Advertentie
ruimte en milieu / Column

Van advocaat naar diplomaat

De focus van de Omgevingswet ligt niet bij de advocaat, maar bij de diplomaat, aldus Trees van der Schoot.

15 april 2022

Onlangs ben ik bijgepraat door een advocaat hoe een bepaald onderdeel in de Omgevingswet is geregeld. De conclusie was: er verandert niet zoveel, het is op allerlei plaatsen geregeld en het is wel veel gedoe zo, om inhoudelijk hetzelfde te regelen. Bezien vanuit de wettekst en de focus van de advocaat, klopt dat.

Maar….de focus van de Omgevingswet is niet die van de advocaat. Bovendien: de wetgever heeft er bewust voor gekozen om dezelfde rechtsbescherming te bieden en hetzelfde beschermingsniveau te regelen. De focus van de Omgevingswet ligt veel meer bij de fase die aan rechtsbescherming voorafgaat: de fase van de diplomaat.

Besluiten moeten sneller genomen worden en meer met elkaar samenhangen. De wet daagt de samenleving uit zelf aan de slag te gaan met de fysieke leefomgeving. Dat lukt niet met een versnipperd rechtstelsel en evenmin met een advocatenbenadering. Advocaten zijn vooral bezig met standpunten. Bij juridische geschillen worden die uitvergroot, omdat de rechter de doorslag moet geven. Advocaten helpen partijen dan bij het zo goed mogelijk verwoorden van hun standpunten en daarbij wordt soms gezocht naar een compromis.

Over het algemeen zijn advocaten bezig met een casus en niet met de afstemming daarvan op andere initiatieven, wensen en ideeën uit de omgeving. Dat is echter wel waar de Omgevingswet op uit is: de samenhangende benadering. De focus van de overheid moet daarom niet zozeer bij de ‘casus’ liggen, maar bij de context daarvan.  

Logisch dus dat er zo veel te doen is over ‘vroegtijdige’ participatie, ook al is dat slechts summier geregeld en vindt dat plaats voorafgaand aan een aanvraag of besluit. Participatie helpt om het initiatief of de ontwikkeling in de brede context van de (leef)omgeving ingepast te krijgen. Dan is het pijnlijk als je een advocaat bij een training voor gemeentejuristen hoort zeggen dat participatie niets gaat opleveren en ‘vooral tegengas zal genereren.’ Een advocaat zal uit hoofde van zijn beroep immers vooral met participatie-uitkomsten te maken krijgen, die geen draagvlak hebben opgeleverd. En niet met de geslaagde processen.

Diplomaten zoeken naar de belangen achter de standpunten

Diplomaten zoeken naar de belangen achter de standpunten. Zij onderzoeken ook wat er nog meer speelt of gaat spelen, welke andere initiatieven – latent of minder latent – in de omgeving aanwezig zijn en hoe die bij elkaar kunnen passen. Daarna wordt samen met de betrokken mensen gezocht naar wat gemeenschappelijk is en waar iedereen zich in zou kunnen vinden. Dat is een heel ander proces dan standpunten uitwisselen. Ook komen pas veel later de aanvraag en uiteindelijk het besluit in zicht.

De diplomaat gaat niet voor een compromis: dat haalt het mooie van een ontwerp af, iedereen moet inleveren en dus is niemand blij. De diplomaat zoekt naar consensus: overeenstemming van alle partijen of een grote meerderheid daarvan. Dat geeft perspectief voor de lange termijn waarbij partijen elkaar nog vaker nodig zullen hebben. Dat is bouwen aan vertrouwen en investeren in relaties.

De overheid wil immers veel van burgers: zij moeten doorverhuizen, hun huizen verduurzamen, geen plastic meer gebruiken, circulair kopen, aandacht voor biodiversiteit hebben etc. Dat doen mensen niet voor een overheid die hen in een juridisch geschil het vel over de oren heeft getrokken en een nederlaag bij een casus heeft bezorgd. De frustratie daarover leeft nog lang door. Een overheid die doelen wil halen, kan beter diplomaat dan advocaat zijn.

Dat betekent anders communiceren en onderhandelen, meer aandacht, tijd en middelen voor de voorkant en context van een casus en vooral: oog hebben voor wat mensen beweegt.

Dat betekent anders communiceren en onderhandelen

De gemeentejurist geeft hierbij aan de voorkant de marges aan: wat kan en mag niet en waar zitten de risico’s? Achteraf zet hij/zij de consensus en afspraken om in een goede overeenkomst. Dat kan een anterieure overeenkomst zijn bij een concreet initiatief of een programma bij een grotere gebiedsontwikkeling met meerdere partijen. Dat is de basis voor concept besluiten of aanvragen die de inspraak of de zienswijzefase ingaan. Die zijn het slot van de participatiefase, tevens de start van de officiële procedure.

Er kan nog gereageerd worden en de laatste correcties of tegemoetkomingen kunnen in de stukken worden verwerkt. De keuze en afspraken staan echter niet meer ter discussie. Het is reageren op. Daarna, komt de advocaat erbij voor de mensen die zich niet bij het besluit neer willen leggen. Dan wordt het juridisch en een standpuntenverhaal.

Dit proces heet ook wel de Mutual Gains Approach (MGA). Dat kun je leren. Belangrijk is wel dat je weet wat bij jou past: de rol van diplomaat moet je liggen, maar die van advocaat ook.

Veel mensen leren nu de Omgevingswet kennen. Hopelijk vinden de diplomaten onder hen snel de weg naar de intake- en omgevingstafels!

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie