Ministerie: per se eigen digitaal CJG
Minister Rouvoet (Christen-Unie) van Jeugd en Gezin wil dat zijn basismodel voor een digitaal Centrum Jeugd en Gezin leidend is. Een concurrerend initiatief blijkt echter populairder. Volgens een kritisch rapport heeft Jeugd en Gezin zich verslikt in de keuze voor één leverancier.
Het succesvolle alternatief heet het ‘virtueel Centrum Jeugd en Gezin’, kortweg vCJG. Het stelt gemeenten in staat om, naast het fysieke CJG, ook via internet informatie over opgroeien en opvoeden aan te bieden. Het vCJG is 2 jaar terug ontwikkeld door de GGD’s van Flevoland en Den Haag en Spectrum Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling in Gelderland. Het concept viel meteen in de smaak en had een vliegende start met twaalf deelnemende gemeenten. Inmiddels doen zo’n zeventig gemeenten mee.
Vorig jaar kwam Jeugd en Gezin met een eigen digitaal CJG: ‘dCJG’. Samenwerking werd niet gezocht. Volgens bestuurder Geert Hoogeboom van de stichting vCJG werd het ministerie al in 2008 gevraagd deel te nemen aan het vCJG, ‘maar de boot werd steeds afgehouden’. Het ‘dCJG’ van het ministerie ging vorig jaar van start met een pilot in Utrecht (26 gemeenten). Eind januari worden de resultaten verwacht.
In een eind vorig jaar verschenen vertrouwelijk rapport schrijft ICT-uitvoeringsorganisatie ICTU van het Rijk het vCJG een aantal pluspunten toe. Zo zijn de kosten lager en kunnen gemeenten putten uit een deskundigenpool gevalideerd door het Nederlands Jeugdinstituut. Bij het dCJG is kennis beschikbaar van de GGD Amsterdam en de stichting Hallo Wereld, bekend van het toezenden van de cd met welkomstlied aan pasgeborenen.
Volgens ICTU geldt voor Hallo Wereld, de uitvoerder van het dCJG, het bezwaar dat de stichting zich uitsluitend op 0- tot 4-jarigen richt. Het dCJG kan voor kennisontwikkeling rekenen op een jaarlijkse rijkssubsidie van 1 miljoen euro. Het vCJG moet zichzelf bedruipen met abonnementsbijdragen van gemeenten. Een uiterst scheve situatie, oordeelt ICTU.
Buitenspel
ICTU’s grootste kritiekpunt is dat gemeenten bij het dCJG aan één commerciële websitebouwer zijn overgeleverd. Het ministerie ging namelijk met één leverancier, het in Amsterdam gevestigde Hollandsch Welvaren BV, in zee. Bij het vCJG-model kunnen gemeenten hun ICT-leverancier zelf kiezen. De keus van het ministerie voor één leverancier zet de concurrentie buiten spel, stelt ICTU. ‘Het spel wordt niet eerlijk gespeeld’, klaagt directeur Robbert Kroes van websitebouwer Kuseema, dat samen met vijf andere leveranciers een klacht bij de NMa overweegt.
Twee anonieme bronnen bevestigen dat de stuurgroep van het ministerie, GGD Nederland, brancheclub Actiz en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, ingesteld om toch samenwerking tussen beide initiatieven te onderzoeken, vorige maand met ruzie uit elkaar is gegaan. De reden: Jeugd en Gezin houdt, ondanks het kritische ICTU-rapport, vast aan het eigen dCJG. In een vertrouwelijke brief aan beide initiatieven schrijft directeur-generaal Maatschappelijke Zorg en Jeugd Marcel van Gastel nu opeens dat gemeenten zelf de aanbieder van hun dCJG-website mogen kiezen. ‘Het ministerie maakt een terugtrekkende beweging’, constateert Kroes.
Maar de problemen zijn niet opgelost. ‘Hoe de samenwerking vorm moet krijgen, is nog onduidelijk. Als het ministerie wil dat andere initiatieven het dCJG volgen, is dat lastig. Hallo Wereld heeft zich tot nu toe ronduit hautain met een overheidsmonopolie opgesteld.’ Het ministerie heeft zich volgens Kroes in een vreemde spagaat gemanoeuvreerd: Jan-Arie Dekker, directeur van de stichting Hallo Wereld, is tevens eigenaar van leverancier Hollandsch Welvaren. ‘Met steun van het ministerie heeft het bedrijf bij veel gemeenten al een aanbod neergelegd. De brief van Van Gastel zal Hollandsch Welvaren er niet van weerhouden daarmee door te gaan. In de brief staat weliswaar dat de stichting Hallo Wereld opnieuw wordt ingericht, maar ook dat het ministerie de lead wil houden. Andere partijen worden immers uitgenodigd hun content beschikbaar te stellen. Als het systeem van Hollandsch Welvaren k leidend blijft, staan de bezwaren van ICTU nog steeds overeind.’
Het ministerie van Jeugd en Gezin ontkent dat het zich voor het karretje van stichting Hallo Wereld en daarmee van Hollandsch Welvaren heeft laten spannen. Het dCJG was toen nog een ‘project van overheidsvoorlichting’, zegt Rouvoets woordvoerder Jan Brouwer de Koning. ‘Logisch dat een partij opdracht krijgt een product te ontwikkelen. Alle aanbieders krijgen nu gelijke kansen.’ Samenwerking werd volgens hem niet gezocht, omdat het ministerie eerst de proef in Utrecht af wilde ronden.
Jan-Arie Dekker wijst er in een reactie op dat stichting Hallo Wereld en bedrijf Hollandsch Welvaren worden ontvlochten. ‘De keuze is dan aan de gemeenten. Hollandsch Welvaren sluit geen contracten af, voordat alle private partijen eveneens in de gelegenheid zijn dit te doen.’ Uit een mailwisseling tussen Hollandsch Welvaren en een tiental West-Brabantse gemeenten blijkt dat het bedrijf al actief werft met flinke instapkortingen. Daar zijn nog geen contracten uit voortgekomen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.