EZ-beleidsvisie communicatie had meer lef kunnen hebben

Critici hoopten op wat meer pit in het eerste elektronische communicatie–beleid dat minister Joop Wijn van Economische Zaken deze week naar de Tweede Kamer stuurde.

Deze week stippelde minister Joop Wijn van Economische Zaken zijn beleid uit met betrekking tot elektronische communicatie in de vorm van het document ‘Nederland in Verbinding’. De nota somt de belangrijkste trends op en de interpretatie van het kabinet. Verder geeft Wijn aan welke actiepunten er op de agenda moeten komen. De concrete uitwerking volgt eind dit jaar in een herziening van de Rijksbrede ICT-agenda.
“Dit document is een opsomming van de bekende agendapunten die veelal overeenkomen met het manifest dat het Strategisch ICT-overleg in juni heeft gepresenteerd”, constateert Dirk van Roode, woordvoerder van brancheorganisatie Nederland-ICT. “Ik vind het Manifest alleen concreter dan dit document.”

Overzichtelijk
Paul de Graaf, secretaris informatiebeleid van werkgeversorganisatie VNO-NCW, prijst juist de overzichtelijkheid: “Het begint op een echt beleidskader te lijken. Er gebeurt veel en het is niet eenvoudig om dat allemaal helder bij elkaar te brengen. Het had wat ons betreft alleen wel iets meer lef mogen tonen.”
Volgens De Graaf is de liberalisering inmiddels op de rails en werkt de markt goed. De verschuiving van toezicht vooraf (ex ante) naar toezicht achteraf (ex post), die Wijn de komende tijd wil onderzoeken, is wat VNO-NCW betreft een uitstekend initiatief. “Wat ik niet begrijp is waarom er dan zo’n accent op de consumentenbescherming wordt gelegd.” Volgens De Graaf is het kabinet te bang dat de consument te veel keuze krijgt en daar niet mee om kan gaan. “Bij de bakker kun je ook kiezen uit 55 broodsoorten en er is geen toezichthouder op het bakkerijwezen, althans geen toezicht vooraf. Waarom moet dat bij telecommunicatie dan wel?” De Graaf zou het toejuichen wanneer de overheid voor de komende vijf tot tien jaar een route zou uitstippelen naar een ex-post-toezicht over de volle breedte van de telecommarkt.
Van Roode valt De Graaf bij: “Wanneer ik een abonnement bij een fitnessclub neem, ja zelfs bij de consumentenbond, zit ik daar ook een jaar aan vast, en als ik niet reageer wordt het stilzwijgend verlengd. Waarom moet je als consument dan voor je telecomdiensten op elk moment voor een andere aanbieder kunnen kiezen?”
KPN juicht bij monde van woordvoerder Bram Oudshoorn de terugtrekkende beweging van de overheid toe. Ook de passage dat alle telecombedrijven worden verplicht deel te nemen aan het NCO-T-overleg dat waakt over betrouwbaarheid en continuïteit van communicatienetten, ziet het bedrijf in dat licht. “Wanneer alle partijen aanwezig zijn kan de overheid zich op de achtergrond houden. Dat geeft meer vrijheid van werken dan wanneer de overheid de regie naar zich toetrekt.”

Vraagsturing
Nederland-ICT mist in het stuk de aandacht voor vraagsturing. “ICT-Regie ziet de toepassing van ICT als innovatie-as. Dan moet je partijen overtuigen, te laten weten waar behoefte aan is. Waarom komt de overheid dan niet met plannen daarvoor?” De Graaf en Van Roode pleiten beiden voor druk vanuit Den Haag om lagere overheden te sturen bij de implementatie van e-overheid. De Graaf: “Je kunt zes gemeenten laten oefenen maar dan weet je wel hoe het moet. Waarom moet elke gemeente dan zo nodig het wiel weer uitvinden? Een zekere eenvormigheid is wel zo efficiënt en ook handig, omdat burgers en bedrijven wel eens iets bij verschillende gemeenten iets moeten regelen.” (Thijs Doorenbosch)