Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Geen plek voor solo-statushouder

Nu de gezinshereniging op gang komt, huisvesten gemeenten 50 procent meer statushouders dan in voorgaande maanden. Keerzijde: innovatieve woonvormen komen nauwelijks van de grond. Daardoor blijven lastig te huisvesten alleenstaande vluchtelingen achter in de azc’s. Met mogelijk grote maatschappelijke problemen als gevolg.

16 december 2016

Van innovatief huisvesten komt weinig terecht

De maandelijkse cijfers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) lieten begin deze maand een opvallend positief beeld zien. Na maanden van beperkte uitstroom uit de asielzoekerscentra (azc’s) verhuisden in november meer dan 4.700 vluchtelingen met een verblijfsstatus naar eigen (tijdelijke) woonruimte. Dat zijn er zo’n vijftienhonderd meer dan het gemiddelde van de vier maanden daarvoor.

Goed nieuws, vindt Marco Florijn, ambassadeur van Platform Opnieuw Thuis, dat gemeenten helpt bij het huisvesten van statushouders. Maar nu het makkelijker gaat, verslapt bij gemeenten de aandacht voor innovatief huisvesten, waardoor de groep alleenstaanden niet aan bod komt, waarschuwt Florijn. Dat was dit voorjaar wel anders. Uit een peiling die Binnenlands Bestuur uitvoerde, bleek dat veel gemeenten op zoek waren naar alternatieve woonruimte, juist om statushouders zonder gezin uit de azc’s te laten uitstromen. 43 respondenten – het merendeel wethouder uit kleine en middelgrote gemeenten – vulden anoniem een vragenlijst in over de vluchtelingenproblematiek. Ze bleken grote moeite te hebben om te voldoen aan hun taakstelling voor het huisvesten van statushouders, wegens gebrek aan beschikbare woningen. In zes van de tien gemeenten verdrongen statushouders andere woningzoekenden, bleek uit de peiling.

Negen op de tien gemeenten meldden zelf plannen te ontwikkelen om extra woonruimte voor statushouders te realiseren. Daarvan is nog weinig te zien, constateert Cathelijne Bouwkamp, die destijds het onderzoek begeleidde vanuit Companen, adviesbureau voor woningmarkt en leefomgeving. Van de 87,5 miljoen euro die het kabinet dit jaar beschikbaar stelde voor de ‘Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders’ is pas anderhalve ton gebruikt. Wel is er bijna twintig miljoen euro gereserveerd, meldt het uitvoeringsorgaan RVO. Bouwkamp ziet dat gemeenten en corporaties afwachtend zijn geworden met innovatieve uisvestingsoplossingen, zoals het ombouwen van lege kantoren. ‘De noodzaak is nu minder groot. Dit voorjaar maakte iedereen zich grote zorgen over de enorme instroom van asielzoekers.’

Slechte strategie
Nu die druk minder is, neemt ook de bereidheid om te innoveren en investeren af, ziet Bouwkamp. Ook omdat corporaties er beter in slagen om mensen te huisvesten in de bestaande voorraad; het zijn nu vooral gezinnen. ‘Alleenstaande jonge mannen in omgebouwde kantoren, dat geeft onrust in de wijk. Gemeenten wachten liever de gezinshereniging af.’

Afwachten is een slechte strategie, stelt Florijn van Platform Opnieuw Thuis. ‘Mensen die zo lang in een azc zitten, hebben al gelijk een achterstand bij hun integratie in de samenleving. De opvang in een azc kost bovendien veel geld.’ Probleem is volgens Florijn dat er te weinig samenwerking is tussen het fysieke en sociale domein. ‘Ik snap dat wethouders Wonen weinig urgentie voelen om dure verbouwingen uit te voeren. Maar de wethouder Sociaal domein kijkt daar heel anders tegenaan. Die ziet dat een derde van de instroom in de Participatiewet wordt gevormd door statushouders. We zien nu al dat Eritreeërs en Syriërs niet aan het werk komen, en de groep nareizigers is nóg lager opgeleid.’ Het gaat niet alleen om het huisvesten, maar om het laten meedoen van deze mensen, zegt Florijn. ‘De maatschappelijke kosten van het laten wachten van deze groep statushouders is groot. Daar weegt geen verbouwing van een kantoor tegenop.’


Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie