Advertentie
sociaal / Nieuws

Minstens duizend uithuisplaatsingen bij toeslagenouders

'Dat het een onderschatting is, weet ik wel zeker. Ik denk dat je het sowieso wel kan verdubbelen.'

19 oktober 2021
Toeslagen-Belastingdienst.jpg

Ruim duizend kinderen wiens ouders het slachtoffer zijn geworden van de kinderopvangtoeslagenaffaire zijn tussen 2015 en 2020 uit huis geplaatst, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar volgens gedupeerde Janet Ramesar ligt het werkelijke aantal minstens dubbel zo hoog. 

Onderschatting
De bevinding van het CBS, dat 1.115 kinderen van toeslagenouders uit huis zijn geplaatst, is volgens Ramesar een zware onderschatting. Het onderzoek beperkt zich tot de jaren 2015 tot en met 2020, terwijl de toeslagenaffaire volgens Ramesar al vanaf 2005 speelde. Bovendien blijven door de gekozen onderzoeksmethode veel gevallen – waaronder die van Ramesar zelf – buiten beeld.

Beperkt deel
Dat vertelt de Haagse Janet Ramesar aan de telefoon, terwijl ze zich klaarmaakt om naar de rechtbank te gaan voor een zaak tegen haar voormalige bewindvoerder – ook een gevolg van de toeslagenaffaire. Het CBS heeft volgens haar maar een beperkt deel van de uithuisplaatsingen gevonden, omdat er alleen is gekeken naar gevallen waarbij de rechter een dwingende maatregel heeft opgelegd én er sprake is van jeugdhulp met verblijf buiten het eigen gezin. Ramesar's zoon (die volgende maand 15 wordt) werd echter bij haar thuis weggehaald terwijl geen van beide criteria van toepassing was.

Voldongen feit
Ramesar, die haar verhaal ook vertelt in de documentaire Alleen tegen de staat, zegt dat ze 'erin gechanteerd' werd. Volgens Veilig Thuis, het meldpunt voor kindermishandeling, had ze zelf toestemming gegeven om haar zoon uit huis te laten plaatsen. Maar Ramesar zegt dat ze voor een voldongen feit werd gesteld. 'Ze hebben mij toendertijd geambusht', aldus Ramesar. 'Ik moest binnen een halfuurtje afscheid nemen.' Op die manier is de rechter nooit bij de uithuisplaatsing betrokken geweest. Ook was er bij de Raad voor de Kinderbescherming geen dossier te vinden over haar situatie. 'Dat mag dus niet', aldus Ramesar. 'Maar het gebeurt wel.'

Verdubbelen
Bovendien kwam haar zoon terecht bij zijn vader – waar hij nu nog steeds woont – waardoor er ook geen sprake was van verblijf buiten het eigen gezin. Gezien de beperkingen van de criteria en de periode die werd onderzocht door het CBS, verwacht Ramesar dat het werkelijke aantal uithuisplaatsingen bij gezinnen die slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire een stuk hoger ligt dan de 1.115 kinderen die uit het onderzoek kwamen. 'Dat het een onderschatting is, weet ik wel zeker. Ik denk dat je het sowieso wel kan verdubbelen.'

Sneeuwbaleffect
De cijfers van het CBS geven niet aan of de uithuisplaatsingen ook daadwerkelijk te wijten zijn aan de gevolgen van de toeslagenaffaire. Maar Ramesar verwacht dat dat in bijna alle gevallen wel zo is. Ondanks dat financiële problemen op zichzelf geen geldige grond zijn om een kind uit huis te plaatsen, zijn de gevolgen van die problemen dat vaak wel. 'Multiproblematiek heeft vaak zijn oorsprong in financiële problemen', aldus Ramesar. 'Negen van de tien keer zijn schulden de oorzaak. Als je geen geld hebt om voor je kinderen te zorgen, dan word je depressief. En dan is zo'n melding bij Veilig Thuis snel gedaan. Bij veel mensen is het een sneeuwbaleffect.'

Tegemoetkoming
Onlangs werden er al Kamervragen gesteld over uithuisplaatsingen van gedupeerde kinderen. Dat was naar aanleiding van berichtgeving in de Volkskrant over gedupeerde Karin van Opstal, wiens vier kinderen allemaal bij haar werden weggehaald nadat ze, als gevolg van de terugvorderingen van de Belastingdienst, haar huis verloor. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Toeslagen, D66) liet in antwoord op die vragen weten dat er 'hard wordt gewerkt om het aantal uithuisplaatsingen terug te dringen'. Ook wordt op basis van een aantal uithuisplaatsingen onderzocht 'wat wel en wat niet gewerkt heeft en wat we daarvan kunnen leren'. Eerder werd al bekend dat alle kinderen van toeslagenouders een financiële tegemoetkoming krijgen van 1500 tot 7500 euro. Bij de Belastingdienst zijn volgens de meest recente cijfers ruim 47.000 toeslagenouders in beeld. Zo'n 70.000 kinderen komen in aanmerking voor de tegemoetkoming. 

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Mark
En bedankt hé Rutte.
Rik / journalist
Zo zakte dit gave land volledig door het ijs.
Wim Vreeswijk / Belastingadviseur
Het blijft bestuurlijk een rotzooitje in Nederland. Persoonlijk zou ik er ook geen zin meer in hebben met al die anonieme social media hijgers en dreigers in mijn nek.
Jeroen / Gemeenteambtenaar
Schandalig!
mike / consultant
Zo ook op de radio, alleenstaande moeder, HBO student, ze heette in elk geval Karin. Man kennelijk weg (?), vier (!!) kinderen, man in gevangenis etc. Daarna nog meer kinderen, gewoon een grote misplaatste grap om daar medelijden mee te hebben. En alles ligt uiteraard aan de toeslagen. Geen enkele zelfreflectie of een idee, laat ik eens zelf verantwoordelijkheid nemen....Sommige dingen overkomen je absoluut en dat is echt vreselijk, maar heel veel kinderen krijgen niet, sorry. En die kosten een hoop meer geld dan condooms of de Pil, echt veel meer.
Toine Goossens
De oorzaak van dit en vele andere problemen is het exclusiviteitsdenken van de opvolgende kabinetten Rutte. Dat exclusiviteitsdenken heeft de kans gekregen door het ontbreken van politieke tegenmacht, zo is de nieuwe stroming in Den Haag.



Maar ook dat denken is te beperkt. In 1966 formuleerde Dr. F. Boerwinkel een definitie voor inclusief denken:



INCLUSIEF DENKEN



Niets is moeilijker dan een oude denkwijze, een oud denkpatroon op te geven en zich een nieuwe wijze van denken eigen te maken. Toch is dit het eerste dat moet gebeuren. Dit omzetten van ons denken, dit om-denken, gaat aan een nieuw handelen vooraf.1) Daarom kan niet voldoende nadruk worden gelegd op de primaire noodzaak van een ander denken.

Tegenover het oude antagonistische, exclusieve denken zou ik als adequaat antwoord op de totaal veranderde situatie willen stellen: een nieuw inclusief denken.

Daaronder versta ik een denken, dat er principieel van uit gaat dat mijn heil (geluk, leven, welvaart) niet verkregen wordt ten koste van of zonder de ander, maar dat het alleen verkregen kan worden als ik tegelijk het heil van de ander beoog en bevorder.

Deze uitspraak is niet idealistisch, maar realistisch. De bedoeling is niet dat het edeler of mooier is om het heil van de ander te bevorderen, maar dat het verstandiger is. En dat het daarom niet onedel en laag is om alleen voor eigen heil en welvaart te werken, maar dwaas.

Dr. F. Boerwinkel, Inclusief denken, Een andere tijd vraagt een ander denken, 1966, uitgever Paul Brand.



1) Dit betekent niet, dat men eerst met een nieuw denken klaar moet zijn, voor men tot nieuw handelen kan komen. Dit is een voortdurende wisselwerking: elk begin van nieuw handelen versterkt ook weer een nieuw denken.

(Ik heb de tekst ietwat gemoderniseerd).



Het ambtelijk handelen en denken bij SoZa, maar ook bij VWS laat zien hoe diep exclusief denken in de ambtelijke organisatie is doorgedrongen; het is de dominante, tegenspraak negerende, denkwijze in ambtelijk organisaties zowel op rijks- als op lokaal niveau.



De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de opvolgende kabinetten Rutte, daar in gesteund door de 2e Kamer en door alle politieke partijen .



Op 11 december 2009 stuurde de regering de brief over het inwerking treden van het IAK, het Integraal Afwegings Kader naar de 2e Kamer (31731). Het IAK had de garantie moeten zijn dat fundamentele missers zoals in het toeslagen-, de transitiedossiers en vele andere zoals huisvesting of het 'participatie'denken, niet zouden zijn opgetreden.



De reactie van de politiek was echter, kabinet als u dit gaat doen, dan zijn wij onze politieke vrijheid kwijt. Die claim voor politieke vrijheid heeft ons een waslijst aan beleid en wet- en regelgeving opgeleverd die niet voldoen aan de minimale eisen voor kwaliteit en integriteit.



Leg politieke vrijheden aan banden door de eis te stellen dat ook de politieke besluitvorming dient te voldoen aan het basisidee van het IAK. Versterk de positie van de Raad van State en de Rekenkamer om destructief politieke handelen te voorkomen en uit te sluiten. Polen en Hongarije laten zien hoe belangrijk dat is.
Advertentie