een tijdje ‘bankslaper’ was, ontstonden de problemen inderdaad vanuit een onzekere financiële situatie. ‘Ik werd achttien. Toen moest ik mijn moeder geld betalen omdat ik bij haar in huis woonde. Maar ik moest ook nog mijn verzekering betalen. Omdat ik ook nog naar school moest, had ik alleen een krantenwijk. Ik verdiende niet genoeg geld om allebei te betalen en raakte in de schulden.’

Kyra’s verhaal begint bij problemen in de huiselijke sfeer. Haar ouders, beiden alcoholist, waren al jaren in beeld bij jeugdzorg. Tussen haar veertiende en zestiende liep ze herhaaldelijk weg van huis. Tot haar achttiende kon ze terecht bij jeugdzorg, daarna verzorgde Neos, de regionale organisatie voor maatschappelijke opvang, een woning voor haar. Dat patroon komt vaker voor: 60 procent van de dak- en thuisloze jongeren heeft een achtergrond in de jeugdzorg. Elk jaar stromen zo’n twintigduizend jongeren op hun achttiende verjaardag uit de jeugdzorg.

Schulden
Kyra en Gino zijn nu, net als drie andere jongeren in Rotterdam en Den Haag, bijna halverwege het Bouwdepot-jaar. Hoewel er geen eisen zijn verbonden aan het ontvangen van de maandelijkse beurs, hebben alle jongeren wel doelen opgesteld voor het jaar: het Bouwplan. Voor Gino is een van de doelen het inrichten van zijn woning. Zijn appartement, dat Neos voor hem heeft geregeld, staat nu nog grotendeels leeg. Gino: ‘Er staat niet veel in, maar ik leef.’ Hij heeft hier en daar wel wat meubels kunnen krijgen, maar een vloer heeft hij nog niet, en ook geen fatsoenlijke keuken. Dat maakt hem wel creatief: ‘Ik maak bijvoorbeeld spaghettisaus in een airfryer.’

Maar zijn eerste doel is het afbetalen van zijn schulden. Dat was dan ook zijn eerste gedachte toen hij hoorde dat hij mee mocht doen aan het Bouwdepot. Ook Kyra wil van haar schulden af, en daarnaast wil ze sparen voor haar rijbewijs. Een ander belangrijk doel was dat ze op een ongedwongen manier kennis kon maken met werk. ‘Ik heb best wel veel shit meegemaakt, ook op de werkvloer, waardoor ik erg wantrouwend was.’ En inmiddels werkt Kyra, sinds een paar weken, in een kledingwinkel. ‘Ik vond het heel moeilijk om de stap weer te maken, maar ik voel me er nu wel echt veel beter bij.’ De rust die de financiële zekerheid van het Bouwdepot haar gaf, speelde daarin een belangrijke rol. ‘Ik kon rustig mijn tijd nemen, daar ben ik heel erg dankbaar voor.’

Opgebloeid
Een ander doel dat Kyra heeft opgesteld is ‘erachter komen wie ik ben’. Door zelfreflectie wil ze haar psychische situatie beter begrijpen: ‘Wat is er aan de hand met mij, waarom voel ik me op sommige momenten slecht?’ Ook daarin boekt ze vooruitgang, al is het met ‘babystapjes’. Kyra: ‘Dat inkomen heeft voor mij rust gegeven in mijn hoofd, dat ik echt kon gaan nadenken: wat zijn mijn doelen, wat zijn mijn plannen, wat wil ik gaan doen, hoe zie ik mezelf over vijf jaar, wat vind ik nodig om te bereiken en hoe ga ik dat bereiken?’

Gaby Barten, Kyra’s begeleider vanuit Neos, die haar een jaar of drie geleden nog een ‘extreem kwetsbaar meisje’ vond, beaamt dat Kyra grote sprongen heeft gemaakt. ‘Kyra had hele hoge muren om zich heen. Het is nu een wereld van verschil. Ze is helemaal opgebloeid en ze is vrolijker.’ De transformatie begon weliswaar al voordat het Bouwdepot startte, maar de financiële rust heeft het proces wel gestimuleerd. In een financieel onzekere situatie blijven jongeren in de overlevingsmodus, weet Barten. Een Bouwdepot kan er volgens haar voor zorgen dat jongeren sneller uit de maatschappelijke opvang kunnen uitstromen. Een ander gevolg van het Bouwdepot is dat Kyra en Gino nu eindelijk weer leuke dingen kunnen doen − zoals latte macchiato drinken. Of, in Kyra’s geval, haar twee katten extra verwennen en voor het eerst in jaren haar eigen verjaardag vieren.

Kyra: ‘Ik merk hoeveel verschil dat maakt. Als je jezelf continu afstraft, dan ga je jezelf ook minderwaardig voelen.’ Gino: ‘Doen wat je leuk vindt, is heel belangrijk en gewoon nodig.’ Hij weet dat sommige mensen het idee dat leuke dingen ook nodig zijn belachelijk zullen vinden. Voor die mensen heeft hij een uitdaging: ‘Probeer een maand lang alles wat je leuk vindt niet te doen. Kijken of je dat aankan.’ Kyra en Gino noemen nog een laatste effect van het Bouwdepot: de vijf jongeren die nu meedoen, vinden steun bij elkaar. ‘Je komt met jongeren bij elkaar die in hetzelfde schuitje zitten als jij. Dit is iets positiefs en je kunt die positiviteit met elkaar delen’, vertelt Kyra. Ze knikt richting Gino: ‘Ik vind het ook heel leuk om over zijn groei te horen.’ Gino beaamt dat. ‘En ik leer ook weer dingen van jou.’   


‘We willen een écht experiment’
Kyra en Gino zijn in februari met het Bouwdepot gestart. De financiering van hun maandelijkse toelage komt van drie fondsen: Stichting Doen, FNO en Fundatie Van den Santheuvel Sobbe. Een nieuwe ronde met vijf andere jongeren uit Eindhoven is begin juli van start gegaan. Hun Bouwdepots worden betaald door het Kansfonds en door het ministerie van VWS.

Stichting Zwerfjongeren Nederland wil de ervaringen van de jongeren zo goed mogelijk met het rijk en gemeenten delen. Daarom worden in de betrokken gemeenten ‘Bouwdepot om tafel’-sessies georganiseerd. De eerste vond plaats in Eindhoven. Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland, is blij met de opbrengsten van het gesprek. ‘Het probleem van de bijstandsnorm van 255 euro is geland. Nu willen we met gemeenten samen zoeken hoe we dit kunnen doorzetten. We hebben nu tien jongeren, maar we willen een écht experiment, waar je een onderzoeker op zet, met vijftig − of idealiter honderd − jongeren.’

‘We vinden het belangrijk dat gemeenten aangehaakt blijven’, vertelt social designer Manon van Hoeckel, die de ervaringen van jongeren optekent in een handreiking voor gemeenten. ‘We willen bijvoorbeeld onderzoeken wat vertrouwen doet. We hebben er in Nederland een handje van om steeds te controleren. Dat doen wij niet.’ Ook hoopt Van Hoeckel ambtenaren en bestuurders iets dichter bij de leefwereld van kwetsbare jongeren te brengen. Daarom wordt er een podcast gemaakt over de ervaringen van de vijf jongeren die via een Whatsapp-kanaal worden verspreid.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie