Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Woningbouwimpuls ook voor kleinere projecten

Minister Kasja Ollongren (Binnenlandse Zaken) wil de ondergrens voor woningbouwprojecten die in aanmerking komen voor subsidie uit de Woningbouwimpuls verlagen. Voor de nieuwe tranche van subsidies komen, als het aan de minister ligt, ook projecten van minimaal 200 woningen in aanmerking.

26 mei 2021
shutterstock-635194382.jpg

Minister Kasja Ollongren (Binnenlandse Zaken) wil de ondergrens voor woningbouwprojecten die in aanmerking komen voor subsidie uit de Woningbouwimpuls verlagen. Voor de nieuwe tranche van subsidies komen, als het aan de minister ligt, ook projecten van minimaal 200 woningen in aanmerking.

Kleine gemeenten

De nieuwe voorwaarden gaan alleen gelden voor circa 200 gemeenten uit regio’s met vooral veel kleine gemeenten en woonkernen. Uit de recente tussenevaluatie van de Woningbouwimpuls blijkt dat de helft van de gemeenten die nog geen bijdrage uit de regeling hebben gevraagd, die aanvraag wel heeft overwogen. Maar voor veel van hen is de huidige ondergrens van 500 woningen te hoog. Dat speelt vooral in gemeenten in Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. Voor die regio’s wil de minister de minimale projectgrootte in de komende derde en laatste tranche van de impulsregeling, die opent in september 2021 en waarvoor 250 miljoen euro beschikbaar is.

 

Betaalbaar

De Woningbouwimpuls is vooral bedoeld voor de bouw van betaalbare woningen, waarvan een groot deel bestemd is voor starters of mensen met een laag of modaal inkomen. Het geld moet de ‘onrendabele top’ van de bouwprojecten halen. Het gaat daarbij vaak om woningbouw op voormalige bedrijfsterreinen en op moeilijk bereikbare locaties in binnensteden. Het realiseren van betaalbare woningen is daar, vooral door de kosten die vooraf moeten worden gemaakt, vaak onrendabel voor bouwpartijen. In de vorige twee tranches, met in totaal 57 projecten, werden vooral woningbouwprojecten in de Randstad gekozen.

 

Maximum

Een voorwaarde voor de regeling is wel dat gemeenten en andere partners in de woningbouwprojecten zelf de helft van die onrendabele top financieren. Maar uit de tussenevaluatie van de minister blijkt dat dat voor sommige gemeenten nog steeds niet genoeg is. Zo’n 13% van de gemeenten die geen aanvraag hebben ingediend geeft aan te krap bij kas te zitten om die 50% te kunnen betalen. Tegelijkertijd blijkt uit de cijfers dat gemeenten die een bijdrage vragen, niet altijd het maximumbedrag vragen. Gemiddeld wordt uit de regeling 43% van de onrendabel top gedekt. Waarom dat zo is weet Ollongren niet precies, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. ‘Een van de mogelijke verklaringen is dat gemeenten minder aanvragen dan het maximum om de kans op een hogere rangschikking bij de beoordeling van hun aanvraag te vergroten.’

 

Meer woningen

Maar het lagere bedrag zorgt er mede voor dat met het geld uit de eerste twee subsidierondes meer woningen gebouwd kunnen worden dan oorspronkelijk gedacht. Ging men vorig jaar nog uit van 65.000 woningen; uit de opgetelde woningplannen komen nu 96.000 woningen, waarvan 65% in het betaalbare segment. Dat heeft niet alleen te maken met het lagere bedrag dat gemeenten vragen. Ook blijkt dat de onrendabele top per woning gemiddeld een paar duizend euro lager te liggen dan de 15.000 euro waar men oorspronkelijk van uitging.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Bert Bakker / zelfstandig veiligheidsadviseur
Waarom nu weer een grens gesteld bij minimaal 200 woningen ? Volgens mij moet dat nog veel verder omlaag om niet alleen gemeenten maar particuliere initiatieven mogelijk te maken; kijk maar naar de coöperatieve wooninitiatieven die her en der in den lande uit de grond schieten. Komaan minister en betrokken ambtenaren wordt eens wat creatiever en denk outside jullie woonbox !
H. Wiersma / gepens.
En.....hoe staat het met de seniorenwoningen? Juist door voor deze groep kleiner te bouwen kunnen grotere woningen voor bewoning van gezinnen beschikbaar komen. Of kunnen senioren maar beter komen te overlijden in hun te grote woningen?
H. Wiersma / gepens.
Het bouwen van LEVENSBESTENDIGE woningen (van klein tot groter) met afstemming op de behoefte, leeftijdsopbouw en gezinsgrote is een veel betere bouwmethode om te voorzien in de toekomstige behoefte.
Advertentie