Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Natuurbeheer door de boer

Voor een tweeluik reist Binnenlands Bestuur af naar Friesland waar boeren het natuurbeheer overnemen en naar de Peel over de waterstand.

19 augustus 2022
trekker
Shutterstock

Via het uitdaagrecht nemen Friese boeren het natuurbeheer over van de provincie. Na een paar veelbelovende pilots bedreigt de boerenrevolte nu het initiatief Natuer mei de Mienskip. Of kan het programma als middel dienen om boeren en bestuurders weer constructief aan tafel te krijgen?

Gemeentesecretaris / Algemeen directeur

Bestman · Bestuur & Management in opdracht van Gemeente Hardenberg
Gemeentesecretaris / Algemeen directeur

Teamleider Ruimtelijke Ordening / Gebiedsontwikkeling

OVER-gemeenten
Teamleider Ruimtelijke Ordening / Gebiedsontwikkeling

Het Friese platteland oogt deze zomermiddag vredig als vanouds. De naar gemaaid gras geurende weiden. De dorpjes met hun rode pannendaken en, hoe klein ook, hun eigen kerktoren. De meren die liggen te blinken in de zon. Maar de rust is schijn. Blauw-wit-rode vlaggen en spandoeken wapperen je her en der vanaf viaducten tegemoet. De boerenopstand tegen het stikstofbeleid zet de verhoudingen ook in Fryslân op scherp. Honderden boze boeren blokkeerden begin juli de ingangen van het Leeuwarder provinciehuis. Ze eisen dat het provinciebestuur de stikstofplannen van VVD-minister Christianne van der Wal van tafel veegt.

Hoe anders was de situatie een paar maanden eerder. In maart gingen de Friese Staten akkoord met een belangrijke stap voor het programma Natuer mei de Mienskip (natuur met de samenleving). Daarbij wordt via het uitdaagrecht de ontwikkeling van nieuwe natuur bij de lokale gemeenschap belegd, in de praktijk vooral bij boeren. In de komende vijf jaar moet er volgens deze werkwijze vijfhonderd hectare aan nieuwe natuurgrond bijkomen en zo’n duizend hectare als natuur worden ingericht. Mede naar aanleiding van de positieve Friese ervaringen besloot de ministerraad vorige maand om het uitdaagrecht op korte termijn te verankeren in de Gemeentewet. De bestuurlijke gereedschapskist wordt uitgebreid, onder meer om nieuwe natuur van onderop en tegen lagere kosten te kunnen realiseren.

Het lijkt nieuws uit lang vervlogen tijden. Door de opgelopen emoties op het platteland staan boeren en bestuurders tegenover elkaar en is de eendrachtige mienskip van afgelopen lente ineens ver weg. Boeren die aan de pilots deelnamen, worden door de programma-organisatie bewust uit de publiciteit gehouden, ‘want anders staan ze ook een beetje voor het vuurpeloton van de andere boeren’. Hoe moet het verder met het programma? Biedt de werkwijze van Natuer mei de Mienskip een oplossing om uit de crisis te komen?

Tekort

‘Hier, in dit huis, is een jaar of zeven geleden het idee voor Natuer mei de Mienskip geboren’, vertelt directeur Henk de Vries van It Fryske Gea, de provinciale vereniging voor natuurbescherming. ‘Onze zorgen begonnen bij het enorme financiële tekort van de provincie bij het realiseren van nieuwe natuur voor het Natuurnetwerk Nederland. Moesten wij ons daar lijdzaam bij neerleggen?’ Adviesbureau BMC becijferde het tekort op 130 miljoen euro. De Vries kwam erachter dat er ‘wel heel veel geld’ naar provinciale voorbereiding en ondersteuning ging.

Een heleboel eindbeheerders van natuurgrond werd nooit iets gevraagd

Was dat nodig? ‘Een heleboel eindbeheerders van natuurgrond werd nooit iets gevraagd. Als we die in het proces een centrale rol zouden geven, konden we wellicht veel geld besparen en tegelijk meer nieuwe natuur realiseren.’ De Vries nodigde Natuurmonumenten, de Friese Milieufederatie en Staatsbosbeheer uit in zijn verenigingspand, fraai gelegen op een landgoed bij Beetsterzwaag. ‘Die waren snel over de streep getrokken. Ze kenden het uitdaagrecht. Maar het enig bekende voorbeeld in Friesland was het uitbesteden van de brugbediening in een klein dorp.’

De Vries, lachend: ‘Je kunt de ambities ook een tikje groter maken.’ Na zijn natuurcollega’s schoven de particuliere grondbezitters aan tafel. Daarna werd besloten ook de boerenwereld erbij te betrekken. Dus, zegt De Vries, ‘zijn we eens met de voorzitter van LTO in Friesland gaan praten.’ Was er weerstand? Welnee. ‘LTO zag meteen voordelen voor de landbouw. Voor de boeren die met hun bedrijf op of aan de aan de rand van natuurgrond zitten, viel in onze plannen wat te halen. Wij boden hun een alternatief voor verkopen en wegwezen.’

Het systeem werkt in het kort als volgt. De landbouwgrond van de boer die een natuurbestemming krijgt, wordt eenmalig afgewaardeerd. Daarbij krijgt de boer tot 80 procent van de landbouwwaarde uitgekeerd. Vervolgens is hij verplicht er zelf nieuwe natuur aan te leggen en die te beheren, waarvoor een beroep kan worden gedaan op subsidies. Zo ontstaat voor de boer een nieuw verdienmodel.

80 miljoen

Het programma trok een externe procesbegeleider om het voorstel verder uit te werken. Handenvol werk. ‘De provincie moet het uitdaagrecht aanbesteden’, blikt De Vries terug. ‘Het bestek is erg ingewikkeld, met een risico op fouten. Het werd een aanbesteding van, schrik niet, in totaal 80 miljoen euro. Dan moet je het ook meteen Europees doen en zien te voorkomen dat een prijsvechter uit Ierland ermee aan de haal gaat. Want dan zou er weinig van de beoogde mienskip terechtkomen.’

Al snel werd de initiatiefnemers duidelijk dat je er met alleen aankopen en vervolgens transformeren van landbouwgrond niet komt. Op een vel papier tekent De Vries het beoogde natuurgebied, waaruit de boerenbedrijven her en der langs de buitenrand kleine happen nemen. ‘Stel, een boer zit met zijn bedrijf net over de grens van de ecologische hoofdstructuur. Als hij dat stuk grond een natuurbestemming geeft, is de kans groot dat hij te weinig grond overhoudt om zijn landbouwbedrijf te kunnen voortzetten. Dan moet hij op een andere plek nieuwe grond zien te verwerven.’

Om dat probleem op te lossen, stemden de Friese Staten afgelopen voorjaar in met een provinciale grondbank. Zo wordt kavelruil vergemakkelijkt en kunnen de boer meer alternatieven worden geboden. Er is ook nog een andere, eenvoudiger optie volgens De Vries: in plaats van dat kleine stuk hoogwaardige natuur zou de boer ook een groter stuk grasland met ecologische waarde kunnen creëren. ‘Mits de totale natuurwaarde van dat grasland tezamen gelijk is aan de hogere waarde van die kleine stukjes. Zo zijn we gaan puzzelen.’

Niet makkelijk

Makkelijk was het niet. ‘Voor LTO was dat ecologische grasland de belangrijkste reden om mee te doen. Daar viel voor boeren het meest te halen. Terwijl met name Natuurmonumenten zei: “Ho, we hebben met het rijk een Natuurpact afgesloten. Daar gaan we ons aan houden. Punt.”’

Via de achterdeur kwam zo ook de provincie weer aan boord. Als oliemannetje bij dergelijke discussies, als bestuurlijk voorzitter, en voor de broodnodige expertise. De Vries: ‘Wij kunnen als beheerders niet ineens beleidsverantwoordelijk worden. Ook binnen het provinciehuis werd men onrustig: “Verrek, ze zitten aan onze stoelpoten te zagen. Hebben we straks nog wel werk?” De oplossing kwam door binnen de provincie een knip aan te brengen tussen de afdelingen beheer en beleid.’

Stikstofplannen kabinet bedreigen mienskip

Provinciale Staten vond het prima: ‘Probeer het twee jaar uit en laat ons zien dat het op deze manier goedkoper en sneller kan.’ Hoe staat het er inmiddels voor? ‘In april 2022 heeft Provinciale Staten ingestemd met het aanbod van Natuer mei de Mienskip’, reageert gedeputeerde Douwe Hoogland (natuur, PvdA). ‘Wel is daarbij gevraagd om een aantal punten nader uit te werken.’ Hij noemt het verzoek om meer ruilgrond ter beschikking te stellen en flexibiliteit om te mogen schuiven met natuurdoeltypen (dus snippers hoogwaardige natuur hier en daar inruilen voor grotere stukken ecologisch weiland). Daarnaast hoopt Natuer mei de Mienskip meer financiële ruimte te creëren door budgetten voor de hoogste twee natuurcategorieën te mogen verschuiven naar lagere.

De provincie Fryslân heeft voor het programma acht fte beschikbaar gesteld en is met de werving begonnen. Aan de eerste concrete aankoop van een agrarisch bedrijf in het voormalig pilotgebied Burgumermar–De Leijen wordt gewerkt. Tot zover het goede nieuws. Want nu is daar ineens de boerenopstand, sinds het uitlekken van de stikstofplannen van het kabinet. En die beroert ook de Friese mienskip. ‘Op dit moment hebben landbouworganisaties hun deelname bevroren’, geeft Hoogland aan. ‘Een dilemma dat hieruit kan ontstaan, is dat we door willen met het plan, maar dat het door de opstelling van de landbouw organisaties niet kan rekenen op draagvlak bij de boeren.’

Alle partijen zijn nog steeds aan boord

Hoogland gooit de handdoek niet in de ring. ‘Je moet onderscheid maken tussen de bereidheid van individuele boeren in een specifiek gebied en de deelname van landbouworganisaties op programmaniveau.’ Dat ziet ook Henk de Vries, zelf boerenzoon. ‘Alle partijen zijn nog steeds aan boord. De LTO heeft de boel even in de ijskast gezet, maar ze zijn niet uit Natuer mei de Mienskip gestapt. Kijk, ze kunnen nu moeilijk zeggen: we zijn zo leuk met de natuurorganisaties aan de gang. Dat valt niet te verkopen aan hun achterban. In de stuurgroep hebben we afgesproken: we gaan door met waar we mee bezig waren, maar we starten geen nieuwe projecten op. Want dan loop je tegen discussies aan waar je niet om hebt gevraagd.’

Of zou het programma juist nu de verhoudingen op het platteland weer wat kunnen bedaren? Volgens Hoogland is het ‘een lastige tijd om met boeren in gesprek te gaan over hun toekomst’. Tegelijk ziet hij boeren ‘die stappen willen zetten richting natuurinclusieve landbouw of die willen verplaatsen of stoppen. Met deze boeren blijven wij in gesprek.’

Henk de Vries onderschrijft die bevinding. ‘Wij zitten met boerenorganisaties aan tafel. Die trappen nu even op de rem. Maar als je met een individuele boer praat, is het een ander verhaal: die redeneert vanuit zijn bedrijf, niet vanuit een algemeen boerenbelang. Dan komen bijvoorbeeld opvolgingskwesties op tafel en kun je maatwerk leveren.’ Als directeur van It Fryske Gea staat hij nog steeds vol achter de uitgangspunten van het programma. De winst is volgens hem dat nieuwe natuur een stuk goedkoper kan worden gerealiseerd dan toen de provincie het deed. Maar de grootste meerwaarde voor hem: ‘De provincie staat niet langer alleen voor de opgave, we creëren in Friesland natuur met draagvlak van maatschappelijke partijen.’ Tenminste, hopelijk straks weer.

De bankier: ‘Boeren willen onderdeel zijn van een gemeenschap’

Bankier Albert van Zadelhoff is nauw betrokken bij een pilot van Natuer mei de Mienskip bij het dorp Akkrum, het Akkrumer Goedland. Twee boeren proberen er in samenwerking met de lokale gemeenschap en ondersteund door een vijftal ondernemers een aantal maatschappelijk opgaven te integreren (veen weide, CO2, klimaatadaptatie, energie, biodiversiteit, natuur) en daar een nieuw verdienmodel uit te ont wikkelen.

‘Het project werd eerst gerund door de twee boeren zelf, met hulp van de provincie’, vertelt Van Zadelhoff . ‘Maar ze vonden het lastig. Ze krijgen veel op hun dak. Deze boeren moeten naast hun gewone bedrijfsvoering de community van Akkrum erbij zien te betrekken, om zo in het dorp een nieuwe landbouwgemeenschap op te trekken.’

Van Zadelhoff sprak met alle betrokkenen en deed voorstellen voor een governance-structuur. Vooral de landgoed-opzet, waarbij meerdere boeren en ondernemers de handen ineenslaan, ziet hij zitten. ‘In Akkrum starten we met een landgoed van in totaal 300 hectare grond, dat in handen is van de twee boeren en andere agrarische en niet-agrarische eigenaren. Veenweide, dus ze zien om het in goed Fries te zeggen het zwerk hangen. Want als het veenweideplan doorgaat, gaat hun waterpeil omhoog. Dat betekent dat de productiecapaciteit wordt verminderd, terwijl ze toch hetzelfde inkomen van het land willen halen. Hoe krijgen ze dat voor elkaar?’

Als je langer doorvraagt, draait het bij de boeren volgens Van Zadelhof niet uitsluitend om verdienmodellen. ‘Hoe verder je met hen naar de toekomst keek, hoe meer sociale doelen boven kwamen. Boeren willen onderdeel zijn van een gemeenschap. Niet per se de natuur, nee, de mienskip, díe willen ze versterken.’

De boer: ‘Er was volop draagvlak’

Boer Albert van der Ploeg runt bij Readtsjerk in het noordoosten van Friesland een boerderij met zoogkoeien en schapen, ‘in totaal twintig hectare land. Daarvan is ongeveer de helft agrarisch natuurbeheer en de rest particulier natuurbeheer.’ Daarnaast is Van der Ploeg voorzitter van zeven Friese land bouwcollectieven die aan natuur- en landschapsbeheer doen. ‘Voor mij was het grote voordeel van Natuer mei de Mienskip dat werd erkend dat een boer ook eindbeheerder kan zijn. Zijn land hoeft niet te worden onteigend. Maar het vraagt wel wat. Je moet kennis zien te krijgen van de natuur, van kruidenrijk grasland en alle fl ora en fauna die daar zit. Je moet weten welk beheer daarvoor nodig is. En hoe je de natuuropbrengst kunt inzetten in je bedrijfsvoering.’ Het programma viel volgens hem goed, in Friesland. ‘De boeren rond de ecologische hoofdstructuur en Natura2000-gebieden waren best enthousiast.

Er was volop draagvlak. Natuurpartijen en boeren groeiden naar elkaar toe, ook bijvoorbeeld ten aanzien van weidevogelbeheer.’ En toen kwam het stikstofk aartje van Van der Wal. ‘Dat heeft er ingehakt. Dat heeft zo veel meer schade veroorzaakt dan zij zelf in de gaten heeft. Op dit moment ligt Natuer mei de Mienskip hier heel moeilijk. We maken daarom een pas op de plaats. Als dit sentiment niet verandert, krijgen we de mensen ook niet meer mee.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie