Advertentie
financiën / Achtergrond

‘Ze hadden het eerder moeten weten’

‘Iemand met kennis van zaken had eerder moeten weten dat er iets mis was in IJsland’, zegt directeur Public Finance Pauline Bieringa van de Bank Nederlandse Gemeenten. Het is hard nodig dat treasurers professionaliseren.

14 november 2008

Lichte consternatie op de kamer van Pauline Bieringa. De Europese Centrale Bank heeft de rente zojuist met een half procent verlaagd. Ralph Boltong ziet daarom op het laatste moment af van deelname aan het gesprek: klanten gaan voor. ‘Die gaan we nu bellen’, zegt het hoofd van de accountdesk en hij vertrekt spoorslags naar de dealingroom. Een renteverlaging betekent extra handel.

 

Ook bij de doorgaans zo rustige Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) in Den Haag is het sinds het uitbreken van de kredietcrisis hectischer dan normaal, maar van paniek is volgens Bieringa, directeur Public Finance van de BNG, ‘absoluut geen sprake.’ Nou zijn banken ook de laatste die dat zullen toegeven , maar Bieringa kan het onderbouwen met een recent rapport van rating-agency Standard & Poor’s. Daarin staat met zoveel woorden dat de BNG samen met nog vijf andere Europese zogeheten public sector banken betrekkelijk stabiele financiële instellingen zijn, ‘well equipped to cope with various forms of market stress.’ Sterker nog, hun positie is de laatste maanden alleen maar verbeterd. Ze komen op de kapitaalmarkt makkelijker aan geld dan andere banken, omdat instellingen het in onzekere tijden liever stallen bij AAAbanken zoals de BNG. Het levert weliswaar iets minder rendement op, maar het staat zeker zo veilig. Bieringa: ‘Wij doen al 94 jaar geen gekke dingen.’

 

De bank leent in hoofdzaak aan decentrale overheden en andere kredietwaardige (semi-)publieke instellingen. Het marktaandeel van de BNG als kredietverstrekker aan gemeenten is het afgelopen jaar spectaculair gestegen van circa zestig procent tot boven de zeventig procent. Ook woningcorporaties kloppen de laatste maanden vaker aan voor een lening. ‘Dat heeft er onder andere mee te maken dat buitenlandse banken zich als investeerder terugtrekken uit ons land, met name de Duitse Landesbanken’, aldus Bieringa. ‘Ze zijn volstrekt verdwenen.’ Juist Duitse financiële instellingen lieten zich de laatste jaren steeds vaker als concurrent voor de BNG gelden in met name publiek-private projecten.

 

Veilige haven

 

Er kwam in de eerste helft van dit jaar uit met name de gemeentelijke hoek al een enorme kredietaanvraag op de BNG af, waarschijnlijk ingegeven door de verwachting dat de rente omhoog zou gaan. In de loop van de crisis is de vraag naar kredietverstrekking alleen maar toegenomen, omdat het bij andere partijen lastiger is om geld kost te krijgen.

 

 ‘Commerciële banken richten zich in deze crisis in eerste instantie op de bestaande klanten’, zegt Bieringa, die zelf vijftien jaar bij ING werkte. ‘Wat je ziet, is dat deze banken nu bij ons aankloppen voor een grotere bijdrage van de BNG in de financiering van grote projecten. Dit om de risico’s te spreiden.’ Hoewel de BNG dit voorjaar nog voorzag dat de omzet zou dalen, steeg deze juist aanzienlijk.

 

Maar waar decentrale overheden, zorginstellingen en woningcorporaties meer en meer bij de BNG lenen in deze tijden van financiële onzekerheid, valt op dat het marktaandeel van te beleggen overheidsgelden niet groeit. Ondanks het omvallen van buitenlandse banken en het in problemen raken van enkele commerciële Nederlandse financiële instellingen, stappen gemeenten en provincies met overtollige middelen niet en masse over naar de veilige publieke sectorbanken.

 

‘We krijgen veel telefoontjes met vragen en op een recente bijeenkomst in het geldmuseum over Fido-proof beleggen puilde de zaal uit, maar er komt niet veel meer geld op ons af. Misschien is het daarvoor nog te vroeg’, speculeert Bieringa. Niet uit te sluiten valt dat de kapitaalvlucht naar veilige havens uitblijft omdat beleggende partijen ervoor kiezen even niets te doen. Een andere verklaring is dat veel bij andere instellingen afgesloten termijndeposito’s nog niet aan het einde van hun looptijd zijn. Bovendien is er bij commerciële banken vaak sprake van cross-selling. Wie er geld leent, moet er ook zijn overtollige geld uitzetten.

 

‘En er zijn echt nog steeds gemeenten die voor het hoogste resultaat gaan’, aldus Bieringa. ‘Onlangs sprak ik een treasurer die aan het college moest uitleggen waarom het geld niet bij een bank met een beter rendement was weggezet.’

 

De BNG verricht niet veel extra inspanningen om lagere overheden te verleiden hun overtollig geld bij de BNG, of beleggingsdochter BCM, in beheer te geven. Peperdure en opdringerige advertentiecampagnes als die van de ING, Fortis en de ABN in de media ontbreken. ‘We hebben onze vaste klanten. Die kennen ons toch wel. Wat we wel doen? We gaan binnenkort met de treasurers van de grote steden op stap. Dat heet institutionele marketing’, zegt de directeur. Maar, ook die wervingsactiviteiten blijven beperkt van omvang.

 

‘Onze kernactiviteit blijft krediet verlenen’, klinkt het een paar keer. De BNG waakt er bovendien voor om meer beleggingen aan te trekken door hogere rendementen te bieden. ‘Hogere rente kun je alleen bieden als je meer risico neemt. Wij zijn en blijven een sobere bank. Wie geld bij ons wegzet, kiest voor zekerheid.’ Volgens Bieringa is er geen sprake van dat de BNG de afgelopen weken geen extra geld wílde hebben, zoals enkele treasurers suggereerden. ‘Het loket is bij ons geen moment dicht geweest. Daar was ook helemaal geen reden toe.’

 

Signalen

 

Vanwege de risicospreiding zat BNG-beleggingsdochter BCM ook in Kaupthing, één van de in problemen geraakte IJslandse banken. BCM had er 2,5 miljoen euro gestald - één promille van het totale uitstaande bedrag van de bank. De buffer van de bank is dermate groot, dat de klanten er niets van zullen merken. Dat sommige provincies en gemeenten een veelvoud van dat bedrag risicovol hadden uitstaan in IJsland heeft Bieringa ‘verrast’.

 

Er waren volgens haar al langer signalen, onder andere van het IMF, dat er risico’s aan verbonden waren. ‘En met de rentepercentages die de IJslandse banken offreerden, moet je extra kritisch zijn. Dat betekent dat je als treasurer niet alleen naar de rating, maar ook naar de onderliggende risico’s moet kijken. Treasurers zijn professionals, althans dat zouden ze moeten zijn. Je kunt het er niet even bij doen’, zegt Bieringa, die zich afvraagt of veel treasurers wel voldoende zijn geëquipeerd om dit soort beslissingen te nemen. ‘Iemand met kennis van zaken had eerder moeten weten dat er iets mis was in IJsland.’

 

Hetze

 

Een simpele oplossing om risicovol bankieren bij decentrale overheden uit te sluiten zou schatkistbankieren kunnen zijn, de verplichting om overtollige middelen door het ministerie van Financiën te laten beheren. Schatkistbankieren kon al sinds 2003. Sommige vermogende onderwijsinstellingen doen het bijvoorbeeld op vrijwillige basis. Het voert volgens Bieringa echter te ver om gemeenten, provincies en waterschappen te verplichten bij een staatsbank te bankieren.

 

‘Je krijgt gedonder met Brussel. En je bent de voordelen van concurrentie tussen banken kwijt. Hier zitten zestig mensen met duizend jaar ervaring. Het zou een omkering zijn van een proces van twintig jaar. Sommige decentrale overheden zijn hun geld nu misschien kwijt, maar op het totaal aan uitgezette middelen is dat niet zoveel. Vergeet niet, er is de laatste jaren ook veel verdiend op de uitgezette gelden. Er lijkt nu sprake van een hetze tegen de gemeenten, zie je wel ze kunnen het niet. Je moet niet opeens gaan centraliseren; je moet decentrale overheden professioneler maken.’

 

Al beschouwt de BNG verplicht schatkistbankieren als een verkeerd geïnterpreteerde suggestie – ‘minister Bos heeft het ook niet zo gezegd’ – en lijkt de BNG vooralsnog vooral garen te spinnen bij de kredietcrisis, toch is niet alle risico geweken. Zo waarschuwt Standard & Poor’s in haar eerder genoemde sectorreview voor iets mindere tijden voor publieke sectorbanken. Zelfs die banken, zo zijn de laatste signalen, zouden iets minder makkelijk aan geld komen omdat investeerders zich uit onzekerheid amper nog bewegen. Maar ook die storm kunnen banken als de BNG doorstaan. In geval van nood kunnen ze volgens S&P hun ‘excessieve’ reserves aanspreken en – in het uiterste geval – gewoon iets minder uitlenen.

 

Voor de aandeelhouders van de BNG – vijftig procent de Staat der Nederlanden en vijftig procent gemeenten en provincies – zou het kunnen betekenen dat de extra dividenduitkering in 2009 niet doorgaat. De S&P review maakt duidelijk dat de banken hun buffers op peil moeten houden. Eerder al – in 2006 en 2007 – keerde de BNG één miljard aan superdividend uit om wat minder vet op de botten te hebben. Normaal gesproken zou volgend jaar nog eens tweehonderd miljoen euro van het eigen vermogen onder de aandeelhouders worden verdeeld. Het hebben van voldoende eigen vermogen, zo benadrukt S&P nog maar eens in het sectorrapport, is een zwaarwegend criterium bij de beoordeling van de kredietwaardigheid.

 

Bieringa: ‘Veel gemeenten hangen aan de telefoon met de vraag of die extra uitkering doorgaat. Ze willen het geld in de begroting opnemen. Ons antwoord is dan dat ze er niet op moeten rekenen. Er is zoveel onzeker.’

 

Klein klasje

 

In Europa zijn er zes public sector banken. In Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland elk één en in Nederland twee: de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank. Al deze banken hebben de hoogste graad van kredietwaardigheid, AAA. Een aanpassing van hun rating als gevolg van de kredietcrisis is volgens een vorige week verschenen rapport van Standard & Poor’s niet nodig. De BNG is, op kleine schaal, ook in publieke sectorfinanciering actief in landen in de eurozone met een AA-rating. In de praktijk komt het neer op België, Groot-Brittannië en Duitsland. De activiteiten in het buitenland dienen vooral om ervaring op te doen met vernieuwende pps-constructies, die eventueel kunnen worden toegepast in Nederland.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie