Opdrachtgevers kritisch over woonplannen

Opdrachtgevers van woningbouw zijn blij dat de regering in de Miljoennnota erkent dat de woningmarkt in een crisis zit, maar blijven kritisch over de plannen. De Amsterdamse woningcorporaties vinden de stimuleringsplannen voor de woningbouw een ‘druppel op een gloeiende plaat. De Neprom, de organisatie van projectontwikkelaars, waarschuwt voor ‘pro-cyclisch verjubelen.’

Lastenverlichting

Minister Ollongren heeft in totaal 2 miljard euro toegezegd om de woningmarkt voor huur- en koopwoningen weer vlot te trekken. Maar de Amsterdamse federatie van woningcorporaties kan maar weinig enthousiasme opbrengen voor de kabinetsplannen. Voor de realisatie van de grote woningopgave in de hoofdstad kijkt de minister naar de corporaties. Die zeggen niets liever te willen dan te bouwen voor de 80.000 woningzoekenden. Maar de toegezegde kortingen op de verhuurderheffing dragen nauwelijks bij aan de financiële slagkracht die de organisaties daarvoor nodig hebben, zeggen ze. De toegezegde 100 miljoen per jaar staat niet in verhouding tot de 400 miljoen die de corporaties alleen al in Amsterdam moeten betalen aan verhuurderheffing. ‘Er is met deze plannen in de miljoenennota niet echt sprake van lastenverlichting voor corporaties en onze huurders,’ zegt de federatie in een reactie.

Korte-termijndenken

De Neprom is positiever over de extra miljarden die minister Ollongren heeft toegezegd. Maar voorzitter Desirée Uitzetter van de brancheorganisatie voor projectontwikkelaars waarschuwt wel dat het extra geld geen vehikel voor korte-termijndenken en politieke gewin moet worden. ‘De verleiding is groot om de gelden te besteden aan projecten die er toch al gaan komen, aan het corrigeren van achterhaald beleid of aan het afwaarderen van te duur verworven grondposities.’

Niveau

Uitzetter pleit ervoor om de investeringen zodanig in te zetten dat ze de woningbouwmarkt op lange termijn stimuleert en de woningproductie langjarig op een stabiel en hoger niveau houdt. ‘Dat kan in de visie van de ontwikkelaars door de gelden toe te zeggen aan gemeenten die samen met ontwikkelaars, beleggers en corporaties werken aan het ontwikkelen en tot uitvoering brengen van nieuwe omvangrijke woningbouwplannen bovenop de plannen die er nu reeds zijn. Zet vooral in op investeringen die zonder rijksbijdrage niet gedaan kunnen worden en die juist een veelvoud aan lokale investeringen uitlokken.’