Leer kritischer kijken naar bouwprojecten
Met ‘beter prioriteren’ en ‘anders werken’ hopen gemeenten het personeelstekort bij de bouwopgave op te lossen.
Gemiddeld drie tot zes maanden duurt het voordat gemeenten een vacature in het ruimtelijk domein hebben vervuld, bleek vorige maand uit een onderzoek van Binnenlands Bestuur. Projectleiders en vergunningverleners zijn nauwelijks te vinden.‘En mensen met ontwerpkracht, zoals stedenbouwers en planologen’, vult Bart van der Vossen aan, directeur ruimte van de gemeente Utrecht.
Sterke concurrentie
Van der Vossen ervaart sterke concurrentie van de andere G4-gemeenten en Eindhoven. ’Wij willen ons als Utrecht graag klaarmaken voor intensivering en verdere groei van de stad, zoals opgenomen in onze beleidsstukken. Maar het ontbreekt aan uitvoeringskracht om dat te doen. Er liggen projecten klaar ter grootte van een complete jaarproductie aan woningen die we niet kunnen oppakken.’ Erik Berkelmans van ruimtelijk advies- en detacheringsbureau Metafoor ziet sommige vacatures bij gemeenten vier, vijf keer langskomen. Vaak met een iets gewijzigde taakomschrijving of een hoger salaris. ‘En toch’, zegt hij, ‘krijgen gemeenten de invulling niet geregeld.’
Inhoud
Wat werkt wél om het personeelstekort bij gemeenten in het ruimtelijk domein op te lossen? Teamleider ruimte en economie Walter Buijs wil in zijn Friese gemeente Ooststellingwerf op inhoud de strijd aangaan. ‘Wij kunnen jonge ambtenaren een breed takenpakket aanbieden, mits ze voldoende ondernemend van karakter zijn. Je hoeft je bij ons niet meteen te specialiseren. En je zit dicht op het bestuur. Je hoeft bij wijze van spreken maar met de vingers te knippen en je schuift bij de wethouder aan het bureau.’
Gevoel
Maar hoe bereik je die jonge mensen? Ooststellingwerf werkt met detacheringsbureaus die pas afgestudeerden werven. ‘Ik geloof in brede gebiedsontwikkeling, waarbij je ook een gevoel moet opbouwen met de streek’, zegt Buijs. ‘Misschien moeten we dat beter aan onze detacheerders overbrengen. Dat ze zich bijvoorbeeld richten op afstudeerders die zelf ook uit een dorp afkomstig zijn.’
In Utrechts is externe inhuur nog steeds een ‘belangrijke oplossing’.
Kostbaar
In Utrechts is externe inhuur volgens Van der Vossen nog steeds een ‘belangrijke oplossing’. Het werkt, zegt hij daarover, ‘maar het is ook kostbaar. Hij ziet in ‘beter prioriteren’ een vruchtbaarder alternatief. ‘We moeten zorgvuldiger kijken naar wat we als gemeente op het gebied van woningbouw wel doen en vooral: wat niet’, licht hij toe. ‘Er bestaat nu een soort mores om aan alle gebieden in de stad ongeveer dezelfde aandacht te geven. Je zou ook kunnen inzetten op een specifieke wijk als Overvecht, omdat daar brede maatschappelijke issues spelen. Dan kun je daar vervolgens met de woningbouw extra vaart maken.’
Te veel tegelijk
Dat prioriteren ziet Berkelmans van Metafoor ook wel zitten. Maar wat hem betreft moet dat juist níet gebeuren in wijken met een complexe opgave, zoals Overvecht, maar in wijken waar je met bouwen makkelijk meters maakt. ‘Bestuurders willen van nature graag zoveel mogelijk projecten tegelijk starten’, zegt hij. ‘Onderzoek als gemeente welke projecten snel succesvol kunnen worden en schrap in één moeite door alles wat door de exceptionele kostenstijgingen in de bouw toch onhaalbaar lijkt.’
Neveneffecten
Van der Vossen, nuancerend: ‘Je kunt als gemeente niet alleen naar het tempo van bouwen kijken. Dan groeien we op den duur als stad uit balans. Te lang niet investeren in sommige wijken gaat schadelijke neveneffecten opleveren. Dus ja, dat kan betekenen dat we hier in Utrecht op onderdelen minder snel groeien dan het rijk misschien van ons zou willen.’
Te lang niet investeren in sommige wijken gaat schadelijke neveneffecten opleveren.
Anders werken
Utrecht overweegt nog een derde oplossing voor de personeelsschaarste: anders gaan werken. Van der Vossen: ‘We hebben als gemeente vaste ambtelijke procedures om gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. Die nemen relatief veel tijd in beslag. Hier in Utrecht is de cultuur dat de raad zich zeer gedetailleerd met gebiedsontwikkeling bemoeit. Maar je kunt ook vooraf de uitgangspunten heel precies vastleggen, ook met marktpartijen, en er dan in het vervolg veel minder gedetailleerd het gesprek over voeren. Dat voorkomt dat je bij elke nieuwe processtap terug moet naar de raad.’
Ergernis
Samengevat: Ooststellingwerf zet in op brede functies voor starters; Utrecht op inhuren, prioriteren van bouwprojecten en gestroomlijnder werken. En intussen proberen ze in het werk te snijden waar het maar enigszins kan. Mag Berkelmans van Metafoor daarover een onder gemeenten breed gedeelde ergernis aankaarten? ‘De complexiteit van subsidieregelingen als de Woningbouwimpuls vraagt van het ambtelijk apparaat van gemeenten enorm veel tijd en energie. Dan kun je je afvragen of de door het rijk gekozen opzet de meest optimale is.’
Lees het hele verhaal deze week in BB12 (inlog)
Nu niet zeuren dat je niemand vinden kan: dat wist je.