‘Inter Access wil Dimpact opblazen’

De advocaat van Dimpact sloeg hard terug tijdens de behandeling van de rechtszaak die Inter Access heeft aangespannen wegens vermeende onregelmatigheden bij een aanbesteding. Inter Access’ enige doel zou zijn het intergemeentelijk ontwikkelbedrijf om zeep te helpen.

Inter Access wist dat de eerste door Dimpact aanbestede producten op 1 september moesten worden opgeleverd. Toch wilde het bedrijf, dat de dagvaarding eind juni uitbracht, de zaak pas 7 september behandeld zien. Dimpact kon bij de rechtbank proberen de zitting te vervroegen, maar daartegen zou Inter Access zich verzetten, betoogde Dimpacts advocaat mr. A. ter Mors. De firma had ruim twee maanden nodig voor voorbereiding en vakanties.
Als Dimpact echter planningen niet zou halen, zou het minder interessant worden voor gemeenten om zich aan te sluiten. Op termijn zou het samenwerkingsverband mogelijk ter ziele gaan. Inter Access was daar volgens Dimpact in een poging tot marktbescherming op uit. Door bewust te traineren heeft Inter Access volgens Ter Mors het recht verspeeld zich tegen de gunning (aan Atos Consulting, met onderaannemers XL21, e-Maxx en BMC) te verzetten.

Verschrijving
De beschuldiging dat Dimpact zou gunnen aan een partij die niet eens had ingeschreven, was bij Dimpact hard aangekomen. Volgens Inter Access had Atos Consulting niet ingeschreven. Op de zitting bleek dat in het proces verbaal van aanbesteding Atos Origin stond. Al noemde mr A. Stellingwerff Beintema, advocaat van Inter Access, dat document ‘het hart van de aanbesteding’, volgens Ter Mors was het maar ‘een verschrijving’. Alle van Atos afkomstige stukken dragen het Consulting-logo.
Dimpact heeft maximale zorgvuldigheid betracht in de procedure. Inter Access’ verwijt dat Dimpact vanaf het begin aankoerste op gunning aan Atos en XL21 en dat sprake was van belangenverstrengeling, was bij de gemeenten ‘behoorlijk in het verkeerde keelgat geschoten’. Inter Access onderbouwde deze aantijging met het feit dat XL21 is opgericht door een oud-ambtenaar van Dimpact-initiatiefnemer Enschede. Maar bij de offertebeoordeling waren ook de vier andere Dimpactleden betrokken, betoogde Ter Mors. Op zich was ook de constatering niet onjuist dat Enschede eind vorig jaar voornemens was om bij het beoogde samenwerkingsverband met Hellendoorn, Heusden, Oldenzaal en Zwolle ook Atos Origin, XL21 en e-Maxx te betrekken. Maar zodra duidelijk werd dat een aanbesteding nodig was, zijn alle contacten verbroken, luidde Dimpacts verweer.
Ook anderszins had Atos geen voordeelspositie. Weliswaar had Enschede als Superpilotgemeente wel eens enkele Atos-programmeurs ingehuurd, maar alles wat in het kader van dat project tot stand kwam, is op een projectsite gezet of in de aanbestedingsleidraad opgenomen, zodat alle inschrijvers over dezelfde informatie konden beschikken.
Enkele aantijgingen bestreed Dimpact door ze als feitelijk onjuist af te doen. Inter Access had rondgebazuind dat het vele tonnen goedkoper was dan Atos, maar ‘niet alle kosten waren in de tarieven verdisconteerd’, zei Ter Mors. Was dat wel gebeurd, dat kon Inter Access wel eens duurder blijken.

Aan de gang
Dimpact heeft niet willen wachten op de uitkomst van de rechtszaak, maar is gewoon aan de gang gegaan met Atos, dat de eerste producten ook al heeft opgeleverd. Daarbij heeft het wel een blunder begaan door, toen het Inter Access verlenging verleende van de termijn om tegen de voorlopige gunning in het geweer te komen, de voorlopige status van de gunning niet ook te verlengen. Daarmee werd de opdracht definitief.
Atos zal ongetwijfeld met een forse claim komen als de opdracht wordt afgeblazen. (Peter Mom)