Weerstand tegen controle AP op algoritmes
De WRR pleit ervoor controle op algoritmes niet onder te brengen bij de Autoriteit Persoonsgegeven. Niet alles heeft met privacy te maken.
Het kabinet wil dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) het toezicht op algoritmes op zich gaat nemen, maar de weerstand daartegen neemt toe. Corien Prins, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, pleit ervoor het toezicht onder te brengen bij de toezichthouders per sector. Dat meldt het FD.
Toeslagenaffaire
Algoritmes dringen steeds verder door in de maatschappij. Het gaat om software die zelfstandig beslissingen neemt over bijvoorbeeld hypotheek-, belastingaanvragen en toeslagen. Politici maken zich zorgen over het controleren van deze software, die ook een rol speelde in de toeslagenaffaire.
1 miljoen
Het begin dit jaar aangetreden kabinet wil het toezicht versterken en onderbrengen bij de AP. Volgend jaar zal de privacytoezichthouder daar 1 miljoen euro voor krijgen, een bedrag dat oploopt naar 3,6 miljoen euro vanaf 2026.
Heel veel algoritmes hebben niets met privacy te maken. De vraag is waarom het dan bij de AP thuishoort
Privacy
De kritiek op dat besluit zwelt aan. Prins deelde haar bedenkingen afgelopen woensdag met de Tweede Kamer. Ze kreeg vorige week bijval van Lokke Moerel, hoogleraar ICT-recht en advocaat bij Morrison & Foerster. Andere experts uitten eerder tegenover NU.nl ook al bezwaren tegen het kabinetsplan. ‘We passen algoritmes overal toe, van het aansturen van sluizen tot het verlenen van zorg’, zegt Prins. ‘Heel veel van die toepassingen hebben niets met privacy te maken. De vraag is waarom het dan bij de AP thuishoort. Wat gaat de AP doen met algoritmes die niet over privacy gaan?’
Forse kritiek
Tijdens verantwoordingsdag vorige week woensdag uitte de Algemene Rekenkamer forse kritiek op het gebruik van algoritmes door de overheid. De algoritmes die de overheid gebruikt voldoen lang niet altijd aan de basisvereisten, zo bleek uit het onderzoek van de Rekenkamer. Van de negen door de Rekenkamer getoetste algoritmes bleken er zes niet aan de meest essentiële eisen te voldoen.
De bevoegdheid van de AP is vastgelegd in de AVG en de U-AVG.
Nederland heeft inmiddels de reputatie deze (supra)nationale regelgeving zoveel mogelijk te ontwijken, zo niet te negeren, indien het opportuun is.
De mening van Moerel, laat staan van Prins, is dus maar zéér betrekkelijk.
De Nederlandse belastingbetaler mag verwachten dat de ambtenarij zorg draagt voor een gedegen wetgevingsproces. Op dat laatste is de afgelopen jaren nogal wat af te dingen.