Gemeenten moeten veeleisender zijn bij zonneparken
Zonneparken bieden een uitgelezen kans om de biodiversiteit te vergroten. Maar dan moeten gemeenten wel veel meer eisen stellen aan de ligging van de parken, de participatie van omwonenden en het beheer.

Zonneparken bieden een uitgelezen kans om de biodiversiteit te vergroten. Maar dan moeten gemeenten wel veel meer eisen stellen aan de ligging van de parken, de participatie van omwonenden en het beheer.
Weinig aandacht
Dat blijkt uit een studie van Wageningen University & Research, gebaseerd op bodem en vegetatie van 25 Nederlandse zonneparken. Momenteel wordt aan de soortenrijkdom onder en tussen de zonnepanelen weinig aandacht besteed, constateren onderzoekers. Van de 25 zonneparken die ze onder de loep namen, werden er slechts drie beheerd op een manier die optimaal is voor de biodiversiteit.
Steeds groter oppervlak
‘Ontwikkelaars van zonneparken profileren zich al snel als groen en goed voor de biodiversiteit. Maar die biodiversiteit komt niet vanzelf’, zegt ecoloog Friso van der Zee van de universiteit. Hij wijst erop dat de komende jaren een steeds groter oppervlak in Nederland zal worden bedekt met zonnepanelen. ‘In dit dichtbevolkte land kunnen we ons, zeker gezien het grote verlies aan biodiversiteit, niet veroorloven om slimme functiecombinaties te negeren.’ Duurzame energie en biodiversiteit zouden hand in hand
moeten gaan, vindt hij.
Meer ruimte
Een van de bevindingen is dat de soortenrijkdom toeneemt als tussen de 'tafels' waar de zonnepanelen op liggen meer ruimte wordt gelaten. Een meter of twee tussen de rijen kan al veel schelen. Onder de zonnepanelen, waar minder zonlicht doordringt, groeien minder planten dan tussen de opstellingen. Oost-west-opstellingen worden daarom afgeraden.
Regelmatig maaien
Een ander groot probleem voor de biodiversiteit is vaak dat de bodem onder zonneparken is bemest. Ze worden vaak aangelegd op voormalige landbouwgrond. Veel soorten doen het niet goed op een bemeste ondergrond. Vaak groeit er niet veel meer dan gras en brandnetels. Als regelmatig wordt gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd, kan de voedselrijkdom in de bodem verminderen. Na verloop van tijd krijgen andere plantensoorten dan een kans.
Natuurplan
Verder zouden gemeenten maximaal een derde van de aanbevolen hoeveelheid graszaad moeten gebruiken en verder kruiden van lokale herkomst. Ook zouden gemeenten van de ontwikkelende partij een natuurplan moeten eisen, waarin de natuurwaarden over een langere periode worden gemonitord. Om de betrokkenheid van omwonenden te vergroten, adviseren de onderzoekers de parken vaker open te stellen voor publiek. Nu was dat slechts bij een van de 25 het geval.
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
1. ze leveren onvoldoende energie op (maximaal ca. 5% van de energiebehoefte). Je kunt heel Nederland moeilijk vol leggen met zonnepanelen. Waar eindigt het gebruik van zonnepanelen? Het lost het energievraagstuk lang niet op.
2. er ontstaat een milieu-berg van o.a. lood, cadmium, floatglas e.d.na de afschrijving van de panelen over ca. 20-25 jaar. Al over nagedacht bij het Rijk????
3. er ontstaan soms grote technische problemen (brand, ontploffingen (o.a. Schagen), waardoor verzekeringskosten hoger worden.