Rijk overvraagt de provincies met gebiedsprogramma’s
Voor een goede analyse waar het naar toe moet met het landelijk gebied is veel meer tijd, kennis en menskracht nodig dan het rijk nu inruimt
De opdracht van het rijk aan de provincies om nog voor 1 juli hun gebiedsprogramma’s voor het platteland klaar te hebben is een bijkans onmogelijke. ‘De kans is groot dat meerdere provincies pas medio mei een coalitieakkoord hebben. Dan resteren er nog slechts een paar weken om knopen door te hakken.’
Wantrouwen
In een essay in Binnenlands Bestuur stellen medewerkers van Connecting Agri & Food dat het rijk een onmogelijk tijdpad hanteert om voor uiterlijk 1 juli 2023 een gebiedsprogramma vast te stellen voor de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat valt eenvoudigweg niet waar te maken en vormt in hun ogen niet minder dan de volgende stap in het vergroten van het wantrouwen in de overheid.
Weeffouten
Bij de uitwerking is een gebiedsproces samen met boeren, bedrijven, grondbezitters, bewoners en andere belanghebbenden cruciaal. Alleen al qua fasering zien de auteurs een fors probleem. ‘De datum van 1 juli doet geen recht aan de complexe politiek-bestuurlijke verhoudingen in een aantal provincies’, schrijven Gé Backus, Sandra van Kampen en Janneke Straver. ‘Voor het operationaliseren van de gebiedsdoelstellingen – in de zin van wie, wat, en wanneer – zijn echter gedegen analyses nodig. Deze vergen nu eenmaal meer tijd. Daarmee is er een aanmerkelijk risico op onomkeerbare weeffouten bij de aanvang van het gebiedsproces.’
Een ander faseringsprobleem betreft de samenwerking met gemeenten en waterschappen middels regionale en gemeentelijke samenwerkingsverbanden. ‘Het is onmogelijk dit met de individuele gemeenten in deze korte tijd te realiseren’, zo stellen de auteurs.
Onzekerheden
Waar de doelen voor natuur, klimaat en water concreet zijn, is dat allerminst het geval wat betreft het toekomstperspectief voor de landbouw. Vanuit het perspectief van de individuele agrariër zijn er aanmerkelijke risico’s en onzekerheden. ‘De ruimtelijke verdeling van emissiereductiedoelstellingen binnen
de gebieden is nog niet definitief, de vertaling van reductiedoelstellingen per gebied naar eisen aan individuele bedrijven moet nog plaatsvinden, de definitieve invulling van grondgebondenheid is nog niet uitgewerkt. De ontwikkelrichtingen zijn weliswaar glashelder, maar voor veel agrarische ondernemers is nog niet duidelijk welke richting het beste bij hen past, en die ook juridisch houdbaar is’, aldus Backus c.s..
Onvoldoende capaciteit
Daarnaast is volgens hen bij de benodigde gebiedsprocessen kennis en uitvoeringscapaciteit nodig, maar die ontbreekt. ‘Met het opheffen van de Dienst Landelijk Gebied in 2015 is deze capaciteit echter grotendeels verdwenen. Anno nu is de overheid uitvoeringstechnisch zwak, zowel vanwege kennislacunes, als menscapaciteit en onzekerheden. Het gaat overigens niet alleen om DLG wat er niet meer is. Dit speelt op alle lagen die
bij het proces betrokken zijn, ook bij de bedrijven en instanties die vergunningen en bestemmingsplannen moeten opstellen en toetsen’, is hun oordeel.
Ruimtelijke visie
Zij wijzen op de noodzaak om integrale visies voor gebieden te ontwikkelen, maar zowel op nationaal én provinciaal niveau ontbreekt een ruimtelijke visie met duidelijke en sturende ruimtelijke keuzes. ‘We bouwen kazernes en datacentra in de Flevopolder – met goede landbouwgrond en minder risico’s voor milieu en natuur – en bouwen nieuwe wijken in de diepste polders. De meeste stadsuitbreidingen kosten de betere landbouwgrond. In feite zou je die op marginale gronden moeten doen: dus nieuwe steden.’
Hun conclusie is dat het in wezen onmogelijk is om een betekenisvol NPLG (rijk) of gebiedsprogramma (provincie) te maken zonder een ruimtelijke visie op de toekomst van de landbouw. ‘Vanuit rationele logica is het niet te plaatsen dat het rijk zegt dat er 1 juli gebiedsprogramma’s moeten liggen, terwijl het landbouwakkoord niet eerder dan april verwacht wordt, en dat akkoord dan nog politiek-bestuurlijk moet worden beklonken en ingevoegd in het NPLG dat de basis vormt voor de provinciale programma’s, die op zich ook nog eens heel moeilijke en pijnlijke keuzes gaan vragen.’
Lees het volledige essay in Binnenlands Bestuur nr. 4 van deze week.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Wat gaat er nog wel goed in ons eens zo mooie Nederland?