Consultants geven graag advies welke competenties nodig zijn om een goede ambtenaar te zijn. De een zegt ‘flexibel, creatief en naar buiten gericht’, de ander ‘betrokken, sensitief en empathisch’. Bestuurskundigen van de Radboud Universiteit willen weten wat ambtenaren zelf belangrijk vinden.
Speuren naar de perfecte ambtenaar
Welke competenties vinden ambtenaren nu relatief het belangrijkst in hun werk? Het kan niet zo zijn dat alle 248 genoemde competenties even…
Twee jaar geleden zetten de Nijmeegse wetenschappers Marieke van Genugten en Peter Kruyen een vragenlijst uit onder lezers van Binnenlands Bestuur om dat te onderzoeken. De meeste van de 2.292 respondenten gaven aan meer dan gemiddeld te beschikken over de voorgeselecteerde competenties loyaal, neutraal, klantgericht en resultaatgericht en creativiteit en externe gerichtheid.
Daarnaast voegden ambtenaren zelf liefst 248 verschillende competenties toe. Het vaakst genoemd werden analytische vaardigheden (39 procent), flexibiliteit (25 procent), communicatieve vaardigheden (22 procent), samenwerken (21 procent), plannen en organiseren (18 procent) en ‘doorzetten’ (17 procent).
Mannen-vrouwen
Welke competenties vinden ambtenaren nu relatief het belangrijkst in hun werk? Het kan niet zo zijn dat alle 248 genoemde competenties even belangrijk zijn, maar welke zijn het belangrijkst en voor wie? En zijn daar patronen in te herkennen? Bijvoorbeeld als puntje bij paaltje komt, noemt dan iedereen vooral competenties die samenhangen met het klassieke overheidsbeeld? Of zijn voor sommige ambtenaren competenties veel belangrijker die behoren bij de moderne, op samenwerkingsgerichte visie van het openbaar bestuur?
Daarbij gaat het erom in hoeverre ideeën over het belang van competenties samenhangen met kenmerken van individuele ambtenaren? ‘Logischerwijs valt te verwachten dat voor sommige type functies andere competenties belangrijker worden geacht dan voor andere functies. Interessant in dit kader is dat wij ontdekten dat vrouwelijke respondenten meer competenties noemden dan mannelijke respondenten’, aldus Marieke van Genugten. ‘Kunnen zij beter reflecteren dan mannen? Of hebben zij meer competenties nodig om vergelijkbaar te worden gewaardeerd dan hun mannelijke collega’s?’
Digitale tool
Om bovenstaande onderzoeksvragen te beantwoorden is door de bestuurskundigen een nieuw meetinstrument ontwikkeld, de zogeheten competentieverkenner. Aan de hand van deze innovatieve, digitale tool kunnen ze ambtenaren vragen gestructureerd over hun competenties na te denken. ‘Het mooie van dat instrument is dat het niet alleen ons onderzoek verder helpt, maar ook van meerwaarde is voor respondenten omdat het instrument hen uitdaagt om te reflecteren op hun eigen werk, kennis en kunde. Ook biedt de tool de mogelijkheid om eigen antwoorden te vergelijken met die van andere ambtenaren in soortgelijke of juist andere functies; met dezelfde of juist andere achtergrondkenmerken; en met dezelfde of juist andere ambities’, aldus Kruyen.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 16 van deze week (inlog)