Overgangszone tussen stad en land onbenut
De provincie Utrecht vraagt haar gemeenten om beleid te ontwikkelen voor de zogenoemde kernrandzones.
Gemeenten zouden veel meer kunnen doen om van de overgangszone tussen stad en land een aantrekkelijk en bruikbaar gebied te maken. De provincie Utrecht vraagt haar gemeenten om beleid te ontwikkelen voor de zogenoemde kernrandzones.
Visitekaartje van stad en dorp
Ze zouden het visitekaartje kunnen zijn van stad en dorp: de plekken waar landelijk gebied overgaat in de bebouwde kom. Vaak zijn het rommelige stukjes land, die door hekwerk, onkruid en gammele schuurtjes een permanente staat van onafheid uitstralen. Gemeenten moeten kansen benutten om van die overgangszone een gebied met kwaliteit te maken, vindt de provincie Utrecht. De externe adviseur ruimtelijke kwaliteit, Ingeborg Thoral, schreef daarvoor een advies met suggesties voor gemeenten.
Verloren gebied op de kaart zetten
Thoral omschrijft de kernrandzones als intermediair tussen stad en land. Een gebied waar inwoners van het landschap kunnen genieten, maar waar ook plek kan zijn voor kleinschalige initiatieven die de uitstraling en gebruikswaarde kunnen verbeteren, stelt Thoral. ‘Denk aan een zorgboerderij of een crèche, of een tijdelijke kunstenaarskolonie in een leeg gebouw. Daarmee kun je een gebied dat uit het oog is verloren weer op de kaart zetten.’ En het is niet eens nodig om daadwerkelijk iets te ontwikkelen. ‘Rond de stad Utrecht zie je bijvoorbeeld veel mooie, groene plekken, die niet met elkaar verbonden zijn. Met kleine ingrepen kun je die interessant maken voor fietsers en wandelaars. Het hoeft niet allemaal langs cultureel erfgoed te voeren, een beetje ruige natuur heeft ook een waarde.’
Initiatieven van onderop
Omdat er weinig geld is bij gemeenten om hierin te investeren, moeten de lokale overheden vooral initiatieven van onderop stimuleren. Thoral noemt de zones een “onderhandelingslandschap”, waar burgers, andere partijen en overheid samen invulling aan kunnen geven. Daarvoor is het wel nodig dat gemeenten een visie hebben op kernrandzones. Daar ontbreekt het nu nog aan, constateert Thoral. ‘De provincie Utrecht laat sinds kort kleinschalige ontwikkelingen toe in de kernrandzones, mits die de kwaliteit verbeteren. Gemeenten zoeken naar wat dat betekent.’
Praten over kwaliteit
Om gemeenten daarbij te helpen, moet de provincie definiëren wat zij onder kwaliteit verstaat. Het gesprek daarover opzoeken en organiseren, zegt Thoral. Ze heeft de provincie geadviseerd om een pilotgemeente te zoeken die kan laten zien welke kansen en mogelijkheden er zijn voor de grensgebieden. Zelf liet ze voor haar onderzoek studenten de kernrandzones van Montfoort in kaart brengen. Een discussiebijeenkomst met gemeenten, bewoners en belanghebbenden bracht vervolgens veel ideeën en enthousiasme naar boven, zegt ze. Zelf werkt Thoral aan een inspiratieschrift, om gemeenten van handvatten te voorzien.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.