Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Schoner water van onderop

Europa eist schoner binnenwater van de lidstaten. Op regionaal niveau krijgen de plannen vorm. De maatregelen om het water schoner te maken, verlopen via ingewikkeld overleg. Van onderop, met waterambassadeurs.

18 januari 2008

Wie zegt dat dit water ook van slechte kwaliteit is?', zegt raadslid Henk Schoenmaker met stemverheffing tijdens een presentatie in het gemeentehuis van het West-Friese Koggenland. Hij wijst naar de geprojecteerde foto op het witte scherm aan de wand van het zaaltje. Er is een weiland op te zien met daarnaast in een greppel een beetje water.

 

Schoenmaker had zojuist van Barbara Harskamp, die voor de raad een presentatie gaf over de gevolgen van de Europese Kaderrichtlijn Water, te horen gekregen dat dit soort stilstaande watertjes over enige tijd niet meer bestaan. Harskamp, procesleider van de Kaderrichtlijn Water van de regio West-Friesland, zei erbij dat het niet haar eigen mening was, maar die van de zogeheten klankbordgroep water. De vertegenwoordigers in het klankbord, waarin onder meer milieuorganisaties, agrariërs en het recreatieschap zitting in hebben, waren het er volgens haar over eens dat 'stilstaand water de kwaliteit niet ten goede komt'.

 

Twee andere raadsleden vallen Schoenmaker bij. 'We laten mevrouw Harskamp eerst haar verhaal vertellen en dan gaan we vragen stellen', intervenieert de voorzitter van de vergadering op het moment dat de discussie alleen nog maar dreigt te gaan over de vraag of het water op de foto nou wel of niet van slechte kwaliteit is. Dat de drie agrariërs, want dat zijn de raadsleden die zich roerden, erg kritisch waren is niet zo vreemd. Juist uit de hoek van de landbouw is het verzet tegen de komst van de Europese waterrichtlijn groot . Boerenorganisaties vrezen dat er door het aanscherpen van de normen voor de uitstoot van allerlei stoffen steeds minder plaats is voor de landbouw. Nederland heeft het omzetten van de Kaderrichtlijn Water in nationaal beleid, wat verplicht is, lange tijd voor zich uitgeschoven. Vijf jaar nadat de lidstaten in Brussel de richtlijn vaststelden, ging de Eerste Kamer eind 2005 akkoord met de vertaling daarvan in nationaal beleid.

 

Biodiversiteit

 

De Europese Commissie verlangt van Nederland in 2009 een plan per stroomgebied van de grote rivieren. Daarin moet staan hoe zowel ecologische als chemische kwaliteit van de Nederlandse wateren de komende jaren verbetert. 'Ik heb meegemaakt hoe de Europese Habitatrichtlijn hele bouwprojecten heeft stilgelegd. Dan was er ergens een rugstreeppad gesignaleerd, waar wij er in Noord-Holland veel van hebben maar die in Europa zeldzaam is, en dan kon de bouw van een bedrijventerrein niet doorgaan', zegt Simon Binnendijk, wethouder in Alkmaar en voorzitter van de gemeentedelegatie in het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-West, speciaal ingesteld om de invoering van de waterrichtlijn in dit stroomgebied van de Rijn in goede banen te leiden. Ook door de invoering van een andere richtlijn, die de luchtkwaliteit in de lidstaten regelt, kwam Nederland in de problemen, herinnert Binnendijk zich.

 

Nederland heeft geleerd van de fouten uit het verleden, zegt de wethouder. 'De Kaderrichtlijn Water wordt van onderop geïmplementeerd. Dat is een verschil met de richtlijn die de luchtkwaliteit regelt. Het stroomgebied Rijn-West is bijvoorbeeld in acht deelgebieden opgedeeld. Per gebied bekijken waterschappen, gemeenten, de provincie en Rijkswaterstaat wat er moet gebeuren om de Europese normen voor chemisch schoon water te regelen.' Brussel verlangt verder dat ook de biodiversiteit in de Nederlandse wateren toeneemt, maar dicteert geen normen. 'De betrokken overheden bepalen zelf welke ambities ze voor biologisch schoon water nastreven', aldus Gert Dekker, beleidsmedewerker bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

 

Stroomgebiedplan

 

Zoals Binnendijk en Dekker het vertellen, klinkt het nog simpel. De prijs die voor invoering van een richtlijn van onderaf wordt betaald, is de inrichting van een ingewikkelde beslis- en overlegstructuur. Het gaat te ver die hier helemaal uit de doeken te doen, maar misschien veelzeggend is dat er bij de invoering van de richtlijn veel procesleiders, projectbureaus en stuur-, werk-, klankbordgroepen om de hoek komen kijken. Waar het in essentie op neerkomt is dat de deelgebieden gedetailleerde plannen indienen bij het zogeheten Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO), de schakel tussen het rijk en de deelgebieden. Het RBO, waar er in het land zeven van zijn, maakt van alle ingediende plannen een zogenaamd stroomgebiedbeheerplan, dat naar Den Haag gaat.

 

Dat plan bevat niet de gedetailleerde maatregelen, maar vermeldt bijvoorbeeld wel hoeveel kilometer ecologische oever er wordt aangelegd en welk effect hiervan uitgaat. Als het ministerie van Verkeer en Waterstaat akkoord is, belanden ze als alles goed gaat, in 2009 op het bureau van ambtenaren in Brussel. Vrijblijvend is dat alles niet, want bij vertraging of onvoldoende inzet kan de Europese Commissie boetes aan de lidstaten opleggen

 

Het is niet zo dat de wereld er compleet anders gaat uitzien door de maatregelen die voortvloeien uit de Europese richtlijn, zegt Binnendijk. 'Veel gemeenten waren al bezig met het aanleggen van ecologische oevers, het verbeteren van hun riolering en waterzuivering. Het tempo zal misschien nu af en toe een tandje hoger liggen.' Veel zal echter ook afhangen van de waterschappen, zegt hij. 'Zij moeten enorme investeringen doen. Veel meer dan gemeenten. Ik denk dat ze wel akkoord gaan, maar ik maak me wel zorgen over de uitvoering van alle maatregelen. De provincie houdt toezicht op de waterschappen en kan dwang toepassen als de uitvoering niet tot stand komt of te langzaam gaat, maar dat schiet niet op. Ingrijpen kost een hoop tijd.'

 

Waterambassadeurs

 

Juist omdat het invoeren van de Kaderrichtlijn Water zo'n ingewikkeld proces is, dreigden sommige gemeenten de boot te missen. Omdat ze een cruciale rol vervullen - een groot deel van de plannen kan pas naar Den Haag nadat de gemeenteraden er hun instemming aan hebben gegeven- zijn begin vorig jaar zogenaamde waterambassadeurs benoemd. 'De discussies over de richtlijn waren in het begin heel technisch. Daarom zaten vooral de waterschappen er goed in. Toen ook gemeenten er volop bij betrokken moesten worden heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat geld vrijgemaakt voor de waterambassadeurs', legt Marleen Huizingh uit, die de ambassadeursfunctie vervult in het oostelijk stroomgebied van de Rijn. Zij ziet voor zichzelf vooral een rol weggelegd om de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen te bevorderen.

 

Onder de 54 gemeenten van het gebied Rijn-Oost valt ook Almelo, een gemeente die nogal veel belang heeft bij goed waterbeheer. 'Almelo ligt 32 meter lager dan Enschede. We hebben dus altijd al moeten vechten tegen het water', zo verklaart wethouder Bert Kuiper zijn betrokkenheid bij het onderwerp. 'Maar als wethouder van een middelgrote gemeente met ruimtelijke ordening in zijn portefeuille zit ik er vaktechnisch natuurlijk niet in. Ambtenaren zijn natuurlijk beter ingevoerd, maar door de waterambassadeur weet ik me verzekerd dat de gemeente betrokken is bij de invoering van de kaderrichtlijn. De ambassadeur zit niet alleen bij allerlei overleggen, ik vind het ook goed dat hij namens de gemeenten tegengas geeft aan de waterschappen.'

 

Maar niet alle 54 gemeenten in Rijn-Oost tonen zich zo betrokken als Almelo, zegt waterambassadeur Huizingh. 'Voor sommige kleine gemeenten is het allemaal wel wat ver van huis.' Kuiper: 'Uiterlijk eind oktober 2008 moet alles in de gemeenten klaar zijn, dus deze zomer moeten we als college besluiten nemen. Dat lijkt me toch wel lastig als je niet zo dicht bij het vuur zit.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie