Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Uitwaaiplek voor de Rotterdammer

Natuurbeheer en exploitant natuurbegraafplaatsen maken van planologisch stiefkind een uitwaaiplek.

24 juni 2022
Bonnenpolder
Bonnenpolder tussen Den Haag en Rotterdam

Dertig jaar lang was de Bonnenpolder tussen Den Haag en Rotterdam een slecht ontsloten non-plek in een dichtbevolkt gebied. Ideeën om dit planologische stiefkind te benutten voor recreatie liepen spaak. Totdat een exploitant van natuurbegraafplaatsen en een natuurbeheerder zich meldden.  

Adviseur Economische Ontwikkeling

BMC
Adviseur Economische Ontwikkeling

Sr. Projectleider Omgevingsvergunningen

DCMR
Sr. Projectleider Omgevingsvergunningen

‘Dit is natuurlijk waanzinnig’, zegt Christoph Seyferth, midden op straat in de Bonnenpolder. Hij strekt zijn armen breed uit, de handpalmen naar boven. ‘Dat je hier tussen Den Haag en Rotterdam op zo’n plek staat.’ Hij kijkt, staand voor de boerderij waar hij sinds zeven jaar anti-kraak woont, om zich heen de lege polder in. Die wordt begrensd door het Staelduinse Bos, Hoek van Holland, kassen en industrie. In de verte pieken masten voor hoogspanningskabels en windturbines. In deze vergeten zone, toegankelijk via één smal privaat weggetje, is het rustig toeven voor de docent aan de kunstacademie. ‘Op de allermooiste dag in de zomer komen hier misschien vijftig mensen langs, op een winterdag nul.’

Een half uurtje eerder staat gebiedsontwikkelaar Ferry Pronk van de gemeente Rotterdam aan datzelfde weggetje, een paar honderd meter van Seyferths boerderij. ‘Hier zie je hoe rauw het gebied is’, wijst hij de verte in. Hij heeft zojuist zijn auto over het afbrokkelende toegangsweggetje gelaveerd. Nu wijst hij naar het kassengebied dat in de verte aan de rand van de polder opdoemt. ‘Daar zie je de vrachtwagens van de kassen richting Engeland rijden’, legt hij uit. In de lege polder vindt het oog alleen akkers met mais, graan en gras. ‘Ik stel me voor dat je hier straks fietst of wandelt’, zo probeert Pronk de regen weg te denken die de polder een desolaat tintje geeft, ‘en er dan zo doorheen prikt.’ Bij die laatste woorden wijst hij naar het westen, waar achter Hoek van Holland het strand ligt. ‘Gek eigenlijk’, bedenkt hij, ‘je hebt hier een gebied met mondiale dynamiek met de haven en de agrilogistiek, en dan wil je hier een rustmoment hebben.’

Daarmee doelt Pronk op het bestemmingsplan Oranjebonnen dat vorig jaar september is vastgelegd door de gemeenteraad van Rotterdam, waar Hoek van Holland onder valt. Daarin wordt het roer omgegooid voor de Oranjebonnen, een gemeentelijke fantasienaam voor de Oranjebuitenpolder plus de Bonnenpolder. Met een combinatie van functies krijgt dit gebied komende jaren een compleet ander aanzien: de natuur keert terug, er komt een natuurbegraafplaats, wandel- fiets- en een beetje verblijfsrecreatie, maar ook windturbines langs de rand en zonnevelden op een oud slibdepot.

Achtertuin

Sinds begin jaren 90 was het gebied het planologische stiefkindje van gemeente en provincie. ‘Eigenlijk is het een grote achtertuin, maar iedereen staat er met zijn rug naartoe’, zo duidt Pronk de twee polders. ‘Er waren veel wilde ideeën’, vertelt hij. ‘Er zou een golfbaan komen, een concours hippique worden georganiseerd, de Floriade zou in de polder landen.’ Niks van dat alles kwam van de grond. Dat alle initiatieven vastliepen, wijt Pronk nu aan ‘het gemis van een helder kader. De provincie had in structuurvisies gezegd dat het een belangrijk groengebied was. En dan?’, stelt hij zichzelf de vraag. ‘Nou niks, dat was het. Ook bij de gemeente ontbrak het aan een kader.’ Vanaf 2013 veranderde dat geleidelijk. Er kwamen achtereenvolgens een ambitiedocument, een ontwikkelplan, een welstandsnota, een landschapsvisie, totdat de Rotterdamse gemeenteraad september 2021 het bestemmingsplan Oranjebonnen goedkeurde.

‘Er was een groot risico dat de natuur onder glas of asfalt zou verdwijnen’

Volgens directeur Michiel Houtzagers van het Zuid-Hollands Landschap, eigenaar van het Staelduinse Bos, lag er al heel lang een plan om dit bos te verbinden met de Oranjeplassen, een slordige vier kilometer verderop in de aangrenzende Oranjebuitenpolder. Beide polders zouden deel gaan uitmaken van de Ecologische Hoofstructuur (EHS). ‘In 2012 ging door bezuinigingen van Bleker [destijds staatssecretaris van landbouw, red.] een streep door dat plan’, blikt Houtzagers terug. Daarmee kwam er een voorlopig eind aan de kans om de druk op het Staelduinse Bos te verlichten door het gebied te vergroten en wandel- en fietspaden toe te voegen.

Door die ontwikkeling liep de Bonnenpolder gevaar verloren te gaan voor de natuur, is Houtzagers stellige overtuiging. ‘Er was een enorm groot risico dat de natuur onder glas of asfalt zou verdwijnen’, blikt hij terug. Hij doelt op glastuinbouw, ‘maar er is ook gesproken over een terminalruimte voor de ferry naar Engeland. Als de landbouw niet meer houdbaar was geweest, was het die kant opgegaan, want de druk op de grond is enorm. Dus wij hielden ons hart vast.’ Zo kijkt ook Natuurmonumenten ernaar. Provinciaal ambassadeur Anneklaar Wijnants: ‘Dertig jaar zijn er geen ontwikkelingen van de grond gekomen die de provincie en gemeente wilden. Als zulke processen te lang duren, kan de gemeente concluderen: dit gaat niet lukken. Dan ligt alles weer open, van woningbouw tot havenactiviteiten. Dat was voor ons een schrikbeeld. De mensen die daar wonen hebben ontzettend behoefte aan meer groen.’

Natuurbegraafplaats

Hoewel de gemeente Rotterdam een ambitiedocument had gemaakt voor het gebied, kwam de echte draai pas toen Natuurbegraven Nederland zich in 2017 meldde bij de familie Van Rijckevorsel, eigenaar van de meeste grond in de polder. Het bedrijf wilde 128 hectare landbouwgrond en de bijbehorende boerderij kopen en op 30 hectare een natuurbegraafplaats vestigen.

‘De grond lag tegen het Staelduinse Bos aan. We dachten: zo kunnen we dat Bos twee keer zo groot maken’, legt directielid Roy van Boekel van Natuurbegraven Nederland (NBN) uit. Maar waarom 128 hectare grond kopen om slechts 30 hectare te gebruiken? Natuurontwikkeling is nu eenmaal het bestaansrecht van NBN, zegt Van Boekel: ‘We zagen hier een kans en hebben de stoute schoenen aangetrokken. Het was een moeizaam proces, maar we hebben steeds die droom gehad.’

Over dat moeizame proces zo meer. Eerst over even de aanpak van NBN. Het bedrijf werkt samen met Natuurmonumenten bij de ontwikkeling van natuurbegraafplaatsen. De deal is grofweg: NBN koopt de grond, transformeert die tot een natuurgebied met natuurbegraafplaats (waar het zijn geld mee verdient) en na de laatste natuurbegrafenis zorgt Natuurmonumenten voor het natuurbeheer. In het geval Bonnenpolder klopte Natuurmonumenten meteen bij het Zuid-Hollands Landschap aan, als eigenaar van het Staelduinse bos bij uitstek kandidaat om het natuurbeheer van de Bonnenpolder te doen. Van Boekel: ‘In ons eentje konden we 128 hectare onmogelijk betalen en omzetten naar natuur.’ Als de grond straks wordt overgedragen aan NBN verkoopt die 98 hectare meteen door aan het Zuid-Hollands Landschap. Die gaat het gebied met subsidie van de provincie onderhouden.

Initiatief

Voor de gemeente kwam het plan van NBN en Zuid-Hollands Landschap precies op tijd. ‘Wat we nodig hebben, is een initiatief’, geeft Pronk toe. De gemeente wilde hoe dan ook minder intensief gebruik van het gebied en meer recreatie. ‘Ze kwamen met een goed programma op het juiste moment. Ze hadden een positie, de Van Rijckevorsels wilden het verkopen en de haalbaarheid was goed onderbouwd.’ Die haalbaarheid werd bereikt via een lang proces. ‘Nadat we de grond gekocht hadden’, vertelt Van Boekel, ‘zijn we naar de gebiedspartijen gegaan: gemeenten, bewoners van Hoek van Holland, het hoogheemraadschap, Vrienden van het Staelduinse Bos. We hebben in de media iedereen opgeroepen om mee te denken over de inrichting van de Bonnenpolder.’

‘Ook bij de gemeente ontbrak het aan een helder kader’

Niet iedereen was gediend van de komst van een natuurbegraafplaats. Er werden leuzen op de weg gekalkt en in de akkers verschenen spandoeken met gekruide teksten (‘EEN BEGRAAFPLAATS, EEN HELE GROTE?? HEEL DE POLDER NAAR DE KL*TE!’). Volgens Wijnants van Natuurmonumenten kreeg de weerstand veel aandacht in de media, waardoor het leek alsof die breed gedragen werd. ‘Cruciaal was dat wethouder Wijbenga vooral heeft gekeken naar de maatschappelijke relevantie: hoeveel mensen hebben hier baat bij.’ Van Boekel: ‘Er was een kleine groep die felle tegenstand bood. We hebben dat gezien als tegenstand van mensen die zorgen hebben. We hebben ze uitgenodigd voor de ontwerpateliers en zijn in gesprek gebleven. We vonden het belangrijk dat de juiste informatie aanwezig was.’

De uitkomst van dat proces is geslaagd, concludeert Wijnants. Landschapsarchitect Adriaan Geuze kreeg de opdracht om allereerst de wensen uit het gebied op te halen. Dertig mensen deden mee met de ontwerpateliers en ‘zeker honderd mensen’ bezochten inloopavonden. Er waren excursies naar natuurbegraafplaatsen elders in het land, ‘want het was een onbekend fenomeen en er was veel achterdocht’, licht Wijnants toe.

‘Een voorbeeld: iemand die in de bus stapte voor de excursie was faliekant tegen, maar toen-ie zag hoe een natuurbegraafplaats eruitziet – je ziet niks van de graven, ze zijn alleen gemarkeerd met een boomschijf – is-ie 180 graden gedraaid en heeft zelfs in de gemeenteraad vóór ons plan gepleit.’ Ook Seyferth bezocht de ontwerpateliers, waar hij zijn stempel drukte op de plannen. Die gingen uit van de boerderij als centrum van de natuurbegraafplaats. Seyferth: ‘Ik zei: dat moet je niet doen.’ Dat zou te zeer in het oog lopen en ‘een dikke vinger’ zijn naar de tegenstanders, meende hij. Nu komt de natuurbegraafplaats dichter tegen het bos aan en is de bebouwing niet direct zichtbaar.

Natuurlijk grasland

Houtzagers verheugt zich op de toekomstige natuurontwikkeling, die bovendien met kilometers wandel-, fiets- en ruiterpaden wordt ontsloten. ‘Wat er straks te zien is? Een verbrede watergang, een oude beek. Daar gaan we de natuurlijke loop herstellen. Waar nu spruitjes en aardappelen staan, gaan we “natuurlijk grasland” herstellen. Het wordt een karakteristiek Hollands landschap met weiden en aan de rand bos, zodat daar weer allemaal planten en dieren en vogels terugkomen. We hopen vooral op weidevogels: scholeksters, kieviten en het zou mooi zijn als de grutto, toch de koning van de weidevogels, zich er wil vestigen.’ Dat zal nog wel even duren. De inrichting van het terrein, met bijbehorend gegraaf, duurt al snel drie jaar.

‘En dan duurt het nog drie of vier jaar voordat de vogels zich er vestigen.’ Pronk ziet, nu het balletje is gaan rollen, nieuwe initiatieven aanhaken. Een kweker wil verblijfstoerisme met ‘een soort hobbitplaats’ maken, het waterschap wil een ‘vispaaiplaats’ aanleggen, er zijn ideeën voor een voedselbos. ‘Precies wat we wilden: eigenaren komen met hun eigen initiatieven onder de paraplu van het plan.’ Hij ziet een mooi uitwaaigebied voor de Rotterdammers ontstaan.

Je zou haast vergeten dat er nog laatste loodjes liggen te wachten. Enkele tuinders uit de aangrenzende gemeente Westland zijn bij de Raad van State in beroep gegaan. Zij vrezen dat de natuurbegraafplaats het grondwater verontreinigt. Van Boekel verwacht de bezwaren over grondwaterverontreiniging makkelijk te kunnen weerleggen. ‘We hebben alles onderzocht en hebben dat door goede bedrijven laten doen.’ Toch houdt hij rekening met tegenslag. ‘De koop is definitief, maar die kan nog ontbonden worden als het bestemmingsplan niet onherroepelijk is.’ NBN verwacht de uitspraak van de Raad van State in de tweede helft van 2023.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie