Energietransitie gebouwde omgeving hapert
Het is de overheid niet gelukt om de doelen te halen voor de energietransitie van de gebouwde omgeving, zo blijkt uit onderzoek van CE.
Het is niet gelukt om de doelen te halen die de overheid had gesteld voor de energietransitie in de gebouwde omgeving. Onderzoeksbureau CE concludeert dat het beleid tussen 2015 en 2020 in totaal 31 petajoule energiebesparing heeft opgeleverd, terwijl het doel lag op 53 petajoule. Minister Hugo de Jonge heeft de beleidsdoorlichting deze week naar de Tweede Kamer gestuurd.
Maximale meewind
De onderzoekers geven als reden voor het niet halen dat dit doel ‘zeer ambitieus’ was en ‘alleen met maximale meewind te realiseren’. Bovendien dacht de overheid het grootste deel van de besparing (53 procent) te halen in de utiliteitssector ‘via een enkel instrument, namelijk de Wet milieubeheer’, waarbij ook nog eens sprake was van een grote bandbreedte. Dat maakte het doel al op voorhand ‘moeilijk haalbaar’.
Geen extra budget
Tussentijds is geprobeerd om extra kolen op het vuur te gooien om toch nog de doelen te halen vooral door ‘versterking van de Wet milieubeheer’. Verder is een convenant afgesloten, waarvoor echter geen extra budget is vrijgemaakt. ‘Ook zijn er nauwelijks wettelijke normen geïntroduceerd die het doelbereik dichterbij konden brengen.’
Ontzorging
De beleidsdoorlichting heeft onder andere gekeken naar de Stimuleringsregeling energiebesparing eigen huis (SEEH), Nationaal Energiebespaarfonds (NEF), Regeling Reductie Energieverbruik (RRE) Stimuleringsregeling Energieprestatie huursector (STEP) en het Programma Ontzorging Maatschappelijk Vastgoed.
Afrekenbaar einddoel
Volgens de beleidsdoorlichting was voor een aantal beleidsinstrumenten niet duidelijk welke energiebesparing of ander doel ermee beoogd was. Er is ‘vooraf geen kwantitatief, afrekenbaar einddoel benoemd.’ Dit maakt dat de doelen van de instrumenten niet te koppelen zijn aan de overkoepelende doelstelling (reductie van het energieverbruik met 53 petajoule).
Twee labelstappen
Ook zijn niet alle instrumenten geëvalueerd of niet geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid. ‘Hierdoor is het niet mogelijk om een compleet beeld te geven van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het hele beleidsinstrumentarium.’ Zo werd voor de STEP-regeling 400 miljoen euro uitgetrokken maar was de evaluatie ‘relatief beperkt’. Een van de doelen van het beleid was om elk jaar 300.000 woningen twee labelstappen te laten maken. Er is echter onvoldoende gemonitord om te kunnen concluderen of dat is gelukt.
Nagenoeg bereikt
Overigens doen corporaties het met hun huurwoningen een stuk beter dan de particuliere huursector. Het doel voor corporatiewoningen was om in 2020 gemiddeld op energielabel B uit te komen. Eind 2020 hadden ze dat nagenoeg bereikt. Het doel voor de particuliere huursector was dat 80 procent van de woningen label C heeft. Eind 2020 was dat 60 procent. ‘Dit doel is dus niet bereikt.’
Weinig samenhang
Het beleid voor de utiliteitsbouw pakt nog slechter uit. De instrumenten tonen ‘weinig samenhang met de bredere beleidscontext: ze bedienen slechts een deel van de doelgroep en lossen lang niet alle geconstateerde belemmeringen op.’ CE constateert verder: ‘Het ministerie monitort (…) niet op doelbereik of doeltreffendheid.’ Het onderzoeksbureau voorspelt alvast dat het doel voor alle kantoren om in 2023 minimaal energielabel C te hebben zeer waarschijnlijk niet wordt gehaald.
Funderingsherstel
De doorlichting vond plaats op basis van begrotingsartikel 4.1 ‘Energietransitie en Duurzaamheid’. Daaronder zijn volgens CE een aantal instrumenten gezet die daar niet thuishoren, zoals het Fonds Duurzaam Funderingsherstel en Digideal, dat digitalisering en uitwisseling van data in de bouwsector bevordert. Deze instrumenten heeft CE niet meegenomen in het onderzoek.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.