Advertentie
juridisch / Column

Beklaagde zit in een lastige positie

Als beklaagde van een integriteitsschending kun je een beroep doen op de zogeheten exhibitieplicht. Maar dat is nog niet zo gemakkelijk.

27 februari 2024

Wat te doen in de volgende situatie. Op enig moment wordt door een ondergeschikte melding gemaakt van een mogelijke integriteitsschending door een leidinggevende. De ondergeschikte doet de melding in vertrouwen, dus de identiteit is bij de onderzoekers bekend, maar niet bij de betreffende leidinggevende.

In het kader van het onderzoek worden meerdere medewerkers van de leidinggevende gehoord, eveneens in vertrouwen. De aard van de schending is dusdanig dat de leidinggevende op non-actief wordt gesteld. Het onderzoek duurt in totaal acht maanden. Uitkomst: de schending kan niet met zekerheid worden vastgesteld. De verhoudingen in het team zijn inmiddels behoorlijk verstoord geraakt en partijen proberen tot een beëindigingsregeling te komen. Dat lukt niet. Een procedure is onvermijdelijk.

Nu de vraag: heeft de leidinggevende recht op afgifte van of inzage in het onderzoeksdossier? Vooropgesteld: een werkgever is daartoe niet verplicht en zal dat in dit geval waarschijnlijk ook niet willen. Aan onder meer de melder is immers vertrouwelijkheid toegezegd. Maar als een werkgever op basis van dat onderzoeksdossier streeft naar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zonder dat de beklaagde inzage of een afschrift heeft gehad, levert dat vaak wel een schending van het beginsel van hoor-wederhoor op. Dit leidt dan weer tot ofwel een afwijzing van het ontbindingsverzoek of hoge beëindigingsvergoedingen.

Als beklaagde kun je een beroep doen op de zogeheten exhibitieplicht. Als je weet dat een werkgever een schriftelijk bewijsmiddel heeft, waarover jij geen beschikking hebt, dan kun je op basis hiervan een vordering instellen. Maar dat is nog niet zo gemakkelijk. De hoofdregel is immers: geen recht op afgifte of inzage. Daarbij komt dat geen sprake mag zijn van een fishing expedition. Je mag dus niet zomaar het hele onderzoeksdossier opvragen met als doel daarin te gaan ‘vissen’ naar bruikbaar bewijsmateriaal.

In de eerste plaats moet je als verzoeker een rechtmatig belang hebben en daarvoor voldoende concrete feiten en omstandigheden aanvoeren waaruit dat blijkt. Bovendien moet specifiek worden aangegeven welke stukken je wilt inzien of krijgen. Een algemeen verzoek tot inzage in het volledige onderzoeksdossier zal waarschijnlijk worden afgewezen. Tot slot moet er sprake zijn van een rechtsbetrekking. Er moet dus sprake zijn van een juridische relatie tussen de verzoeker en degene van wie hij/zij de stukken wil hebben.

In een recente uitspraak van het hof Den Haag liep een beklaagde aan tegen het eerste vereiste. De arbeidsovereenkomst tussen hem en zijn werkgever was door de kantonrechter ontbonden en beklaagde had hoger beroep ingesteld. Hij wilde in het kader van dat hoger beroep afschrift/inzage in stukken die betrekking hadden op de meldingen die over hem waren gedaan, de integriteitsonderzoeken die naar aanleiding daarvan naar hem waren verricht en de besluitvorming die daarover had plaatsgevonden. Op basis van die stukken wilde hij onderbouwen dat de werkgever op oneigenlijke gronden was overgegaan tot het indienen van het ontbindingsverzoek en dat werkgever onrechtmatig en ernstig verwijtbaar had gehandeld. Het verzoek van de beklaagde werd afgewezen, omdat hij zijn vermoeden dat de werkgever op oneigenlijke gronden was overgegaan tot het indienen van het ontbindingsverzoek, onvoldoende aannemelijk had gemaakt.

Kortom: (opnieuw) een lastige positie voor de beklaagde. Dat moet toch anders kunnen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie