ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Vergunninghouders trekken niet massaal naar de grote stad

Vergunninghouders trekken niet massaal naar de grote stad

28 januari 2016

Helpt de huisvesting van vergunninghouders bevolkingskrimp tegen te gaan? Nee, zeggen sceptici. Statushouders trekken zodra ze de kans krijgen naar de Randstad. Companen onderzocht het verhuisgedrag van vergunninghouders en kwam toen tot de conclusie dat er geen sprake is van een massale trek naar de grote steden.

Van trek naar de Randstad maar beperkt sprake

De huisvesting van vergunninghouders houdt de gemoederen in Nederlandse gemeenten flink bezig. De ongekend grote instroom van asielzoekers wordt gevolgd door een piek in de huisvestingsopgave van vergunninghouders. Dat levert in veel gemeenten de nodige hoofdbrekens op. Gemeenten in krimpgebieden zien vaak juist kansen in de komst van vluchtelingen. Huisvesting van vergunninghouders kan mogelijk zorgen voor de zo gewenste instroom van jonge huishoudens. De vraag die daarbij door sceptici wordt gesteld is hoe honkvast vergunninghouders zijn. Verhuizen ze na hun eerste huisvesting niet zo snel ze kunnen naar de Randstad? Companen deed in 2014 (in het kader van een breder onderzoek voor BZK naar de huisvesting van vergunninghouders door gemeenten) onderzoek naar het verhuisgedrag van vergunninghouders die in de jaren 2011 tot en met 2013 een woning kregen toegewezen. De conclusie van het onderzoek: van trek naar de Randstad van vergunninghouders is maar beperkt sprake.

Regionale verschillen

In de periode 2011 tot en met 2013 werden er 24.611 vergunninghouders gehuisvest. De meeste vergunninghouders woonden nog steeds in dezelfde gemeente (84%; van 5% was de huidige of de eerste woonplaats niet te achterhalen). Wel is er sprake van verschillen tussen regio´s. Vergunninghouders in de provincies Noord-Holland, Utrecht, Flevoland en Zuid-Holland bleven relatief vaak in de gemeente wonen waar zij hun eerste woning kregen toegewezen (ca. 90%). In (de regio) Amsterdam gold dat zelfs voor 95%. In Friesland en Zeeland lag het aantal ´blijvers´ rond de 70%. Vergunninghouders in de provincies Drenthe, Flevoland, Groningen en Zeeland verhuizen relatief vaak naar een andere provincie. Rotterdam en Den Haag waren daarbij het meest populair.
Een andere conclusie uit het onderzoek: er zijn geen grote verschillen in verhuisgedrag naar land van herkomst. De meeste mensen blijven in hun oorspronkelijke gemeente wonen. Onder de verhuizers was Almelo populair onder Irakezen, Rotterdam onder Afghanen en Iraniërs en Enschede onder Syriërs.

Veranderde omstandigheden

Het onderzoek had betrekking op drie jaar. We kunnen dus geen harde uitspraken doen over een langere termijn. En hoewel het onderzoek recent is uitgevoerd, is er sindsdien ook veel veranderd. De stroom vluchtelingen die naar Nederland komt, is veel groter dan werd voorzien. Ook op het gebied van wet- en regelgeving is de situatie anders dan ten tijde van ons onderzoek; de vernieuwde Huisvestingswet geeft vergunninghouders een voorrangspositie op de woningmarkt en legt nog meer de nadruk op de mogelijkheid van vrije vestiging.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.