/ Blog

Weerstandsvermogen en risicobeheersing bij gemeenten

Weerstandsvermogen en risicobeheersing bij gemeenten. Hoeveel vermogen is nodig en beschikbaar om risico’s te kunnen opvangen?

BMC
13 maart 2020
Door Toine van Helden, senior adviseur bij BMC en auteur van het boek 'Succesvol doelen bereiken':  "Mijn verwonderblogs gaan over strategische organisatievraagstukken in de publieke sector. Waarover blijf ik me verwonderen? Wat is hier volgens mij aan de hand? Zijn er ook aanknopingspunten om te leren van verwondering?"
Verwonder u erover hoe gemeenten bepalen hoeveel weerstandsvermogen ze nodig en hoeveel ze beschikbaar hebben De begroting van gemeenten bevat een paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’ die verplicht is op grond van rijksregelgeving. Die paragraaf moet onder meer ingaan op het vermogen dat beschikbaar is om risico’s op te vangen (waarvoor de lasten in de begroting geen dekking bieden), op die risico’s en op het beleid dat wordt gevoerd. Bij het beleid gaat het om de verhouding tussen de risico’s en het vermogen om die op te vangen en over de risicobeheersing.

Ik heb onlangs voor een gemeente een tiental van deze paragrafen naast elkaar gelegd van vergelijkbare gemeenten van rond de 60.000 inwoners (een groep van redelijk modale gemeenten dus). In totaal had ik dus elf paragrafen. Daarbij heb ik mij verwonderd over de wijze waarop wordt bepaald hoeveel vermogen nodig is om risico’s te kunnen opvangen en ook over de wijze waarop wordt bepaald hoeveel vermogen beschikbaar is om risico’s op te vangen. Laat mij u meenemen in mijn waarnemingen.

Bepalen van de benodigde weerstand
Van de elf gemeenten geeft een gemeente geen inzicht in de weerstand die nodig is om risico’s op te vangen. De andere tien bepalen de benodigde weerstand aan de hand van een inventarisatie van (soorten) risico’s, een kwantificering van die (soorten) risico’s in de vorm van een geldbedrag per (soort) risico en de optelling van die geldbedragen. Het lijkt erop dat alle tien bij het kwantificeren van risico’s een vermenigvuldiging maken van het maximale bedrag dat het ze kost als het risico zich in volle omvang als feit voordoet en de kans dat dit gebeurt. Ze zijn daar niet allemaal even transparant in.

Van de tien gemeenten zijn er vijf die het bedrag dat hieruit resulteert gelijkstellen aan het vermogen dat ze nodig hebben om risico’s op te kunnen vangen. Een gemeente vermenigvuldigt het bedrag eerst nog met een factor 0,9. Een gemeente gebruikt hiervoor de factor 0,5. Drie gemeenten hanteren een risicosimulatie op basis van hun inventarisatie (van risico, maximaal verlies per risico en kans dat zich dit verlies voordoet). Deze simulatie wordt uitgevoerd met software die enorme hoeveelheden scenario’s doorrekent die zich zouden kunnen voordoen en daaruit een statistisch gemiddelde destilleert. Het bedrag dat uit deze berekening resulteert geeft de omvang van de benodigde weerstand weer indien de gemeente een zekerheid van 100% wil hebben dat alle risico’s met dit bedrag kunnen worden opgevangen. Vervolgens wordt het bedrag ook berekend met zekerheidspercentages onder de 100. De (drie) gemeenten die deze methode gebruiken kiezen voor de uiteindelijke bepaling van de benodigde weerstand voor een zekerheidspercentage van 90. Qua uitkomst is deze werkwijze vergelijkbaar met de methode zonder risicosimulatie en met toepassing van een eindfactor die ligt in de range van ongeveer 0,5 tot 0,9.

Geen van de gemeenten brengt haar kansen in beeld binnen deze begrotingsparagraaf.

Kortom, de tien gemeenten die de weerstand vaststellen die ze nodig hebben doen dat op basis van een inventarisatie, analyse en kwantificering van hun risico’s. Kansen spelen daarbij geen rol. Binnen de tien kan een onderscheid worden gemaakt naar de mate van technische genuanceerdheid die ze daarbij hanteren.

Maar leiden die verschillen in technische nuances ook tot betere ramingen van wat ze nodig hebben aan ‘vet op de botten’?   Lees de hele blog van Toine op bmc.nl >

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.