‘Als wethouder stap je op een rijdende trein’

Fleur van der Kleij-de Bruijn (31) werkte in het sociale domein. Nu is ze als wethouder in de gemeente Huizen zelf verantwoordelijk voor dit beleidsterrein en wil ze de jeugdzorg verbeteren en optimaliseren.

Rijdende trein

Ze trad aan toen het reces bijna begon, waardoor ze een relatief rustige start kon maken. ‘Er was tijd om ingewerkt te worden. Er waren inwerkschema’s en er werd aan mij gevraagd hoe ik wil werken. Er was ook veel nieuw voor mij. Ineens heb je een eigen groot kantoor en een secretaresse. In andere functies kan je eerst even meelopen, maar als wethouder stap je op een rijdende trein. Het helpt dan enorm dat ik gemeenteraadslid ben geweest. Ik vond het wel opmerkelijk om van sommige mensen te horen, dat ze zich afvroegen of het wethouderschap voor mij wel te combineren is als jonge vrouw en moeder. Ik vind het bijzonder dat dit nog speelt, maar het is voor mij alleen maar een extra motivatie om er voor te gaan.’

Voeten in de klei

Haar belangrijkste focus is het sociale domein, waar ze ook een studieachtergrond in heeft. ‘Ik ben uiteindelijk afgestudeerd als maatschappelijk werker. Ik werkte jarenlang in het sociale domein als begeleider, coach en in een coördinerende rol. Toen was ik al geïnteresseerd in hoe beleid tot stand komt. Ik dacht toen wel eens dat sommige zaken waren bedacht door iemand die nog nooit met de voeten in de klei heeft gestaan. Mijn eigen ervaring helpt mij nu, maar het is soms ook een valkuil.’

Het burgemeesterschap lijkt mij op den duur ook een mooie functie

Jeugdzorg

Van der Kleij-de Bruijn wil graag het jeugdzorgstelsel verbeteren en optimaliseren. ‘Dat is een grote ambitie van mij. De jeugdzorg is bovendien iets landelijks, dus ik moet realistisch zijn en goed kijken aan welke knoppen ik kan draaien. Ik doe dat door bij uitvoeringsdiensten en andere organisaties mijn visie en ambitie te checken. Daar zitten we ook nog middenin, want het is nog maar mijn vierde maand als wethouder. Ik ben heel positief over de lijn die we hebben ingezet, maar er valt ook nog veel winst te behalen. Mijn kracht is daarbij om optimistisch te zijn en altijd te kijken naar wat er wel kan. Als je cynisch bent of geen vertrouwen hebt, dan wordt het heel lastig als wethouder. Ik ben tevreden als mijn aanpak het verschil kan maken, en er significant iets is veranderd in het jeugdzorgsysteem.’ 

Mogelijkheden

De jonge wethouder zit goed op haar plek en denkt ook al een beetje na over de toekomst. ‘Als het mij goed blijft bevallen, dan zou het mooi zijn als ik nog een periode door kan gaan. En anders heb ik nog veel andere mogelijkheden, want in de sector waar ik uit kom is er altijd werk. Al lijkt het burgemeesterschap mij op den duur ook een mooie functie.’