Raad van State: Versnel invoering gemeentefonds nieuwe stijl
Het budgettaire niveau voor gemeenten moet toereikend zijn. Vooral dat draagt bij betere interbestuurlijke verhoudingen.
De Raad van State wil dat de nieuwe manier van bekostigen van provincies en gemeenten versneld wordt ingevoerd en wel direct na de start van het nieuwe kabinet. Ook moeten decentrale overheden voldoende financiële middelen krijgen van het rijk.
Niet wachten
Dat staat in het advies van de Raad van State op de door het demissionaire kabinet gepresenteerde Miljoenennota 2024. Geadviseerd wordt met de invoer van de nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden niet te wachten tot 2026, maar die invoer te vervroegen ‘naar de start van het nieuwe kabinet.’ Zorg, zo luidt het advies verder, bovendien dat het niveau van de financiering van medeoverheden toereikend is.
Minder schommelingen
In de Voorjaarsnota 2023 schetste het kabinet Rutte IV de hoofdlijnen van de nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden vanaf 2026. Vanaf dat moment wordt afgestapt van de al decennialang gevolgde accressystematiek – het stelsel van samen de trap op en samen de trap af – en komt structureel 1,1 miljard euro extra beschikbaar (waarvan 1 miljard voor gemeenten en 100 miljoen euro voor provincies). Vanaf 2027 worden het gemeente- en provinciefonds geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het nominale bruto binnenlands product. De verwachting is dat door die nieuwe manier van bekostigen de fondsen naar verwachting minder schommelen en het voor gemeenten en provincies daardoor makkelijker wordt om hun begrotingen op te stellen. Maar gemeenten gaan er vanaf 2026 wel zo’n slordige 3 miljard euro op achteruit.
Interbestuurlijke verhoudingen
Nu er in juli van dit jaar een voortijdig einde is gekomen aan huidige missionaire kabinetsperiode, adviseert de Afdeling de instelling van de nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden te vervroegen naar het moment van de start van een nieuw kabinet. Op dat moment moet bovendien naar het oordeel van de Raad van State ook duidelijkheid worden geboden over de oploop van de opschalingskorting die tot en met 2025 is geschrapt, maar vanaf 2026 voor 675 miljoen euro in de begroting staat. ‘Het behoeft geen betoog dat een nieuwe systematiek die meer stabiliteit, rust en duidelijkheid voor de financiën van de medeoverheden beoogt te bereiken, hier alleen in slaagt als niet louter de systematiek maar ook het budgettaire niveau voor medeoverheden toereikend is. Alleen dan draagt een betere financiële systematiek ook bij aan betere interbestuurlijke verhoudingen.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.