Gemeenten hebben geen beleid boerencampings

Toeloop door kredietcrisis
Dat stelt woordvoerder Wim van den Berg van de Stichting Vrije Recreatie. Volgens hem klemt het gebrek aan duidelijkheid temeer wegens de kredietcrisis: Mensen zoeken een betaalbare vakantie in eigen land, we verwachten een grote toeloop op de boerencamping. Maar dan moeten de gemeenten wel aangeven hoeveel  plaatsten een boer mag inrichten.’

Gemeente bepaalt grootte
Sinds vorig jaar is het aan de gemeentebesturen om te bepalen hoe groot een kleinschalige camping precies mag zijn zonder het predicaat boerencamping te verliezen.  Daarvoor was het aantal plaatsen gebonden aan een maximum, nu kunnen gemeenten maximaal 25 plaatsen toestaan.

'Niet weg te denken'
‘Aan de ene kant is het jammer dat de landelijke wet is afgeschaft, want dat schept lokale verschillen, aan de andere kant is de boerencamping niet meer weg te denken, aldus Van den berg. ‘Van de gemeenten die hun regels wel op tijd klaar hebben, heeft het merendeel gekozen voor uitbreiding naar 25, daar zijn we erg blij mee.’

Grote campings hebben macht
Volgens de woordvoerder laat een deel van de gemeenten die nog moeten kiezen de oren teveel hangen naar de grote campings. ‘Deze hebben soms veel macht binnen de lokale politiek en houden uitbreiding van de boerencamping uit concurrentieoverweging tegen’.

Concurrentie
Woordvoerster Marieke Rosier van de vereniging van recreatieondernemers Nederland Recron ontkent dat er sprake is van vijandigheid of grootscheepse concurrentie tussen de commerciële campinghouders en de boerenbedrijven. ‘Wij zien de boerencamping als een mooie aanvulling op ons product. In het verleden golden er nog wel eens andere regels voor de kleine bedrijven, waardoor oneerlijke concurrentie ontstond. Maar dat is door de meeste gemeenten redelijk rechtgetrokken’.