Advertentie
digitaal / Achtergrond

De mens moet in beeld blijven

De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers.

Mensen gevolgd met trackers
Shutterstock

De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers. Het openbaar bestuur moet private partners ter verantwoording roepen, vindt Martiene Branderhorst van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). En als gemeenten zelf gaan sturen met data, dienen ze dat te doen binnen publieke waarden.

Teamleider Vingersporen

JS Consultancy
Teamleider Vingersporen

Teammanager Planvorming

HLTSamen
Teammanager Planvorming

‘We moeten veel meer gaan handelen vanuit publieke waarden. Techniek is niet beleidsneutraal, er zijn politieke keuzes nodig,’ zegt Martiene Branderhorst, lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘En de focus in het debat moet verschuiven. Het gaat nu vaak over de kansen van sturen met data, maar we moeten ons ook op de keerzijde richten.’ Branderhorst was voorzitter van de werkgroep die onderzoek deed voor het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ dat 28 mei verscheen (zie volgende pagina].

In haar presentatie eind mei tijdens het congres ICT & Overheid van Binnenlands Bestuur en iBestuur meldde Branderhorst een omslag te zien. ‘Jaren geleden werden bij overheden nog dataprodukten naar binnen gerold waar weinig over was nagedacht. De bewustwording over het belang van legitimiteit van het sturen met data komt nu wel op gang, al is er nog veel handelingsverlegenheid: hoe kan ik er in mijn gemeente op een goede manier aandacht aan besteden?’

Dat kan volgens Branderhorst door het gesprek te starten en daarbij de goede vragen te stellen: voor welk doel worden de data verzameld, is er geen bias in de dataset met kans op discriminatie, wie legt verantwoording af? ‘En vergeet ook niet te vragen of er voorzien is in menselijk contact om de uitkomst te duiden en eventueel te heroverwegen. Je kunt immers niet zeggen: het systeem draaide, dit was de uitkomst en daarmee is het goed.’ Data-analyse biedt volop kansen, weet Branderhorst, ‘maar bespreek dus ook de mogelijke ongewenste effecten.’

In gesprek

De lijst met vragen die de Raad in het advies biedt, is geen afvinklijstje, waarschuwt Branderhorst. Overheden moeten volgens haar steeds in gesprek blijven, en werken aan een waardegedreven strategie. Zo is ze enthousiast over het ethisch beraad dat in Enschede is opgericht met gemeenteambtenaren, wetenschappers, ethici, experts en inwoners. Een dataproject met een ingewikkeld ethisch vraagstuk? Eerst beraad, om echt stil te staan bij de gevolgen, en dan pas aan de slag. Een voorbeeld van een waardegedreven strategie is ook te vinden in een manifest van de gemeente Nijmegen, dat is gemaakt samen met inwoners en instellingen. Hierin staan afspraken over publieke waarden. Een voorbeeld? ‘Wanneer de gemeente Nijmegen met een dataproject aan de slag gaat, zal het altijd een mens zijn die de duiding doet.’

In een vorige functie bij de gemeente Gouda nam Branderhorst het initiatief tot een datawerkplaats. Gouda werkte hierbij samen met andere gemeenten, de provincie Zuid-Holland, wetenschappers en experts. ‘Zeker de universiteit kon ons helpen met reflectie en met expertise. We wilden geen dikke rapporten, maar instrumenten die ons handelen verder konden brengen.’

Een van de resultaten was een ‘datateamstart’. Aan de start van elk dataproject bekeek het team of er genoeg kennis en kunde in huis was, of de politiek goed was aangehaakt, de structuur en de legitimiteit goed was en of de inwoners er wat aan hadden. Nog een mooie opbrengst van de datawerkplaats: Het Data Deelkader. ‘Als je data deelt met een andere partij, een private partner of een instelling, wat betekent dat dan, wie is er verantwoordelijk voor, is er steun uit de top? Het Data Deelkader helpt de juiste vragen te stellen.’

Scholing

Het samenwerken met de wetenschap is Branderhorst goed bevallen. Nu ze, behalve lid van de Raad, ook algemeen directeur stadsbeheer is bij de gemeente Den Haag, heeft ze wederom plannen om kennisinstellingen te betrekken bij datavraagstukken. Het helpt onder meer om de medewerkers de nodige kennis op te laten doen. Branderhorst raadt HR-afdelingen van overheden aan om meer werk van scholing te maken. En medewerkers moeten meebewegen: ‘Ik kom veel enthousiasme tegen, maar medewerkers vinden het ook spannend. Wat gebeurt er met mijn baan door al die technologische ontwikkelingen? Zelf denk ik dat het werk wel verandert, maar dat het niet minder wordt. Blijf leren, dan hou je genoeg werk.’

Binnen de gemeente Den Haag houdt Branderhorst zich bezig met de openbare ruimte, een wereld vol met data: ‘De riolering, verkeerslichten, afvalcontainers. Ook hierover ben ik weer vragen aan het stellen. Wat willen we? Hebben we de kennis en kunde? Verantwoorden we ons op een goede manier, weten we wat er gebeurt met de data die we delen?’

Het delen van data tussen overheden en externe partners vraagt trouwens om extra aandacht. In het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ roept de Raad het openbaar bestuur op om de rol als opdrachtgever steviger in te vullen. Branderhorst: ‘Als je gaat samenwerken met private partijen, moet je duidelijk maken wat je belangrijk vindt bij het gebruik van data. Bijvoorbeeld dat je wilt dat iedereen op dezelfde manier behandeld wordt, dat het transparant is wat je doet en hoe de algoritmes werken. Je moet het afspreken, ook contractueel, en je moet toetsen of het gebeurt.’

Bij de gemeente Den Haag houdt een wethouder zich actief bezig met digitalisering en datahuishouding. Dat is nog niet overal het geval, vandaar de aanbeveling in het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ om politieke portefeuilles te creëren. Op landelijk niveau zou er een permanente commissie in de Tweede Kamer moeten komen voor digitale zaken en datahuishouding en een ‘bijpassende’ minister. De dataminister legt dan verantwoording af in een data-jaarverslag. Dezelfde adviezen gelden voor lagere overheden.

Dringende oproep

In haar rapport benadrukt de Raad de urgentie. Het is geen gebruikelijk advies, zo is te lezen, maar een ongevraagd rapport met een dringende oproep om snel aan de slag te gaan met ‘publieke verantwoording’. De lat ligt hoog, volgens de Raad, omdat er een forse kennisachterstand is vergeleken met de kennis bij techbedrijven. Bovendien is voor het juiste politieke debat niet alleen kennis nodig over data-technologie, maar ‘ook over het inbedden van publieke waarden en doelen in het ontwerp van technologie’. Het geïntroduceerde Data Debat Denkkader, een handreiking met concrete vragen, is een van de instrumenten om het openbaar bestuur daarbij op weg te helpen.

‘Maak het niet te groot.’ Zo luidt het relativerende advies van Branderhorst aan mensen in het openbaar bestuur die aan de slag willen met publieke verantwoording. ‘Begin gewoon eens met een project. Kijk in je eigen context: is mijn gemeente of mijn ministerie bezig met een dataproject of een digitaliseringstraject? Stel daar dan vragen over, over wat het doel is, wat het voor burgers oplevert, welke gegevens met externe partijen worden uitgewisseld en of er genoeg kennis en kunde en capaciteit is. Een eenvoudige interventie, maar ik ben ervan overtuigd dat je daar een aantal vraagstukken uithaalt waar je verder mee kunt.’

Tijd voor meer tegenmacht

Onafhankelijke toezichthouders, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, moeten een steviger positie krijgen en meer capaciteit om daadkrachtig te kunnen optreden tegen techbedrijven. Voor meer tegenmacht is ook extra wetgeving nodig. ‘Momenteel zijn er maar beperkte mogelijkheden om techbedrijven publiekelijk ter verantwoording te roepen en ze, indien nodig, sancties op te leggen die ook echt pijn doen’, zo schrijft de Raad voor het Openbaar Bestuur in het rapport ‘Sturen en gestuurd worden’ dat op 25 mei verscheen.

Volgens de Raad is de huidige ontwikkeling van de digitalisering er een van ‘disruptieve proporties’. En het openbaar bestuur staat daarbij op grote achterstand. ‘Wat weten we over deze machtige spelers, over hun werkwijze en over hun motieven?’ In het rapport staat de transparantieparadox treffend beschreven: ‘Partijen die sturen met data weten steeds meer over burgers, maar burgers weten steeds minder over hen.’

Het is de hoogste tijd de ‘black box’ van techbedrijven te openen, vindt de Raad. Maar het probleem is dat democratische organen als de Tweede Kamer en gemeenteraden private bedrijven niet kunnen dwingen om publieke verantwoording af te leggen over hoe zij sturen met data. ‘Door hun private karakter voelen ze zich daartoe ook niet verplicht of geroepen.’ Wellicht is het een kwestie van tijd. Het valt de Raad namelijk op dat private partijen in het buitenland steeds vaker worden opgeroepen om zich te verantwoorden, zoals Facebook en Amazon bij de Europese Unie.

In Nederland zouden in elk geval de onafhankelijke toezichthouders hierin een stevige rol moeten vervullen, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Consument en Markt. Om hen in staat te stellen private partijen met gezag ter verantwoording te roepen, bij bijvoorbeeld privacygevoelige zaken, zijn volgens de Raad wel meer bevoegdheden nodig en meer medewerkers. Bij de Autoriteit Persoonsgegevens is dat laatste onlangs toegezegd door de Tweede Kamer: het aantal medewerkers zal in 2022 ruim verdubbelen.

De Europese Unie is overigens niet alleen bezig om techgiganten zich publiekelijk te laten verantwoorden over hun data-activiteiten, er is ook een strengere juridische aanpak in de maak. Zo gaan twee recente wetsvoorstellen van de Europese Commissie over het beperken van de machtspositie van grote techbedrijven. En er ligt een voorstel voor een Data Governance Act. De Act moet het delen van data tussen landen en sectoren gemakkelijker maken, maar biedt ook meer bescherming aan burgers en bedrijven en meer zeggenschap over het gebruik van hun data.

De Raad beveelt het openbaar bestuur in Nederland aan om bij deze juridische ontwikkelingen aan te sluiten en er inspiratie uit te halen. In ieder geval ‘dienen bestuurders en volksvertegenwoordigers het juridisch kader te versterken om transparantie en een open cultuur van verantwoording af te dwingen’.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie