Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Milieudefensie: hard

Het nationale milieugeweten of een clubje wereldvreemde radicalen? Milieudefensie houdt nieuw asfalt en bouwplannen tegen, ageert tegen Schiphol en pakt de bio-industrie stevig aan. Profiel van een hyperactieve milieuorganisatie.

11 januari 2008

Heerste er rond de jaarwisseling euforie op de Amsterdamse burelen van Vereniging Milieudefensie? Nooit haalde de organisatie zo vaak de media als in 2007, zelden won ze zulke spraakmakende juridische processen, zelden ook groeide haar aanhang zo snel. Het ledental van Milieudefensie nam afgelopen jaar met elf procent toe naar ruim 34.000.

 

Een record is dat nog niet (dat staat op 34.200, in 1994), maar het scheelt niet veel. Het aantal particuliere donateurs van de vereniging klom in 2007 wél naar een record, met ruim zestigduizend. Nederlandse milieuorganisaties hebben de wind in de zeilen. Al Gore's klimaatfilm maakt sinds 2006 hun thema weer salonfähig. Balkenende IV zette milieu hoog op de regeringsagenda. En ook het bedrijfsleven ijvert harder om zijn milieu-imago op te vijzelen.

 

Toch is het onwaarschijnlijk dat bij Milieudefensie de champagnekurken knalden. De ongeveer honderd betaalde krachten huldigen een sobere arbeidscultuur, en de doelen die Milieudefensie zich stelt - een duurzame, schone wereld waarin het voor iedereen goed toeven is - liggen nog lichtjaren af van de dagelijkse realiteit. En steeds opnieuw waarschuwt de vereniging dat goede intenties, zoals de dertig procent CO2-reductie uit het regeerakkoord of de toezegging van energiebedrijven om te stoppen met de bijstook van palmolie, niet worden uitgevoerd.

 

Ook roept Milieudefensie met haar verafgelegen doelen steeds meer weerstand op. Ongeveer evenredig aan de filegroei stijgt de antipathie jegens de vereniging. De procedure tegen de verbreding van de A4, die Milieudefensie vorig jaar won bij de Raad van State, lokte woedende reacties uit van de VVD, van branche-organisaties in transport en luchtverkeer en bij particuliere automobilisten. 'Dit land mag niet worden verlamd door milieuclubs,' zei werkgeversvoorzitter Wientjes. 'Wij hebben niets tegen ngo's', preciseert een VNONCW voorlichter desgevraagd. 'Met andere milieuorganisaties kunnen we praten en afspraken maken. Maar met Milieudefensie is dat uitgesloten, die willen niet bewegen. Ze zijn tegen auto's, tegen economie en tegen de vooruitgang. Zo blokkeren ze het vinden van breed gedragen oplossingen.'

 

Megastallen

 

Landbouw-brancheorganisatie LTO beschuldigt Milieudefensie zelfs van valse voorlichting. 'Ze maken ons zwart en ze manipuleren de feiten', zegt voorzitter Albert Jan Maat. 'De zestig aanvragen voor megastallen, die ze met een landkaart op hun site hebben gezet, betreffen voor de helft normale bedrijfsuitbreidingen, met hooguit tien procent meer dieren. En met hun actie Stop fout vlees suggereerden ze dat de hele veehouderij met overheidssteun over kan stappen op biologisch boeren. Terwijl zo'n constructie tegen de Europese regels in gaat.' Maat voert aan dat Milieudefensie niets wil weten van LTO's inspanningen om het dierenwelzijn te verbeteren, met vormen van vleesproductie tussen bio-industrie en biologisch in. 'Ze nemen een extreem standpunt in en luisteren niet naar onze argumenten.'

 

VVD-Kamerlid Paul de Krom denkt er net zo over. 'Met de vorige directeur had ik veel contact. Dat was plezierig, al waren onze meningsverschillen levensgroot. Maar sinds die daar weg is (in 2004, red.) is het een rampzalige club. Ze zijn nu gewoon overal tegen. Voor de Tweede Maasvlakte is een groot maatschappelijk draagvlak, maar zij procederen door tot de hoogste rechter. Nederland zit inmiddels half op slot door hun acties. Ze nemen geen enkele verantwoordelijkheid om problemen te helpen oplossen.'

 

Van de boeren en de VVD zijn zulke verwijten niet verrassend, maar ook Wim Turkenburg, Utrechts hoogleraar Natuurwetenschap en Samenleving, toont zich bezorgd. 'Ik ben lid van Milieudefensie sinds de oprichting en dat blijf ik. Het is belangrijk dat ze er zijn. Maar ik heb op dit moment wat aarzelingen bij hun standpunten over energie en klimaat. Ze benadrukken de laatste tijd wel érg de protestkant. Hun activisme is nodig, maar ze moeten ook constructief meedenken. Ze zijn nu heel negatief over bio-energie en over het Waddengas, terwijl de nieuwste wetenschappelijke inzichten dat niet zonder meer rechtvaardigen.'

 

Is Milieudefensie van koers veranderd? Nadere inspectie leert dat de vereniging, aangestuurd door de algemene ledenvergadering en al vanaf haar oprichting in 1971 - door een groep bezorgde wetenschappers - een activistische grassroots organisatie, doorlopend op een smal randje balanceert. Bestempelen rechtse politici, werkgevers, de transportsector en niet-biologische boeren de club tot wereldvreemd, ongenaakbaar of radicaal, de vereniging krijgt ook verwijten van extreem-links. Andersglobalisten betichtten Milieudefensie afgelopen zomer van laffe afzijdigheid bij hun knokpartijen in het Duitse Rostock tijdens de G8-conferentie. Door haar principiële geweldloosheid zou Milieudefensie niet bereid zijn om écht op te komen voor een andere wereld.

 

Ook in eigen gelederen zijn er altijd wel dissidenten op links. Moet onze organisatie Haagse politici niet mijden? Subsidie afwijzen? Ophouden met nota's schrijven en alleen nog actievoeren? Zes jaar geleden richtte een groep kritische leden de zogeheten Koersgroep op. Die eiste meer inspraak, verstoorde de ledenvergaderingen en verjoeg de toenmalige voorzitter. Pas twee jaar later verbrokkelde deze beweging, na slepende in- en externe bemiddelingspogingen.

 

De vereniging heeft zich na deze affaire meer teruggetrokken op de barricaden. Het bestuur kende de afgelopen jaren een abnormaal hoog verloop, en de 'polderende' bureaudirecteur Teo Wams stapte, na zeven dienstjaren, in 2004 over naar de meer gematigde Vereniging Natuurmonumenten. Het kostte de grootste moeite om een opvolger te vinden. Toen ruim een jaar later voormalig GroenLinks-politicus Frank Köhler de baan tenslotte aannam, vertrok vrij snel daarna de adjunct directeur 'wegens verschil van inzicht over het directiebeleid'. Deze adjunct vertegenwoordigde Milieudefensie in twee SER-commissies. Haar vertrek markeerde een definitieve breuk met deze gremia.

 

Al vóór Köhlers komst was een (intern eveneens omstreden) lijntje verbroken tussen Milieudefensie en de Vrom-raad, een persoonlijk lidmaatschap van Köhlers voorganger. En waar Milieudefensie in zijn jaarverslag van 2004 nog schrijft dat ze regelmatig overleg voerde met toenmalig staatssecretaris Van Geel, is er sinds 2005 geen formeel of informeel overleg meer tussen Milieudefensie en Haagse bewindslieden. Het aantal algemene ledenvergaderingen ging - op aandringen van de leden - van een naar twee. Het activisme is ook merkbaar opgevoerd.

 

Principieel

 

Toch lijkt radicalisering niet aan de orde. Milieudefensie onderhoudt contacten met parlementsleden en trok het afgelopen jaar PvdA'er Annemarie Goedmakers aan als voorzitter, nadat deze de race om het partijvoorzitterschap had verloren. Daarmee is ook de rondzoemende kwalificatie 'bijkantoor van Groen Links' - ontleend aan het relatief grote aantal kopstukken van GroenLinkse huize - enigszins ontkracht. Een band tussen de groenste partij en milieuorganisaties is voorspelbaar, maar andere organisaties komen eerder voor de rol van bijkantoor in aanmerking. Zo is GroenLinks-Kamerlid Duyvendak de levenspartner van Mirjam de Rijk, directeur van Stichting Natuur en Milieu.

 

Directeur Köhler, politicoloog, staat te boek als inflexibel en stroef in de omgang. Tussen 1994 en 2001 profileerde hij zich - als Amsterdams fractievoorzitter en drie jaar als wethouder - vooral als fel debater. Er staan weinig bestuurlijke wapenfeiten op zijn conto. Zijn steile optreden past ook beter bij een principiële belangenorganisatie als Milieudefensie dan bij een collegiaal bestuur. Toch kon hij als wethouder wel samenwerken met collegepartij VVD.

 

Extreem waren de standpunten van deze oud-PSP'er echter nooit. Toen veel linkse politici in 1994 nog pleitten voor een algemeen basisinkomen, was Köhler tegen: 'je moet wel werken voor je geld'. En in juli 2007 liet hij zich uitgebreid interviewen voor het blad van brancheorganisatie Bouwend Nederland, om uit te leggen dat Milieudefensie 'niet tegen alle vormen van bouwen' is, noch de bouwbranche als 'natuurlijke vijand' beschouwt. Voor een activistisch leider uitte hij zich zelfs vrij diplomatiek: 'Wij pleiten voor bouwen binnen de bestaande contouren' en 'Wij zijn eerder goede kennissen dan vrienden'.

 

In haar publicaties toont de vereniging gevoel voor nuance. Zo gaan de vriendelijke 'tien tips voor milieubewuste mobiliteit' ervan uit dat mensen nu eenmaal graag autorijden. En op haar site meldt de vereniging niet alleen de behaalde successen, maar gaat ze ook openhartig in op mislukkingen en fouten. Doordat alle campagnes worden geëvalueerd, lijkt de zelfreflectie bij Milieudefensie redelijk ontwikkeld. De eigen gedragscode bevat, naast geweldloosheid, overigens nog een hele trits andere ethische bepalingen. De LTO-beschuldiging van 'valse voorlichting' blijkt niet meer dan een verschil van mening over de toelaatbaarheid van 'megastallen.'

 

Bij verwante organisaties is het krediet van Milieudefensie groot. Stichting Natuur en Milieu (SNM), maar ook Natuurmonumenten en Greenpeace stemmen hun strategieën met Milieudefensie af en gaan niet zelden gelegenheidscoalities aan met de activistische geestverwant. Bij de meer beleidsgerichte milieuclubs valt waardering te beluisteren voor de 'hardere' taken die Milieudefensie op zich neemt: activering van het grote publiek, en confrontatie van milieuvervuilers en overheden met de lange-termijngevolgen van hun daden en besluiten.

 

Haar verenigingsstructuur maakt het Milieudefensie daarbij niet makkelijk. Weliswaar kent de club net als Vereniging Natuurmonumenten vooral 'slapende' leden: een gemiddelde ledenvergadering trekt hooguit negentig man. Maar de actieve leden behoren merendeels tot een vrij fanatieke minderheid die de besluitvorming bemoeilijkt.

 

Geldschieters

 

De kans dat de onverzettelijke houding en de afzijdigheid van Milieudefensie haar in moeilijkheden brengt, lijkt nu nog niet groot. Het blokkeren van korte termijn-oplossingen met de wet in de hand lokt weliswaar strategische tegenzetten uit, zoals het recente voorstel van CDA en VVD om wegenaanleg via een noodwet af te dwingen. Ook groeit de kritiek op de rijkssubsidies die de vereniging ontvangt (bijna 3 miljoen euro in 2006). Maar noch de noodwet, noch het voorstel van de VVD om de steun van het ministerie van VROM aan Milieudefensie af te bouwen vond afgelopen jaar bij kabinet of Kamer gehoor. Hierbij ging het om een subsidie van 1 miljoen euro in 2006, waarvan de helft niet geoormerkt. En ironisch genoeg wordt Milieudefensie's grootste externe geldschieter, de Postcodeloterij, aangevoerd door een milieubewuste VVD'er. Voorzitter Pieter Winsemius stemde in 2006 in met een bijdrage van 1,9 miljoen euro.

 

Maar krijgen de leden en donateurs (die in 2007 samen ruim drie miljoen opbrachten) én de subsidiegevers waar voor hun geld? Dat blijft koffiedik kijken. Milieudefensie leeft de Code Wijffels (transparantie van maatschappelijke organisaties) vrij nauwgezet na, maakt sinds kort meerjarenplannen en vraagt voor haar jaarlijkse campagneplannen instemming van de leden. Ook is duidelijk dat het bureau met lage personeelskosten (zie kader) een bijna hyperactieve jaarproductie haalt, variërend van onderzoeksrapporten, publieksbrochures en wervingscampagnes tot confrontaties met 'opponenten', juridische processen en ludieke protestacties.

 

De beoogde omwentelingen blijven uit, maar de inspanningen zijn niet geheel zonder resultaat. Het burgerinitiatief voor omschakeling op biologische veehouderij strandde vorige maand in de Kamer, maar leidde wel tot drie moties ter bevordering van een duurzame veehouderij.

 

Publicaties als de Klimaatkaart (een ranglijst van klimaatvriendelijke gemeenten), de jaarlijkse lijst van stadswegen die de Europese vervuilingsnorm overschrijden (in 2005 nog tweehonderd, nu al vierhonderd) en de gehekelde Landkaart met aanvragen voor megastallen bepalen lokaal en soms ook bovenlokaal de politieke agenda.

 

Milieuvoorvechter en wetenschapper Wouter van Dieren vindt dat Milieudefensie doet wat ze moet doen. 'Ik vind het wél onverstandig dat ze uit de SER en uit de VROM-raad zijn gestapt, maar ze blijven consequent de wet benutten om de overheid te wijzen op zijn rechten en plichten. De Europese wetgeving maakt het ze makkelijker. Er komen steeds nieuwe regelingen bij en er zijn meer mogelijkheden om hogerop te procederen.' De keerzijde is dat Milieudefensie en haar tegenspelers blijvend verstrikt kunnen raken in een escalerend en zinloos juridisch getouwtrek. Kan de vereniging haar doelen niet beter dichter bij de realiteit zoeken? Ekko van Ierland, hoogleraar milieu-economie in Wageningen, is stellig. 'Nee. Hun pleidooi voor gedragsverandering is functioneel. De toekomst ligt open. Mensen dachten vroeger ook niet dat de slavernij zou worden afgeschaft. Of dat er mensen zouden landen op de maan.'

 

Buffelen voor weinig geld

 

Een lang verbeide fusiepoging van Stichting Natuur en Milieu (SNM) met Milieudefensie strandde in 1999 op een kenmerkend cultuurverschil. In omvang vergelijkbaar, streven beide organisaties dezelfde doelen na en vullen ze elkaar qua werkwijze goed aan. Is SNM de nette lobbyen kennisorganisatie ('wij doen mee in de mainstream, staan op de AutoRai'), Milieudefensie stroopt de mouwen op, zet bedrijven onder druk en bewerkt het publiek met confronterende acties. Een principieel beloningsverschil werd het breekpunt. Terwijl SNM zijn medewerkers slechts één schaal lager betaalt dan de ambtenaren-CAO, had Milieudefensie voor alle medewerkers, ongeacht hun functie, hetzelfde lage maandloon. Het lukte niet om het beloningsbeleid te harmoniseren.

 

Na dat fiasco leidde een moeizame interne discussie bij Milieudefensie tot een geringe salarisdifferentiatie. Uit principe ('er is meer dan werk alleen') is geen van de Milieudefenders meer dan vier dagen in dienst, maar menigeen maakt er werkweken die in het bedrijfsleven niet zouden misstaan. Directeur Köhler doet dat voor ruim 36.000 euro bruto. Zijn collega's bij SNM en Greenpeace toucheren respectievelijk het dubbele en bijna het driedubbele.

 


 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie