Zuid-Nederland wil prioriteit infrastructuur

De provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg trekken samen op met het bedrijfsleven om de noodzaak van bereikbaarheid bij de regering in Den Haag sterker op de kaart te zetten. In een gezamenlijke visie pleiten ze voor meer rijksinvesteringen in de infrastructuur.

Zorgen

Ondernemersverenigingen uit de zuidelijke provincies maken zich al jaren zorgen over het gebrek aan aandacht van Den Haag voor de bereikbaarheid van Brabant, Limburg en Zeeland. Maar de regio’s worden wel steeds belangrijkere hubs voor het verplaatsen van goederen tussen de Rotterdamse haven en het Europese achterland. Dat is ook zichtbaar in het landschap: met name in Brabant verrijzen jaarlijks tientallen nieuwe distributiecentra. Volgens de ondernemers is een stevige impuls nodig om de economische slagkracht van de regio te behouden.

MIRT

Maar die impuls lijkt niet uit Den Haag te komen, stelt voorzitter Giel Braun van de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). ‘We zien we dat het merendeel van de MIRT uitgaven naar de Randstad gaan. Zuid-Nederland heeft de afgelopen jaren, jaarlijks rond de 10% van het totaal ontvangen. Dat is echt veel te weinig als je kijkt naar de economische toegevoegde waarde die onze regio levert aan Nederland.’

VeZa

De provincies en werkgevers willen met name dat er meer aandacht komt voor de snelwegen A4, A2, A67 en A58, omdat ze een belangrijk onderdeel uitmaken van de Oost- en Zuidoost corridors, waarlangs een groot deel van de goederenstroom zich verplaatst. Daarnaast vinden ze dat er moet worden geïnvesteerd in betere goederenspoorverbindingen, zoals de VeZa-boog, een directe goederentreinverbinding tussen Vlissingen en Antwerpen, die een omweg van zwaar goederenverkeer door de stadscentra van Bergen op Zoom en Roosendaal onnodig maakt.