Meldplicht op komst voor ICT-inbreuken in vitale sectoren

Organisaties die vitale infrastructuur beheren - dus ook de overheid - moeten mogelijk verstorende ICT-inbreuken voortaan verplicht melden bij het Nationaal Cyber Security Centrum. Dat staat in een wetsvoorstel van minister Opstelten. De wet voorziet niet in sancties.

Twee jaar aanloop

Het wetsvoorstel is een gevolg van de gebeurtenissen rond DigiNotar eind 2011 en een daaruit voortvloeiende motie van toenmalig kamerlid Hennis-Plasschaert. DigiNotar maakte duidelijk in welke mate een inbreuk op ICT-systemen zich als een inktvlek kan verspreiden binnen de overheid. Als dergelijke incidenten (door externe of interne oorzaken) snel worden gemeld zou de overheid sneller kunnen handelen en dus maatschappelijke ontwrichting kunnen voorkomen.

Vitale organisaties
Het Nationaal Cyber Security Centrum, waar de meldingen terecht moeten komen, zal een getroffen organisatie helpen, maar er ook voor zorgen dat bijvoorbeeld een kwetsbaarheid niet elders ook tot verstoringen leidt. De meldplicht zal van toepassing zijn op organisaties binnen de vitale sectoren elektriciteit, gas, drinkwater, telecommunicatie, keren en beheren oppervlaktewater, transport, financiën en overheid. De meldplicht geldt ook alleen voor specifieke organisaties die daarvoor tezijnertijd met een AmvB aangewezen zullen worden, en als door een ICT-inbreuk bij zo'n organisatie de beschikbaarheid of betrouwbaarheid van hun diensten 'in belangrijke mate wordt onderbroken'.

Geen sancties
De meldplicht is gericht op het laten functioneren van het NCSC als hulpverlener en op het crëren van een veiligheidscultuur, stelt Opstelten in een toelichting. "In verband hiermee is de voorgestelde meldplicht niet voorzien van de mogelijkheid van sanctionering en is de meldplicht primair gericht op het bieden van hulp. Het NCSC kan daarbij functioneren als informatieknooppunt, ofwel de spin in het web, om partijen te informeren en te adviseren over de te ondernemen acties." Het wetsvoorstel is tot en met 17 september te becommentariëren via internetconsultatie.nl.