Generatiepact heeft ook keerzijde

De gemeentesector is de eerste sector in Nederland die werk met een Generatiepact. Sinds de intrede in 2014 maken inmiddels ruim honderd gemeenten gebruik van een Generatiepact, zo blijkt uit het rapport ‘Generatiepact gemeenten: sleutel tot succes in handen van gemeenten’ van het A+O fonds. 

Het Generatiepact, waarbij ouderen uren inleveren die door jongere werknemers worden ingevuld, blijkt een goed middel te zijn om de duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers te verbeteren en een meer evenwichtige leeftijdsopbouw van de organisatie te bewerkstelligen. Vooral over het eerste punt, de duurzame inzetbaarheid van ouderen, zijn gemeenten enthousiast.

Dat enthousiasme wordt gedeeld door de deelnemers aan het Generatiepact, die het met een 8,4 waarderen. Ze zien vooral positieve effecten op hun werk-privé balans. Maar er zijn niet alleen positieve effecten. Leidinggevenden zien dat er door deelname aan het Generatiepact capaciteit op de afdelingen wegvalt, waardoor de werkdruk toeneemt. En in de praktijk blijkt het moeilijk om voldoende formatieruimte vrij te maken, jongeren aan te trekken en de doorstroom te verbeteren.

Voor grote gemeenten is dat minder een probleem dan voor kleinere. De grotere gemeenten zijn beter in staat om te schuiven met de formatie en jongeren zien grote gemeenten eerder als aantrekkelijke werkgever. Het Generatiepact biedt daarmee in potentie een mooi pakket aan voorzieningen om werk te maken van een toekomstbestendig en vitaal personeelsbestand, maar vanwege de beperkingen die in het onderzoek naar voren komen zijn veel gemeenten nog huiverig voor de invoering ervan.