Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Overheden: gezondheidsnormen in nieuwe Omgevingswet

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) denkt via de methode verschillende milieugezondheidsrisico’s onder één noemer te kunnen brengen. Dat moet het mogelijk maken gezondheid mee te wegen in de ruimtelijke inrichting en planvorming.

06 december 2013

Hoeveel longkankerdoden scheelt een snelheidsverlaging? Welk effect heeft het toestaan van meer nachtelijk fabriekslawaai op de gesteldheid van omwonenden? Het RIVM werkt aan een methode om ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen toetsen op gezondheidsrisico’s.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) denkt via de methode verschillende milieugezondheidsrisico’s onder één noemer te kunnen brengen. Dat moet het mogelijk maken gezondheid mee te wegen in de ruimtelijke inrichting en planvorming. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft belangstelling voor de methode. Overheden en professionals hebben daar behoefte aan, stelt het RIVM.

Eerder dit jaar klonk dit geluid ook uit de hoek van de gezondheidszorg. GGD Nederland pleitte voor normen over gezondheid in de nieuwe Omgevingswet. Gemeenten moeten daarmee bouwplannen in bewoond gebied kunnen tegenhouden wanneer die schadelijk zijn voor de volksgezondheid, stelde Hugo Backx, directeur van GGD Hart voor Brabant eerder dit jaar in Binnenlands Bestuur. De Q-koortsepidemie in zijn regio heeft de GGD en gemeenten extra waakzaam gemaakt op de gezondheidsrisico’s voor bewoners in de omgeving van veehouderijen. Gemeenten hebben nu echter geen mogelijkheid om de vestiging van een landbouwbedrijf tegen te houden op basis van gezondheidsrisico’s. In de nieuwe Omgevingswet zou dat prima kunnen worden geregeld, meent GGD Nederland.

Zorgkosten
Jan Roels, vanuit het RIVM betrokken bij de ontwikkelingen rondom de Omgevingswet, begrijpt dat de GGD en gemeenten behoeften hebben aan gezondheidsnormen in de Omgevingswet. ‘Bij planvorming en ruimtelijke inrichting wordt een afweging gemaakt tussen uiteenlopende belangen: leefomgevingskwaliteit, gezondheid, bezorgdheid onder burgers, duurzaamheid, natuur, cultuur, economie, zorgkosten en kosten van eventuele maatregelen of aanpassingen in een plan. Voor beleidsmakers en bestuurders is het niet gemakkelijk om een keuze te maken en de gevolgen voor de gezondheid van verschillende beleidsalternatieven te vergelijken, te wegen en te prioriteren.’

De vraag hoe slecht de situatie voor de gezondheid is, is een belangrijk onderdeel bij deze afwegingen. Maar wat ga je meten? Gezondheidseffecten kunnen uiteen lopen van slaapverstoring, verergering van ziekten tot een kortere levensverwachting. Zo ontwikkelde de Wereldbank ontwikkelde ooit een gezondheidsindicator die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is omarmd en ook in Nederland wordt gebruikt: de DALY (Disability Adjusted Life Years). Deze maat geeft een indicatie voor het totale gezondheidsverlies door alle ziekten tezamen onder de bevolking.

Optelsom
Het RIVM gebruikt de werkwijze van de DALY om het risico op gezondheidsverlies dat gerelateerd is aan de omgeving uit te drukken als percentage van het totale te verwachten gezondheidsverlies, legt Danny Houthuijs uit, onderzoeker bij het RIVM. Dat wordt gecombineerd met een ander instrument: GES Stad en Milieu, dat de GGD gebruikt om milieurisico’s in gemeenten in beeld te brengen. De optelsom van die twee indicatoren is het meetinstrument MGR (Milieu-GezondheidsRisico). De kracht van MGR is dat het de opeenstapeling van effecten van verschillende omgevingsfactoren kan vergelijken en berekenen, stelt Houthuijs. ‘Daarnaast kan de MGR een risico heel gedetailleerd weergeven, tot op de schaal van een woning. Maar het kan ook worden doorgetrokken naar een groter gebied, bijvoorbeeld een wijk, gemeente of provincie. Lokale verschillen in milieukwaliteit kunnen zo onderling worden vergeleken.’

Voor de MGR zijn gegevens nodig over de lokale milieubelasting. Dit kunnen actuele meetgegevens zijn over luchtkwaliteit en lawaai, maar ook resultaten van scenarioberekeningen kunnen worden gebruikt. Zo zijn de gevolgen van verschillende scenario’s voor ruimtelijke plannen te vergelijken. De MGR is nu alleen nog gebaseerd op de omgevingsfactoren fijn stof, verkeersgerelateerde uitstoot van stikstofdioxide en verkeersgeluid. Het is de bedoeling dat de MGR in 2014 wordt uitgebreid met andere omgevingsfactoren (bijvoorbeeld blootstelling aan ozon, verkeersongelukken). Het RIVM wil er dan ook mee gaan testen, maar heeft daar nog geen opdracht toe gekregen.

Bewegen
In de verdere toekomst wil het RIVM het meetinstrument uitbreiden met aspecten die de gezondheid juist in positieve zin kunnen beïnvloeden, zoals bewegen en de aanwezigheid van groen, water en speelplekken. Roels ziet grote kansen voor het instrument. ‘Door meerdere omgevingsfactoren – zowel positieve als negatieve – in het systeem te implementeren, kan de MGR in complexe situaties gebruikt worden om de uiteenlopende gezondheidseffecten van omgevingsfactoren af te wegen.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie