Advertentie
digitaal / Nieuws

Robotstofzuiger vergroot zelfredzaamheid inwoner

Welke partij bezorgt de robotstofzuigers bij cliënten, wie repareert ze, wie betaalt ze? Is er een businesscase van te maken?

30 mei 2022
Roomba
Shutterstock

Robotstofzuigers worden nog niet of nauwelijks ingezet in de Wmo-voorziening hulp bij het huishouden (Hbh). Uit pilots blijkt dat er voldoende toegevoegde waarde is. Maar wie gaat het betalen en organiseren?

Controller

Gemeente Westerkwartier
Controller

specialist Horizontaal

JS Consultancy
specialist Horizontaal

Sinds de robotstofzuiger voor consumenten in 2002 op de markt kwam, heeft ongeveer 7 procent van de Nederlandse huishoudens er één aangeschaft en de belangstelling is nog steeds groeiende. Toch zijn de Roomba en zijn soortgenoten nagenoeg afwezig in de Wmo-voorziening hulp bij het huishouden (Hbh). Dat komt onder meer omdat de prijs van robotstofzuigers voorheen hoog lag, zegt Annechien Cosijn, toezichthouder Wmo bij GGD Amsterdam.

'In 2018 lag de prijs van een robotstofzuiger binnen een pilot in Rotterdam nog op 800 euro. In onze pilot in Amsterdam in 2020 was de prijs al gedaald naar 215 euro per stuk. De verwachting is dat ze in de toekomst alleen maar goedkoper en technisch beter worden.'

Zelfredzaamheid

Uit de pilot die Cosijn in opdracht van GGD Amsterdam en de gemeente uitvoerde, blijkt dat de zelfredzaamheid van Hbh-cliënten door de komst van de robotstofzuiger toenam. 15 van de 17 pilotdeelnemers gebruikten de robotstofzuiger zelf en bespaarden de zorgverleners daarmee tijd, die aan andere schoonmaakklussen dan stofzuigen kon worden besteed. 'Voor cliënten met een longaandoening verbetert een robotstofzuiger de kwaliteit van leven,' vertelt Cosijn. 'Zij lieten hun robotstofzuiger dagelijks lopen. Ook voor mensen in een rolstoel, die vaak wonen in een huis zonder drempels, is een robotstofzuiger handig. Alleen voor vergeetachtige cliënten is het gebruik ervan moeizamer.'

Grootschalig onderzoek

De Amsterdamse pilot krijgt een grootschalig vervolg. De gemeente Amsterdam en de gemeente Den Haag zetten 100 robotstofzuigers in bij cliënten van 3 zorgaanbieders, voor een periode van tenminste 9 maanden. Voornaamste doel is het onderzoeken van de toepasbaarheid van robotstofzuigers in de Hbh. Hogeschool Den Haag voert het onderzoek uit.

Cosijn zegt: 'Ten tijden van mijn verkennend onderzoek waren veel gemeenten en zorgaanbieders nog niet op het idee gekomen om robotstofzuigers in te zetten. Een logistiek voor voorzieningen is er namelijk niet in de Hbh. De enige voorzieningen zijn schoonmaakmiddelen en die schaffen cliënten zelf aan.' Uit de nieuwe pilot moet blijken hoe dit het beste kan worden georganiseerd. Welke partij bezorgt de robotstofzuigers bij cliënten, wie repareert ze, wie betaalt ze? Is er een businesscase van te maken?

Onbekend maakt onbemind

Het zijn enorme stappen voorwaarts in vergelijking met 2013. Toen liep een pilot met robotstofzuigers stuk op bezwaren van de Rotterdamse SP, die voorzag dat robots in de toekomst de plaats van zorgverleners zouden innemen. Zo ver is het nooit gekomen: met behulp van de robotstofzuigers wordt juist meer huishoudelijk werk verzet, zonder dat het ten koste gaat van het contact met de zorgverlener. Toch merkt Cosijn dat onbekend onbemind maakt. Een groot deel van de 80 Hbh-clienten die Cosijn ondervroeg, stond afwijzend tegenover de inzet van robotstofzuigers.

Opvallend: waar zorgverleners bij aanvang van de pilot wel positief stonden tegenover robotstofzuigers, bleken juist zij in de praktijk moeite te hebben om hun schoonmaakroutines erop aan te passen. Gemeenten die overwegen om robotstofzuigers te gebruiken in de Hbh, raadt Cosijn dan ook aan om het proces zorgvuldig goed te begeleiden. 'Mentale en fysieke obstakels kun je samen opheffen. Heel praktisch door bijvoorbeeld een rondje door het huis te maken en kijken welke snoeren er omhoog moeten worden getild zodat de robotstofzuiger erbij kan.'

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie