Tijdelijk

Die kenden we nog niet! Bij het woord ‘uitkering’ denken gewone mensen aan een werkloosheidsuitkering of een bijstandsuitkering of zoiets.

Maar in het openbaar bestuur is een uitkering geld dat het rijk aan de gemeenten geeft. Er zijn allerlei soorten uitkeringen. We kennen de algemene uitkering, de decentralisatie-uitkering, de integratieuitkering, de aanvullende uitkering, de artikel 12-uitkering, de suppletie-uitkering, de doeluitkering, de gebundelde doeluitkering, de brede doeluitkering, de specifieke uitkering en de verzameluitkering. We kennen ook de structurele uitkering, de incidentele uitkering en de eenmalige uitkering. Van deze laatste drie is het wel handig om het verschil te weten.

Bij een structurele uitkering geeft het rijk minstens vier jaar geld aan de gemeenten. Bij een incidentele uitkering minder dan vier jaar. Bij een eenmalige uitkering, de naam zegt het al, krijgen de gemeenten één keer geld van het rijk. En deze maand is daarbij gekomen: de tijdelijke uitkering. Die kenden we nog niet!

Korte uitleg: dat is niks

Wat dat is, een tijdelijke uitkering? De korte uitleg: dat is niks. De langere uitleg: dat is geld dat de gemeenten tijdelijk krijgen van het rijk en dat ze snel moeten terugbetalen!

De primeur van de tijdelijke uitkering is 30 miljoen euro voor de jeugdzorg. Die kregen de gemeenten deze maand en moeten ze in juni terugbetalen. Bij de jeugdzorg komen de gemeenten elk jaar vele honderden miljoenen euro tekort. De discussie daarover tussen het rijk en de gemeenten zit behoorlijk vast. En dan komt het rijk met een tijdelijke uitkering van 30 miljoen. Waar de gemeenten dus, exact, helemaal niets aan hebben.

Sterker nog, de gemeenten hebben er alleen maar last van. Want deze tijdelijke uitkering moet natuurlijk wel ambtelijk en bestuurlijk worden besproken. De gemeenten moeten hem opnemen in de jaarrekening van vorig jaar. En volgend jaar moet dat weer worden gecorrigeerd. Dat is een hoop werk, een hoop overleg, een hoop bestuurlijke drukte – voor niets. Op veel plekken in het openbaar bestuur zijn personeelstekorten, loopt de werkdruk hoog op.

En dan komt een minister met een tijdelijke uitkering. Die kenden we nog niet, en die wil ik ook nooit meer zien.