ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Warmtetransitie heeft publieke investeringen nodig, geen miljarden subsidies

Beter investeren, dan subsidiëren.

28 februari 2022
Beter investeren dan subsidiëren

Minimaal een kwart van alle huishoudens is in 2050 aangesloten op een warmtenet, verwacht het kabinet. Op dit moment is slechts 6% van de huishoudens aangesloten op een warmtenet. Er moet dus haast worden gemaakt. De uitrol van warmtenetten komt echter moeizaam op gang. De aanleg is complex en kapitaalintensief. Er is geen centrale regie op de aanleg en het imago van warmtenetten laat te wensen over. Bij de huidige aanpak zijn er miljarden aan subsidie nodig.

In Scandinavië zijn warmtenetten al heel lang een succesverhaal. Ook in Midden-Europese landen als Tsjechië en Polen spelen warmtenetten een belangrijke rol in de warmtevoorziening (zie tabel). In de meeste van deze landen spelen publieke bedrijven een dominante rol in de ontwikkeling van warmtenetten.

Tabel warmtenetten
Tabel 1 - Marktaandeel warmtenetten in vraag naar warmte in gebouwde omgeving en belangrijkste eigenaren van de warmtenetten

De ervaring uit koploper Scandinavië laat zien dat drie zaken van groot belang zijn voor een snelle uitrol van warmtenetten: publiek eigendom van de warmte-infrastructuur, prijstransparantie en focus op de laagste prijs voor de consument.

Nauwelijks prijsstijgingen als gevolg van hoge gasprijs

Het Deense Energie Agentschap heeft in januari 2022 de balans opgemaakt inzake de tarieven voor warmte in Denemarken. Voor 2022 blijven bij 90% van de 1,8 miljoen Deense huishoudens met een aansluiting op een warmtenet de tarieven minimaal gelijk of lager?. Dat komt doordat het net gevoed wordt door meerdere warmtebronnen, en doordat de warmteprijs volledig transparant is. De Woonbond heeft berekend dat de gemiddelde klant van een warmtenet in Nederland juist 27% tot 54% meer gaat betalen in 2022.

Vertrouwen door non-profit-model en prijstransparantie

Het is opvallend dat in Denemarken investeerders bereid zijn warmteprojecten te financieren tegen lage kapitaalkosten en geringe risico-opslagen. Dat hangt samen met de regulering van warmte in Denemarken. Investeringen in warmtenetten zijn daardoor te beschouwen als investeringen met een laag risico. In Nederland werkt bijvoorbeeld de drinkwater sector op een vergelijkbare wijze (zie kader). Plannen voor nieuwe warmtevoorzieningen of aanpassingen in bestaande voorzieningen moeten op basis van een op nationaal niveau vastgesteld format worden doorgerekend op diverse aspecten. De gemeente kiest vervolgens voor de oplossing die voor de bewoners de laagste kosten met zich meebrengt. Dat geeft de consumenten vertrouwen en leidt tot een aanbod voor bewoners tegen de laagste kosten. Bovendien krijgen de bewoners periodiek inzicht in de kostprijs van hun warmte en zijn de warmtenetbedrijven verplicht te werken zonder winstoogmerk. In de praktijk worden in Denemarken verreweg de meeste warmtenetten uitgebaat door bewonercoöperaties of gemeenten.

Inspiratie uit de drinkwatersector

De drinkwatersector in Nederland kent een regulering op basis van werkelijk gemaakte kosten, inclusief een vergoeding voor financieringskosten op basis van ‘non-profit’ bedrijfsvoering. Gevolg is dat er duidelijke verschillen zijn in de kostprijs van drinkwater tussen de verschillende regio’s (variërend van € 1,06 tot € 1,65 per 100m3). Tegelijk hebben consumenten goed drinkwater tegen de laagst mogelijke prijs tot hun beschikking. In de drinkwatersector wordt gerekend met een door de ACM periodiek vastgestelde gemiddelde vermogenskosten van 2,95% en een rendement op eigen vermogen van 3,24%. Doel hiervan is het voorkomen van overwinsten ter bescherming van gebonden klanten.1

Geen miljarden subsidies, wel investeringen

Nederland moet zich laten inspireren door het Scandinavische model. In plaats van het mobiliseren van miljarden aan subsidies kan de Rijksoverheid beter gemeenten in staat stellen publiek te investeren in de realisatie van warmtenetten. Dat kan door zelf te investeren, maar ook door bewonerscoöperaties in staat te stellen een rol te vervullen (zoals bijvoorbeeld in Denemarken) of op basis van publiek-private samenwerking. Daarnaast lijkt een garantieregeling in combinatie met de afsluitbevoegdheid van aardgas een efficiënte manier de risico’s bij de realisatie van warmtenetten sterk te verminderen. Op die manier is een meer systematische warmtetransitie mogelijk, gebaseerd op de laagste kosten (en dus draagvlak) voor de consument en kostenefficiency bezien vanuit de rijksfinanciën. Dit zal bovendien het tempo van de warmtetransitie een impuls geven.

Auteurs

Marco Attema - Gemeente Groningen
Caspar Boendermaker – Specialist Business Development & Duurzaamheid, BNG Bank

Speciale dank aan Annelies Huijgen (TNO) voor het delen van de vele inspireerde ervaringen uit andere, met name, Scandinavische landen.

Dit  artikel is gebaseerd op de ‘whitepaper - Warmtenetten: beter investeren dan subsidiëren’. Klik hier om de whitepaper te downloaden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.