Zelden waren voorjaar, zomer én herfst zo droog. Maar misschien wordt de extreme droogte deze winter wel gevolgd door extreme natheid, een Hollandse moesson. Waterschappen maken de borst alvast nat.
Waterschappen bereiden zich voor op de moesson
Zelden waren voorjaar, zomer én herfst zo droog. Maar misschien wordt de extreme droogte deze winter wel gevolgd door extreme natheid, een…
Moeten waterschappen zich voorbereiden om straks de overlast van overvloedige regenval te beperken? En dan water opvangen om de volgende droogteperiode enigszins door te komen? En misschien zelfs een dubbelslag te slaan met de energietransitie en bijvoorbeeld energie terugwinnen uit oppervlaktewater? ‘Daar zijn we druk mee bezig’, antwoordt dijkgraaf Tanja Klip-Martin van Vallei en Veluwe. ‘Het IJsselmeer is een groot reservoir. We werken er samen met Rijkswaterstaat aan om er een extra schijf water op te zetten. Ik verwacht ook veel kennisoverdracht van de twee VN-klimaatadaptiecentra in Rotterdam en Groningen.’
Tegelterreur
Ze denkt bovendien dat de Omgevingswet zal helpen om meer ‘grensontkennend’ samen te werken tussen overheden en kenniscentra. ‘Wij werken in ons stroomgebied samen met 28 gemeenten, drinkwaterbedrijf Vitens en de provincies Gelderland en Utrecht in een convenant om een klimaatbestendig gebied te ontwikkelen. En we werken aan een ‘blauwe’ omgevingsvisie.’ In stedelijk gebied is volgens haar nog meer bewustwording van zowel de droogte als de natheid nodig. ‘We stimuleren overal acties om de tegelterreur in de stad tegen te gaan.’
Een van de kansen die Vallei en Veluwe ziet, is waterberging in en rondom de kanalen. ‘We hebben er in Nederland 6.500 kilometer van, waarvan 40 procent niet meer wordt bevaren. Naast ‘ruimte voor de rivier’ denken we daarom nu aan ‘ruimte voor het kanaal’. Daar kunnen we water bergen, inclusief het gecontroleerd laten overstromen van de oevers’, aldus Klip-Martin.
Klimaatrand
Daarnaast denkt ze dat de Veluwe wellicht kan worden voorzien van een ‘klimaatrand’. ‘We zouden een soort schotel kunnen maken langs de randen van de heuvels waarmee we het weglekken van grondwater kunnen tegengaan. Onder de Veluwe ligt immers de grootste zoetwaterlong van Nederland. Daar moeten we zuinig op zijn.’ Ook wil het waterschap onderzoeken of ze de kwelstroom met superschoon water in de richting van Flevoland kunnen opvangen in plaats van wegpompen. ‘Bijvoorbeeld door het inrichten van spaarbekkens, een soort Biesbosch in de polder.’
Beter weerbaar
In Enschede deelt watergraaf Stefan Kuks van Vechtstromen de gedachte van collega Klip-Martin om het reservoir van de regenton van het IJsselmeer te vergroten. ‘Dat is zowel van belang voor de hoge en droge zandgronden als ter bestrijding van de verzilting in het West-Nederland.’
Verder breekt Kuks een lans voor het Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie, waar hij voorzitter is. ‘We moeten Nederland via een andere inrichting beter weerbaar maken tegen extreem weer, zowel in landelijk als in stedelijk gebied. Het gaat om een betere sponswerking van de bodem, en wateropslag in de natuurlijke ‘regenton’ en in ‘watertorens’’, aldus Kuks. ‘Bouw niet alles dicht, maar maak ruimte voor groen en blauw, zoals in Roombeek en probeer waar mogelijk de energietransitie mee te nemen bij een herstructureringsoperatie. Dat is ook goed voor de kwaliteit van de stad’, aldus de watergraaf.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 22 van deze week