Trap af
Eén stap vooruit, twee stappen achteruit. Dat is het beeld dat Jan van Zanen, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, uit de meicirculaire haalt.
Eén stap vooruit, twee stappen achteruit. Soms lijkt het alsof al je inspanningen, en het resultaat dat je daarmee behaalde, teniet worden gedaan. Frustrerend. Bij een aantal Nederlandse gemeenten overheerst momenteel dit sentiment. De meicirculaire, het schrijven waarmee het kabinet de Nederlandse gemeenten informeert over de geldbedragen die dit jaar, en de komende jaren, uit het gemeentefonds worden uitgekeerd, bevat een aantal tegenvallers.
Die tegenvallers zijn zodanig dat veel gemeenten in de knel komen met het opstellen van een sluitende begroting voor 2020. En dat terwijl het kabinet juist extra middelen beschikbaar heeft gesteld voor de Jeugdhulp, om de grote tekorten waar veel gemeenten mee kampen te verlichten. Een kleine winst, een groter verlies.
De eerste maanden van dit jaar heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, namens haar 355 leden, stevig onderhandeld met het kabinet. Met name door de groeiende vraag naar Jeugdhulp, de extra-muralisering in de GGZ en de invoering van het abonnementstarief lopen de tekorten bij veel gemeenten steeds verder op. Het kabinet ziet in dat er iets moet gebeuren en komt gemeenten met extra middelen jeugd en minder extra-muralisering GGZ tegemoet. Die extra budgetten voor jeugd bieden tijdelijk verlichting, maar vormen nog geen structurele oplossing. Tijdens het jaarcongres in Barneveld spraken we met onze leden af dat we het hier niet bij laten zitten.
En dan is daar de meicirculaire van 2019. Het gemeentefonds groeit of krimpt mee met de uitgaven van het Rijk, het zogenaamde trap-op-trap-af mechanisme, en die rijksuitgaven blijven fors achter bij de prognoses. De ontwikkeling van de omvang van het gemeentefonds, het accres, wordt dus ook naar beneden bijgesteld, zo meldt de meicirculaire. Begrijpelijk dat veel gemeenten daarvan balen.
De verlaging van de accressen heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is er de onderbesteding bij het Rijk. In 2018 gaf het Rijk fors minder uit, waardoor het gemeentefonds over 2018 in de eindafrekening met 148 miljoen naar beneden moest worden bijgesteld. Dit wordt ingehouden op de algemene uitkering van 2019 en betekent dus een tegenvaller op de lopende begroting.
Daarnaast is er een verlaging van de loon- en prijsramingen. Het CPB heeft de loon- en prijsontwikkeling flink bijgesteld. Omdat de rijksbegroting hierop gebaseerd is, leidt dit tot minder rijksuitgaven en dus tot een lager accres voor de jaren 2019 en verder.
Daar komt bij dat er in 2018 minder geld is overgebleven in het btw-compensatiefonds dan in september was voorspeld. Wat in dit fonds overblijft, wordt altijd toegevoegd aan het accres. De lagere eindafrekening van het btw-ompensatiefonds zorgt ervoor dat een bedrag van 67 miljoen moet worden teruggevorderd uit het gemeentefonds over het lopende jaar. Veel gemeenten hebben hier geen rekening mee gehouden.
Als vereniging staan we pal achter onze leden en begrijpen we hun teleurstelling. We hebben met elkaar hard gestreden voor wat financiële ademruimte, dan is het extra zuur dat die onmiddellijk teniet wordt gedaan. Door de schommelingen van het gemeentefonds kunnen gemeenten lastig ramen en wordt het haast onmogelijk een sluitende begroting op te stellen. Gelukkig zijn de meeste van deze ontwikkelingen eenmalig en verwachten we een structurele oplossing voor de tekorten jeugd.
Dat neemt niet weg dat we als vereniging, namens onze leden, bij het kabinet blijven aandringen op structurele oplossingen. Zo gaan we meteen na de zomer in gesprek met staatssecretaris Snel over een mogelijke oplossing voor de schommelingen en spreken we dit najaar met een grote delegatie van het kabinet over de financiële verhoudingen tussen gemeenten en het Rijk. Wij zijn pas tevreden als gemeenten de positie en de draagkracht hebben die overeenkomt met hun grote verantwoordelijkheden.
Jan van Zanen is voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Paul Depla
burgemeester van Breda en voorzitter Stedennetwerk G40
Trap op en af methodiek werkt niet als de taken niet meebewegen. Daarom pleit ik voor een nieuwe methodiek onafhankelijk van de rijksbegroting waar puur wordt beoordeeld hoeveel middelen voor het gemeentelijk takenpakket is benodigd.En voorts sluit ik mij aan bij de voorzitters van de VNG en G40
Daarnaast is voor kleinere gemeenten ook nog eens van toepassing dat de weerbaarheid en elasticiteit veel kleiner is om niet geplande tegenvallers op te vangen. Hun inwoners zullen deze tegenvallers veel sneller gaan voelen dan inwoners in groots-stedelijke agglomeraties.
Het is zeker aan onze inwoners niet uit te leggen, dat in tijden van economische voorspoed, waarbij het Rijk het geld niet uitgegeven krijgt, hun voorzieningen onder druk staan en soms zelfs geschrapt moeten worden. Dit is echt onbestaanbaar en onrechtvaardig en doet ernstig afbreuk aan het vertrouwen in de Haagse politiek.