Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

‘Bestuurders moeten moedig zijn’

Den Haag vindt Pietjes Bell best amusant, maar net zo goed irritant. Zo’n Pietje Bell is ProRail-topman Pier Eringa. De informele Fries maakt van zijn hart geen moordkuil en trapt regelmatig op lange Haagse tenen. ‘Daar wordt het publieke domein beter van’, vindt hij.

10 mei 2019
rails---shutterstock-1195778419.jpg

Prorail-topman Pier Eringa

In 1914 verscheen van de hand van Chris van Abkoude Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen. Pietje ‘voelde zich het prettigst wanneer hij den heelen boel onderst boven kon gooien’. 101 jaar later wordt Pier (wat scheelt het) Eringa uit het Friese Burgwerd de baas van ‘s lands spoorbeheerder Pro- Rail. Pietje slaat met zijn vlakke hand op het gladde hoofd van meester Ster een vlieg dood; Pier slaat politiek en ambtelijk Den Haag met raad en daad om de oren. Meester Ster vindt dat niet leuk en Den Haag ook niet. Meester Ster ‘bezigde den stok om ermee door de lucht te zwaaien’ en Den Haag schampert. Afgelopen maart staatssecretaris Van Veldhoven: ‘Iedereen kent Pier en weet dat hij het mooi vindt om zaken als een soort Pietje Bell in de media op te schudden.’

Een week eerder heeft haar ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en niet Pro- Rail, gemeld dat Eringa na een korte verlenging van zijn contract zal vertrekken bij de spoorbeheerder. Als ze in de Haagse Rijnstraat dachten dat Eringa (57) daarmee was uitgerangeerd, dan zaten ze er natuurlijk naast. Je leidt niet het Dordtse Albert Schweitzerziekenhuis naar de eerste plaats in de AD Ziekenhuis Top 100 en moderniseert ProRail niet door je de les te laten lezen door pennenlikkers.

Eringa: ‘Het Friese motto is: liever dood dan slaaf. Een beetje eigenwijs en een beetje koppig, maar wel opgevoed met de gedachte dat je moet leveren en presteren. Mij past bescheidenheid als ProRail niet presteert, maar als ProRail wel levert dan heb ik recht van spreken. We zitten goed op het gebied van veiligheid en punctualiteit. Vorig jaar was de stiptheid van het treinverkeer 91,4 procent, in de regio zelfs 94,6 procent. Veel hoger kan het denk ik niet. We zitten ver boven de Zwitsers. Zij komen naar óns toe om te zien hoe wij dat doen. Hoe krijg je het voor elkaar om ieder uur zes intercity’s tussen Amsterdam en Eindhoven te laten rijden? Gaan we ook doen tussen Schiphol, Utrecht en Nijmegen.’

En dan is het zuur, en schadelijk bovendien, als ProRail aan de ketting wordt gelegd. Eringa zei drie jaar geleden al geen heil te zien in het kabinetsplan om ProRail vanaf 1 januari 2021 om te vormen van een bv tot een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). ‘Helpt dit, wat het ministerie wil doen? Dan zeg ik: dat denk ik niet. Helpt het de reiziger? Ik denk van niet. Een bedrijf onder curatele stellen en elke week op het matje roepen, daar worden mensen in het algemeen niet beter van’, aldus Eringa in de Volkskrant. Hij zei wat de gehele spoorwereld vond en nog steeds vindt, maar Eringa werd wel mooi door het ministerie op het matje geroepen. Nu zegt hij: ‘Ik mag en moet een drammer blijven als het gaat om veiligheid, maar ik wil geen zbo-drammer worden. Het besluit is genomen en ProRail werkt loyaal mee. Het enige wat ik nu kan zeggen is: als je kijkt naar de manier waarop het werkt op het spoor in Nederland, dan presteren we op wereldniveau. Waarom zou je een beproefd recept veranderen?’

Betonblok
Pier Eringa stopte na zijn uitspraken over ProRail als zbo niet met het trappen op Haagse tenen. Eind vorig jaar meldde hij dat ProRail gevaarlijke onbewaakte spoorwegovergangen zou blokkeren met betonblokken. De D66-staatssecretaris spotte: ‘Het is inmiddels traditie dat de heer Eringa in de aanloop naar een Kamerdebat over spoor met allemaal plannetjes in de media verschijnt.’ De heer Eringa trok zich er niets van aan. Het was niet zomaar een ‘plannetje’; het kon juridisch en hij ging het doen ook. Waarom? Eringa: ‘Er gaan meer treinen rijden, ze rijden sneller en worden stiller. En dan hebben we in Nederland nog onbeveiligde overgangen! Dat is niet meer van deze tijd en levensgevaarlijk, maar we accepteren ze wel. Daar maak ik een nummer van. En wat zie je dan? Dat ProRail van de politiek binnen vijf jaar die onbewaakte spoorwegovergangen moet oplossen. Het zou sportief zijn geweest als de politiek had gezegd: die Eringa mag een drammer zijn, hij had wel een punt.’

En misschien heeft hij ook wel een punt in zijn twist met de staatssecretaris over het openbaar vervoer van de toekomst. Eringa: ‘Begin dit jaar is het OV-plan 2040 gepresenteerd. “Pier, wat vind je ervan?”, werd mij gevraagd. “Een mooi plan”, zei ik. “2040 is wel ver weg. Moet je niet ook denken aan 2030?” 2040 is zo ver weg dat je de kans loopt dat mensen niet in actie komen.' Je kunt daar op twee manieren naar kijken. Je kunt zeggen: goed dat die Eringa iets toevoegt door 2030 te noemen. Je kunt ook zeggen: hij valt de staatssecretaris af.’

Het is maar hoe je dat wilt waarderen, vindt Eringa. ‘In een politieke wereld vol gevoelig heden loop je het risico dat je wordt gezien als deloyaal. Ik ben mij ervan bewust dat dit beeld kan ontstaan, en dat vind ik niet leuk. Ik heb de overtuiging dat de ontwikkelingen in het openbaar vervoer zo snel gaan dat we ons niet kunnen veroorloven om alleen te praten over 2040. Wie ben ik om de staatssecretaris de maat te nemen, maar haar reactie zou ook kunnen zijn: “Ik ben blij dat we een spoorwegbaasje hebben die iets toevoegt aan mijn ambities.” Zo kan het ook. Voor je het weet krijg je anders een cultuur waarin je zoiets alleen maar binnenskamers mag zeggen. Er zijn zaken die je samen mag benoemen. Het publieke domein wordt er beter van.’

Tegenspraak
De publieke zaak is gebaat bij moedige bestuurders en directeuren die zulke punten willen en durven maken, vindt ProRail-topman Eringa. ‘Mensen die tegenspraak durven en kunnen geven, die vasthoudend kunnen zijn en die zaken aan de orde durven stellen die gezegd moeten worden.’

Eringa loopt naar een ouderwetse flipover in zijn werkkamer aan het Utrechtse Moreelsepark en legt uit waar leidinggeven in het publieke domein volgens hem om draait. ‘Je moet jagen op prestaties en bedrijfsvoering. Je ziet in het publieke domein veel te veel ongelukken op bedrijfsvoering. Het is te vaak te teleurstellend. Waar zijn de scorende spitsen? Zíj hebben het recht om iets te vinden van de coach of van de trainer.’

ProRail is zo’n scorende spits, vindt Eringa. Nogal wat (semi)overheidsorganisaties zijn middelmatig. ‘SVB, Rechtspraak, Defensie, UWV, Sociale Diensten, CBR, IND. Zulke clubs hebben baat bij stevige types die in eigen huis orde op zaken durven stellen. Ze zitten al vrij dicht op de politiek, maar zou je ze in een reflex nóg dichter op Den Haag willen binden? Daar schiet je niets mee op. Waar ze behoefte aan hebben, zijn mensen die met moed en onafhankelijkheid en lef die tent runnen.’

Taalgebruik
Bestuurders roeren zich veel te weinig in de politiek en op de ministeries omdat ‘de middelmaat comfortabel is’, zegt ProRail-directeur Eringa. Maar voor het comfort moet je geen organisatie als ProRail (4.300 medewerkers, bedrijfsopbrengst 1,3 miljard euro) willen leiden. ‘Ik beweeg mij niet in comfortabele posities. Je moet willen schuren en zaken durven agenderen waar de politiek niet op zit te wachten. Politieke correctheid leidt ertoe dat dingen niet gezegd worden die wél gezegd moeten worden. Adel verplicht als je met maatschappelijk geld werkt. Daarom word ik tot mijn vertrek bij ProRail niet braver, hoeveel telefoontjes ik uit Den Haag ook mag krijgen. Ik ben er verantwoordelijk voor dat treinen veilig kunnen rijden en dat er in de toekomst meer treinen kunnen rijden. Neem mij niet kwalijk als ik daar iets over zeg. Niet door mijn vingertje op te steken, maar door mijn hand op steken. Een vinger wordt nogal eens over het hoofd gezien.’

Eringa mag als een vis in het water zijn bij een werkorganisatie als ProRail, in de ambtelijke wereld lijkt hij (opzettelijk) minder op zijn plaats. Zijn taalgebruik alleen al. Hij zet de professionals niet in hun kracht en ProRail stuurt ook niet op kwaliteit, laat staan dat er een verbeterslag is gemaakt. Geen nikspraat. Pier Eringa: ‘Ik gebruik geen verhullende taal. Dat is spannend én confronterend. Mijn taal en stijl worden alleen niet altijd begrepen zoals ik zou willen. Daar klaag ik niet over, want ik kies zelf voor het publieke domein.’ Pier Eringa confronteert niet alleen met zijn taalgebruik, maar ook met zijn keuzes.

Eringa: ‘We moeten even stoppen met het opschroeven van de punctualiteit met een paar tienden van procenten. Laten we naar de toekomst kijken. Ik begrijp dat het lastiger is voor ambtenaren om manieren te bedenken om geld van de weg naar het spoor te krijgen dan om op te schrijven dat Pro- Rail van 92 naar 93 procent punctualiteit moet. Ik snap dat best, maar ik mag graag kietelen. Het is mijn taak om de ambtenaren werkloos te maken die bezig zijn met Kamervragen over kapotte wissels of blaadjes op de rails. Zij moeten zich afvragen hoe het spoor de toekomst tegemoet gaat.’

Burgemeester
Een toekomst zonder Pier Eringa. Hij vertrekt bij ProRail (‘hoewel ik best wat langer had willen blijven’). Wanneer, dat bepaalt Eringa zelf. En wat dan? Pier Eringa: ‘Ik stapte binnen toen het algemene gevoelen was dat het niets met ProRail was en dat het ook niets zou worden. Ik vond het wel leuk om daarmee aan de slag te gaan. Ik zei dat ik lol wilde trappen bij ProRail, en dat heb ik gedaan. Het ziekteverzuim is laag; mensen werken hier met plezier. We presteren goed. Misschien ga ik weer naar een organisatie met een slecht imago, maar dan wel in de publieke sector.’ En burgemeester, van …. Leeuwarden? ‘Dat hebben meer mensen gevraagd. Nee, ik ben te veel iemand die dingen voor elkaar wil krijgen en die het maximale uit de euro’s wil halen. Die stijl staat je aan of niet. Als je verandering wilt, dan ben ik je man, als je wilt behouden wat je hebt, dan ben ik je man niet.’


CV
Pier Eringa (Burgwerd, 1961) was na zijn opleiding aan de Nederlandse Politieacademie vanaf 1984 inspecteur bij de gemeentepolitie in Leeuwarden. In 1988 kwam hij in dienst bij de Nederlandse Spoorwegen als districtmanager van de spoorwegpolitie. Daarna was Eringa onder meer commissaris van politie en plaatsvervangend korpschef en districtschef. Van 1999 tot 2002 was hij regiodirecteur bij NSReizigers en directeur Veiligheid.

Van 2002 en 2006 was hij hoofdcommissaris en korpschef van de regiopolitie Flevoland en van 2006 tot 2010 algemeen directeurgemeentesecretaris bij de gemeente Nijmegen. In 2010 werd hij voorzitter van de raad van bestuur van het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht. In april 2015 werd Eringa president-directeur van ProRail. In 2021 wordt ProRail omgevormd tot een zelfstandig bestuursorgaan. Voor die tijd vertrekt Eringa bij ProRail. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie