Advertentie
financiën / Nieuws

Meer vraagtekens bij Bergse besteding coronasteun

Het college van Bergen op Zoom mag dan geschrokken zijn van de heftige emotionele reacties op zijn besteding van een half miljoen aan coronasteun voor de reorganisatie van het Cultuurbedrijf van de gemeente, maar het is maar de vraag of de coronasteun de culturele infrastructuur zo wel in stand houdt. Dat stelt Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij adviesbureau Berenschot.

28 september 2021
stadhuis-bergen-op-zoom.jpg

Het college van Bergen op Zoom mag dan geschrokken zijn van de heftige emotionele reacties op zijn besteding van een half miljoen aan coronasteun voor de reorganisatie van het Cultuurbedrijf van de gemeente, het is maar de vraag of de coronasteun de culturele infrastructuur zo wel in stand houdt. Dat stelt Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij adviesbureau Berenschot.

Sanctie
Anders dan het Bergse raadslid Ton Linssen zei over de coronasteun vanuit het rijk voor de lokale culturele infrastructuur is deze niet geoormerkt. Gemeenten zijn vrij om deze middelen te besteden zoals zij willen, ook aan andere zaken dan cultuur. ‘De enige sanctie die op besteding aan iets anders dan cultuur staat is dat de gemeente een telefoontje van de minister van OCW tegemoet kan zien’, zegt Vinkenburg. ‘Ik heb in de wandelgangen begrepen dat de minister dit in sommige gevallen ook daadwerkelijk doet.’

Tekort
Een van de redenen om de middelen niet te oormerken, is dat de situatie en noden in elke gemeente anders zijn, legt hij uit. ‘Het van bovenaf opleggen van kaders kan leiden tot beperkingen die lokaal maatwerk bemoeilijken. Er is nu bijvoorbeeld ruimte voor gemeenten om ook niet-gesubsidieerde delen van de lokale culturele infrastructuur te ondersteunen.’ Bergen op Zoom sloot vorig jaar af met een dermate hoog tekort op de begroting (ruim 10 miljoen) euro dat een nieuw zakencollege orde op zaken moest gaan stellen met een bezuinigingspakket van 13 miljoen euro. Dat zou voldoende reden kunnen zijn om de verse vrij te besteden middelen anders te bestemmen dan wellicht bedoeld kan zijn.

Geen telefoontje
Daarbij wijst Vinkenburg erop dat zich in Bergen op Zoom de bijzondere situatie voordoet dat een groot deel van de culturele infrastructuur onderdeel is van de gemeente: het Cultuurbedrijf. Daarin zijn grote instellingen ondergebracht die in de meeste gemeenten zelfstandig of verzelfstandigd zijn. ‘Als daar middelen naartoe vloeien, ook noodsteun, komt dat automatisch bij ambtenaren terecht, maar dat zijn wel mensen die in de cultuursector werken.’ Besteding van noodsteun aan dit gemeentelijk cultuurbedrijf valt volgens hem dus binnen ‘cultuur’, ook al zijn het geen zelfstandige, al dan niet gesubsidieerde instellingen of verenigingen. ‘De minister zou over dát feit geen telefoontje hoeven te plegen.’

Rechtmatig
Het college van Bergen op Zoom vindt, na grondige bestudering van de regels en na overleg met de huisaccountant Baker Tilly, dat een deel van de coronasteun (vijf ton) ‘rechtmatig’ gebruikt mocht worden voor de reorganisatie van het Cultuurbedrijf. Doel daarvan is immers het behouden van de culturele sector. ‘Als college zien we dit als een verduurzaming van de culturele sector. Onze gedachte is in deze verduurzamingsopdracht, coronagelden in te zetten vanwege het feit dat ook deze coronagelden ervoor zijn om het culturele veld te ondersteunen voor de lange(re) termijn.’ Het college erkent dat de indruk kan ontstaan dat de gemeente zichzelf verrijkt met compensatiegeld, maar het neemt ook ‘met kracht’ afstand van termen zoals ‘zelfverrijking’ en ‘creatief boekhouden’.

Kleinere culturele infrastructuur
Wat Vinkenburg wel opvallend vindt, is dat Bergen op Zoom de noodsteun, die door het rijk is bedoeld om de culturele infrastructuur in stand te houden tijdens de coronacrisis, inzet om het cultuurbedrijf om te vormen en er in de toekomst sterk op te kunnen bezuinigen. ‘Er is dus met noodsteun een transitie in gang gezet naar een toekomstige situatie. Die situatie is nog niet vastgelegd, maar gezien de omvang van de bezuinigingsopgave valt te verwachten dat de toekomstige culturele infrastructuur in omvang, waaronder personele bezetting, kleiner zal zijn dan in de bestaande situatie. Het is de vraag of er dan kan worden gesproken van instandhouding.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Secretaris
waar bemoeit berenschot zich mee? Weg ermee.
Advertentie