Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Broos succes in de Stationsbuurt

Na 3 jaar krachtwijk gaat de Haagse Stationsbuurt langzaam de goede kant op. Nu de corporaties en het Rijk bezuinigen, moeten de bewoners zelf de handen uit de mouwen steken. ‘Tot op heden mochten we alleen punten en komma’s veranderen.’

11 november 2011

Wethouder Marnix Norder (PvdA) kent op de Hekkelaan in de Haagse Rivierenbuurt een ‘verborgen snoepje’. Achter een hek bevindt zich een binnenparkje, dat er goed onderhouden en schoon bij ligt. Een aantal omwonenden is daar verantwoordelijk voor. Een van hen staat toevallig net voor haar deur. De vrouw vertelt dat haar man de planten snoeit, maar ook dat jongeren er geregeld drugs gebruiken. Ze heeft daar overigens weinig last van, want de jongens ruimen keurig hun rommel op. Elke avond voor het donker wordt sluit de vrouw het hek af.

Bewoners die verantwoordelijkheid nemen voor hun directe woonomgeving, zo ziet Norder het graag. De gemeente wil eigen verantwoordelijkheid en initiatief meer gaan stimuleren in de vier Haagse wijken (Stations/Rivierenbuurt, Schilderswijk, Zuidwest en Transvaal) die voormalig minister Vogelaar in 2007 heeft aangewezen.

Uit onderzoek van de Universiteit van Tilburg bleek 2 jaar geleden dat de gemeente Den Haag bewoners goed betrekt bij projecten in de krachtwijken. Op het gebied van bewonersparticipatie scoorde Den Haag gemiddeld een dikke 8, een stuk hoger dan de andere grote steden. Nu wil de gemeente een nieuwe stap zetten: bewoners moeten zich niet alleen betrokken voelen, ze moeten ook de handen uit de mouwen steken. De gemeente heeft slogans als ‘Stationsbuurt op goede Spoor’ en ‘Rivierenbuurt vaart er wel bij’ bedacht om bewonersparticipatie te promoten. Alleen: vrijwel niemand kent ze, blijkt uit ondervraging van bewoners.

Zoeken
Wethouder Norder erkent dat ‘het nog een beetje zoeken is’ hoe mensen beter bij hun wijk kunnen worden betrokken. Hij heeft daar wel verschillende ideeën. Zo moeten omwonenden verantwoordelijk gemaakt worden voor ondergrondse vuilcontainers. Als in de buurt van de containers zwerfvuil ligt, worden de bewoners daar door ambtenaren op aangesproken.

Tijdens een rondgang door de kleinste Haagse krachtwijk wijst Norder naar een winkel op de hoek van de Weteringkade en de Scheepmakersstraat, waarmee de gemeente afspraken heeft gemaakt over het beheer van de ondergrondse afvalcontainers voor de deur van de zaak.

Bewoners kunnen bellen met een kliklijn als illegaal een matras wordt gedumpt. Sommige mensen die verpieteren in hun flat zouden boodschappen kunnen doen voor buren die slecht ter been zijn. ‘Iedereen kan helpen op zijn eigen manier’, zegt Norder. Maar hij beseft dat de gemeente dat niet kan opleggen. ‘Mensen moeten willen.’ De komende weken gaan ambtenaren de deuren langs om mensen warm te maken voor vrijwillige klussen. Na een proefperiode in enkele buurten hoopt de wethouder beter te weten hoe bewoners kunnen worden geprikkeld om zich in te zetten.

Hoewel Den Haag werk maakt van de bewonersparticipatie hebben de bewonersorganisaties in de Stations- en Rivierenbuurt nog het nodige aan te merken op de gemeente. An Verwaal, voorzitter van de bewonersorganisatie Rivierenbuurt, ligt geregeld met de gemeente en woningcorporatie overhoop. Het gaat dan onder meer over de terugkeergarantie voor bewoners naar nieuwbouw, betaald parkeren, verkeersmaatregelen en de verplichte lesuren van de brede buurtschool. In haar woning in de Maasstraat, waarvan de deur altijd openstaat, vertelt ze dat ze er moe van wordt. Maar Verwaal deelt ook complimenten uit. Zo zijn sommige ambtenaren van de gemeente altijd bereid om mee te denken over oplossingen van problemen. En het ophalen van zwerfvuil werkt perfect, vindt Verwaal. Ze hoeft maar te bellen of er komt iemand van de gemeente om het afval verwijderen.

Kritiek
In de Stationsbuurt aan de andere kant van het water klinkt ook de nodige kritiek op de gemeente. Harrie Kampf, de nieuwe voorzitter van de Stichting Buurtstation, vraagt zich af of de bewoners daadwerkelijk meer bij de besluitvorming betrokken zullen worden. ‘Tot op heden mochten we aan gepresenteerde plannen hooguit wat punten en komma’s veranderen. We worden meer als klankbord dan als partners in de ontwikkelingen beschouwd.’ Kampf is na 3 jaar krachtwijk gematigd positief over de ontwikkelingen in de Stationsbuurt. Hij is verheugd dat nu de ondergrondse vuilcontainers in gebruik worden genomen. ‘Dat is eindelijk eens iets tastbaars. Voor de rest hebben we vooral veel overleggen en evaluaties meegemaakt.’

Joris Wijsmuller, raadslid van de Haagse Stadspartij en kritisch volger van de ontwikkelingen in de wijk, is somberder. In die 3 jaar is de wijk eerder achteruit dan vooruit gegaan, vindt Wijsmuller. Dat komt volgens hem vooral door de stilgevallen vastgoedontwikkelingen.

Wethouder Marnix Norder ziet juist wel de nodige vooruitgang, zowel op fysiek als sociaal gebied. Hij wijst op de ‘smalle brug’ op de Stationsweg naar een verderop gelegen pleintje. De bestrating is nieuw en er zijn bomen geplant. Met mooi weer staan tafels en stoelen buiten. Een flinke stap vooruit, vindt Norder. De andere kant op, richting station Hollands Spoor, bevindt zich een van de meest succesvolle voorbeelden van stedelijke ontwikkeling: het Huygenspark. Dit park met statige vooroorlogse panden was het domein van drugsdealers en hun afnemers, maar kreeg een paar jaar geleden een ingrijpende opknapbeurt. De woningen zijn nu gewild onder architecten en advocaten, weet Norder.

Quartier Latin
In het gebied vlak voor het station daalt het enthousiasme van de wethouder. Hier zijn de ontwikkelingen stilgevallen. De Stationsweg moet een ‘rode loper’ naar de binnenstad worden, maar dat is het nog lang niet, erkent Norder. Hij zag het gebied ooit voor zich als een Haags ‘Quartier Latin’ en gaf de vastgoedbezitters de mogelijkheid om terrassen te maken. Maar leegstaande panden met dichtgespijkerde ramen en ondernemingen met een twijfelachtige reputatie domineren het straatbeeld.

Norder: ‘De eigenaar van de meeste panden lukt het nu niet om ze op te knappen, het kredietcrisisverhaal.’ Daardoor duurt de ontwikkeling in het gebied volgens de wethouder zeker 2 jaar langer dan verwacht. Wijsmuller denkt dat het nog veel langer gaat duren. Hij stelt dat de wethouder de vastgoedbezitter, de Geste Groep, had moeten houden aan de gemaakte afspraken. ‘Deze panden zijn ver onder de marktprijs verkocht in de hoop dat de nieuwe eigenaar er flink in zou investeren. Maar nu staat het allemaal te verpauperen. De wethouder moet eisen dat er wat gebeurt en anders desnoods de panden terugvorderen. Norder heeft dit slap aangepakt.’ De wethouder zegt geen mogelijkheden te zien om de vastgoedbezitters te dwingen. Hij heeft het liever over de herinrichting van de openbare ruimte van de Stationsweg. ‘Straks hebben we hier eenrichtingsverkeer en een prachtig nieuw plein. Daar wordt geen euro op bezuinigd.’

Lastige afweging
Voor iedere straat en elk huizenblok of plein moeten gemeente en woningcorporaties de ‘lastige’ afweging maken of er geïnvesteerd wordt, vertelt Norder. Alles doen is nu eenmaal onmogelijk, zeker met de huidige malaise. Net als veel andere gemeenten moet Den Haag aanzienlijke verliezen inboeken op de bouwgronden. In 2010 schreef Den Haag 54,5 miljoen euro af en dit jaar nog eens 25 miljoen euro. De bouwambitie van de stad is door de ‘ongewisse woningsituatie’ bijgesteld van 2.500 naar 1.500 woningen per jaar.

De geplande herontwikkeling van de Rivierenbuurt-Zuid is bijvoorbeeld op de lange baan geschoven. ‘Dat kost zeker 10 miljoen, dat doen we maar even niet’, zegt Norder. In het noorden van de buurt ligt een nieuw appartementencomplex naast een straat met vervallen portiekwoningen. Even verderop een braakliggend terrein waar een brede buurtschool moet verrijzen. ‘Die komt er hoe dan ook’, verzekert Norder.

Maar over de kale vlakte aan de Maasstraat is hij terughoudender. De wethouder verwacht dat de woningen in fases zullen worden gebouwd. Vrijwel alle ondervraagde leden van het ‘wijkpanel’, waarvoor bewoners van de krachtwijken zich kunnen opgeven, vinden dat de nieuwbouw en renovatie van bestaande panden leidt tot een betere uitstraling van de wijk. Het is voor Norder een bevestiging dat de stadsontwikkeling nooit klaar is, zeker niet in de kwetsbare wijken van de stad. De wethouder is daarom zeer teleurgesteld dat het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) na 2014 wordt stopgezet. De fysieke ontwikkelingen dreigen in de Haagse (kracht-)wijken vanaf 2015 stil te vallen, zegt Norder. Hij rekent voor dat zijn stad zo’n 65 miljoen euro minder van de rijksoverheid krijgt dan waar op was gerekend.

‘Zie je die gerenoveerde gevels? Zonder ISV zit dat er niet meer in.’ Maar de wijkenaanpak bestaat uit meer dan bouwen en renoveren alleen. Zo is de wijk aantoonbaar schoner geworden, laten bewoners via peilingen weten. Preventieve fouilleeracties bij station Hollands Spoor zijn sinds vorig jaar niet meer nodig, omdat het gebied veiliger is geworden. Het aantal startende ondernemers in de Stations/Rivierenbuurt is gestegen en in 2010 volgden in de vier krachtwijken 2.600 mensen een inburgeringscursus. Aan de andere kant neemt bijvoorbeeld het aantal voortijdige schoolverlaters en uitkeringsgerechtigden in de wijk weer iets toe. Ook op sociaal terrein vreest Norder landelijke bezuinigingen, zoals aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Bewoners van krachtwijken doen vaker dan gemiddeld een beroep op sociale voorzieningen.

Ambities bijstellen
Ook de woningcorporaties zeggen te worden geraakt door kabinetsmaatregelen (zie ‘Haagse corporaties investeren minder’ op deze pagina). Een lagere rijksbijdrage gecombineerd met de crisis in de bouwsector zorgt ervoor dat de twee grootste corporaties in de Stations/Rivierenbuurt, Staedion en Haag Wonen, hun ambities moeten bijstellen. In plaats van sloop en nieuwbouw worden oude panden en complexen opgeknapt. Door sommige projecten in de Stations/Rivierenbuurt is een streep gezet, zoals de voormalige bierbrouwerij ‘De Drie Hoefijzers’ dat een pand voor startende ondernemers zou worden.

Daarnaast zijn nog veertien andere business cases geschrapt of afgerond. Den Haag lanceerde bij de start van de krachtwijkenaanpak in 2008 77 van dergelijke projecten, verspreid over de vier krachtwijken. Na 3 jaar maakte de gemeente de balans op. Zo zijn bijvoorbeeld de ‘communicatiebudgetten’ afgeschaft, waarmee burgers werden gestimuleerd onderling te communiceren. Ook werden ‘wijkjournalisten’ uit het budget bekostigd. Norder: ‘Het kostte een paar ton, maar de participatie was minimaal. Dan moet je stoppen.’

Met het beëindigen van de vijftien projecten speelt de gemeente zo’n 15 miljoen euro vrij. Die worden volgens Norder in zijn geheel in de wijkaanpak gestoken. De wethouder beweert niet zonder trots dat Den Haag geen euro bezuinigt op de krachtwijkenaanpak. Willem Krzeszewski, directeur van woningcorporatie Staedion, is het met de wethouder eens dat de gemeentelijke investeringen in de krachtwijken doorgaan. Maar hij wijst er ook op dat de gemeente wel fors bezuinigt op welzijn en sociale voorzieningen. Stichtingen en verenigingen moeten het minder geld doen, buurthuizen en bibliotheken sluiten noodgedwongen hun deuren. Krzeszewski: ‘Mensen in de wijken worden via de achterdeur zwaar gekort.’

Fragiel
Ook via andere kanalen lekt geld weg uit de Haagse krachtwijken. Zo wordt vanaf 2010 geld dat was gereserveerd voor reïntegratieprojecten in de krachtwijken ingezet voor werkzoekenden in de gehele stad, blijkt uit een gemeentelijke rapportage van afgelopen zomer. In hetzelfde document wordt de voortgang in de krachtwijken ‘fragiel’ genoemd. De gemeente heeft altijd benadrukt dat minimaal 10 jaar nodig is om van de vier krachtwijken gemiddelde Haagse wijken te maken op terreinen als veiligheid, leefbaarheid, onderwijs, integratie en arbeidsparticipatie. Na ruim 3 jaar stelt Norder vast dat het de goede kant opgaat. ‘Maar we zijn er nog lang niet. Het is elke keer twee stapjes vooruit en dan weer een stapje terug.’ De wethouder zegt dat hij het broze succes niet kan uitbouwen zonder geld van de rijksoverheid, maar die trekt zich op financieel gebied juist uit de krachtwijken terug. Hij noemt het een ‘flagrante schending’ van de afspraken. ‘Het kabinet laat de bewoners van de wijken in de modder zakken.’


Haagse corporaties investeren minder
In april 2008 spraken de gemeente Den Haag en drie woningcorporaties (Staedion, Vestia en Haag Wonen) af om in 10 jaar 2,7 miljard euro in de vier Haagse krachtwijken te investeren. Wethouder Marnix Norder (PvdA) stelt dat de gemeente Den Haag daar niets op bezuinigt. Maar de corporaties steken wel minder geld in de wijken dan in 2008 werd verwacht. Naast de reguliere bouwplannen zouden de drie corporaties tot 2018 301 miljoen euro ‘onrendabel’ in de vier wijken investeren. Onrendabel houdt in dat tegenover de investering geen (directe) inkomsten staan.

De corporaties wilden een deel van die investeringen bekostigen met inkomsten uit de ‘Vogelaarheffing’. Alle corporaties in Nederland moesten via deze aanslag jaarlijks in totaal 75 miljoen euro mee gaan betalen aan de aanpak van de veertig krachtwijken. De heffing leidde tot veel kritiek en zelfs rechtszaken. Het huidige kabinet van VVD en CDA heeft besloten de Vogelaarheffing af te bouwen. De ‘bijzondere projectsteun’, zoals de heffing formeel heet, bedraagt dit jaar nog 50 miljoen euro. Voor 2012 resteert een bedrag van 25 miljoen euro, blijkt uit een brief van Donner aan de Tweede Kamer. Staedion krijgt daardoor jaarlijks 2,9 miljoen euro minder. Tot en met 2017 zegt de corporatie ruim 15 miljoen euro mis te lopen. Staedion heeft besloten om jaarlijks een miljoen vrij te maken om het verlies te beperken. ‘De dingen die het minst pijn doen sneuvelen’, zegt Willem Krzeszewski, directeur van Staedion. Zo heeft de corporatie met de gemeente Den Haag afgesproken dat bij nieuwbouwprojecten minder parkeerruimte hoeft te komen. ‘We gooien geen miljoenen meer weg met parkeerplaatsen die niet worden gebruikt’, zegt Krzeszewski.

De andere corporatie met veel bezit in de Stations/Rivierenbuurt, Haag Wonen, laat weten ook minder in de krachtwijken te investeren, maar hoeveel kan de corporatie niet zeggen. Vestia, de derde woningcorporatie die betrokken is bij de Haagse krachtwijkenaanpak, bezit onder meer de 132 meter hoge toren ‘Het Strijkijzer’ op het Rijswijkseplein. Ook wil de corporatie deelnemen aan een groot nieuwbouwproject in de Rivierenbuurt-Zuid, maar wethouder Norder heeft die plannen op de lange baan geschoven. Vestia laat weten dat het gros van de afspraken uit 2008 overeind staat. Een enkel project is volgens Vestia uitgesteld of afgeblazen. Wel bouwt de corporatie vanwege de ‘veranderende markt’ meer huurin plaats van koopwoningen.


Binnenlands Bestuur kijkt met enige regelmaat hoe het gaat met de Haagse Stations- en Rivierenbuurt, sinds deze wijk door het vorige kabinet werd uitgeroepen tot Vogelaarwijk, later omgedoopt in krachtwijk.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie