Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Statenleden gruwen van grimmig klimaat

In de afgelopen vier jaar vertrokken 130 van de 570 statenleden, iets minder dan een kwart en weer iets meer dan de periode daarvoor.

10 februari 2023
Statenzaal provincie Groningen
De Statenzaal van Groningen

In de afgelopen vier jaar vertrokken 130 van de 570 statenleden, iets minder dan een kwart en weer iets meer dan de periode daarvoor. Wat bewoog de vertrekkers? En is het een probleem?

Burgemeester

Gemeente Nijkerk
Burgemeester

Projectmanager

JS Consultancy
Projectmanager

‘Ik begon me te schamen. Hoorde ik hierbij?’ Bouwien Rutten stapte begin 2021 uit de Provinciale Staten van Overijssel, van de ene op de andere dag. ‘De grimmigheid in de Staten nam toe en de persoonlijke aanvallen leken steeds gewoner te worden.’ Rutten was zes jaar CDA-Statenlid, waarvan de laatste twee jaar fractievoorzitter. Ze is bepaald niet de enige die tussentijds vertrok. Overijssel zwaaide liefst zestien van de in totaal 47 Statenleden vervroegd uit. ‘Ik vermoed dat de sfeer ook bij andere vertrekkende Statenleden een rol speelde. Als je minder bestand bent tegen het steekspel, en ik kwam minder sterk in mijn schoenen te staan door privéomstandigheden, kan het killing zijn.’

Al stopte ze twee jaar geleden, met onmiddellijke ingang, het moment herinnert ze zich levendig. Forum voor Democratie kwam vier jaar geleden vanuit het niets met zes zetels in de Staten. ‘Daar kwam al snel een eerste afsplitsing van, toen nog een en uiteindelijk bleef er één Forummer over. Vervolgens moesten we stemmen over alle nieuwe fractievergoedingen. Dat we daar zo veel tijd aan gingen besteden, met de volledige Overijsselse Staten, vond ik tekenend voor hoe zinloos we bezig waren en hoever we waren afgedreven van ons wezenlijk doel: zorgen voor een betere provincie. Het was voor mij de druppel.’

De versnippering zorgde volgens Rutten  voor een onwerkbare situatie. ‘Hoe meer fracties er kwamen, hoe meer iedereen zijn eigen gang ging. Terwijl het interessante van ons werk juist is dat je elkaar probeert te vinden ondanks de verschillen. Zo hadden wij met de Partij voor de Dieren geregeld een mooie samenwerking. Maar zeker kleine fracties stonden daar amper voor open. ‘Je doet maar wat je wilt, onze mening blijft ongewijzigd’, kregen we vaak van ze te horen.’ De beslissing om te stoppen is goed geweest, zegt ze. ‘Je hebt voor jezelf te zorgen. Maar het afscheid deed nog lang pijn. Ik ben met extreem veel voorkeursstemmen gekozen en deed het werk vol overgave.’

Bedreigingen

Grimmiger wordt het voor Statenleden ook buiten de Statenzaal. ‘Zestig procent heeft te maken gehad met agressie of bedreiging,’ zegt Harold van de Velde, voorzitter van beroepsvereniging Statenlidnu. ‘Statenleden zijn vanuit de luwte op de eerste rang beland.’ Door sociale media en, volgens Van de Velde, door dossiers die het rijk bij provincies neerlegt, zoals stikstof en energie. Omgaan met agressie is inmiddels een vast onderdeel geworden van het inwerkprogramma dat Statenlidnu samen met Statengriffies heeft gemaakt. PvdA-er Julie d’Hondt kreeg in 2020 te maken met bedreigingen na een debat in de Utrechtse Staten. ‘Een filmpje met mijn opmerkingen was verknipt en online gezet en al snel waren de poppen aan het dansen.’ Van de ergste tweets en telefoontjes deed D’Hondt aangifte. ‘Maar de politie gaf aan dat niemand had geschreven ‘ik kom je met een bijl opzoeken’.

En daar moet je dan al blij mee zijn.’ Het was akelig, zegt ze. ‘Maar het was niet de reden van mijn tussentijds vertrek als Statenlid.’ D’Hondt werd in mei 2022 wethouder in Bunnik: ‘Ik was zeer vereerd dat ze me vroegen. Was dat niet gebeurd, dan was ik nu waarschijnlijk voor een derde termijn gegaan.’ Tussentijds vertrek is bij een stap naar een gemeente bijna niet te voorkomen, vertelt ze. ‘De gemeenteraadsverkiezingen zijn een jaar eerder en ik wilde de kans niet laten lopen om eens aan de andere kant van de tafel te zitten.’ Van de Velde gaat wel op voor een derde termijn als SGP-Statenlid in Zeeland.

‘Ja, ik ben van een uitstervend ras.’ Hij ziet de ontevredenheid toenemen bij collega’s, door de hoge werkdruk en de lage vergoeding: ‘Het is een mooie hondenbaan. Zelf heb ik de vrijdag helemaal gereserveerd voor het Statenwerk. Daarnaast ben ik nog een paar avonden kwijt. En werkbezoeken, die ik belangrijk vind, kosten minstens een halve dag, vanwege de reistijd.’ Karin Straus hield als VVD-Statenlid in het Limburgs Parlement ook een dag per week vrij voor het Statenwerk. ‘Al blijft de combinatie met een baan een puzzel. Als er iets serieus aan de hand is, zoals de collegecrisis in Limburg, gaat de politiek altijd voor. Dat vinden de collega’s van je andere baan niet altijd leuk. En het Statenwerk betreft vaak inhoudelijk technische onderwerpen, waar speciale kennis voor nodig is. Statenleden met een volle werkweek zijn al blij dat ze de verplichte dingen aankunnen, laat staan dat ze zich nog extra kunnen verdiepen in een technisch onderwerp.’

Snelle afhakers

‘We kunnen wel wat beter voor onze provinciale vertegenwoordigers zorgen,’ zegt Van de Velde. De beroepsvereniging pleit al langer voor meer fractieondersteuning, voor een slimmere informatievoorziening en voor een hogere vergoeding. Met een actueel resultaat: eind januari maakte het kabinet bekend de vergoeding voor Statenleden te willen verhogen van 1.329 naar 1.895 euro bruto per maand.

We kunnen wel wat beter voor onze provinciale vertegenwoordigers zorgen

Van de Velde vindt het problematisch dat een kwart tussentijds vertrekt. ‘Je krijgt het werk pas echt goed door na het derde jaar. En ervaring is voor veel dossiers echt belangrijk.’ Karin Straus beaamt dat. Ze was van 2019 tot halverwege 2022 Statenlid: ‘Ik zag bij nieuwe Statenleden dat het best een tijdje duurde voordat ze grip hadden op het werk.’ Straus, oud-Kamerlid en oud-raadslid, vertrok vorig jaar als Limburgs Statenlid, omdat ze een baan kreeg in Utrecht. ‘Ik ben iemand die graag iets afmaakt, dus ik vond het vervelend. Maar het was logistiek niet te combineren.’

Tussentijds vertrek is op zijn minst onwenselijk, zegt Marcel Boogers, hoogleraar Innovatie en Regionaal Bestuur aan de Universiteit Twente. ‘Statenleden zijn immers gekozen op de belofte dat ze vier jaar lang de inwoners gaan vertegenwoordigen. Als ze dan toch halverwege stoppen, staan er wel opvolgers klaar, maar die moeten zich ook weer inwerken. Het is niet alleen verspilde tijd, het maakt een fractie ook minder effectief.’

Boogers adviseert mensen die op een opvolgersplek staan om alvast mee te lopen. ‘Zo val je straks niet van de ene in de andere verwondering. Kijk wat de mores en onderwerpen zijn en wat de instrumenten zijn om het college te bevragen of iets op de agenda te krijgen.’ Opvolgingsmanagement is inderdaad verstandig, vindt Straus. In Limburg wordt gewerkt met burgercommissieleden. ‘Wij zorgen dat die van ons op de VVD-lijst hebben gestaan. Mijn opvolger was dus inderdaad al burgercommissielid.’

Marcel Boogers wijst nog op de groep ‘snelle afhakers’. Die verklaart hij onder andere door de electorale schommelingen. ‘Partijen worden soms veel groter dan ze hadden verwacht. Kandidaten die dachten onverkiesbaar te staan komen er toch in. Ze zijn niet voorbereid en ze zijn er niet op ingesteld. Je ziet dat ook in de cijfers: snelle afhakers zijn er vooral bij nieuwe partijen.’ Reinier Mulder van ProDemos ziet daar juist een verandering. ‘Kandidaten van de nieuwe, opkomende partijen schrijven zich nu ook in voor onze cursus Politiek Actief. Ze voelen wel aan dat het nodig is om te weten hoe het werkt en hoe ze invloed kunnen uitoefenen. Veel nieuwkomers zetten hun messen en bijlen zodanig in dat ze bot worden. Wij leren ze de instrumenten goed te gebruiken.’ De cursus is bedoeld voor zowel kandidaten en burgercommissieleden als voor mensen die zich willen oriënteren. Niemand hoeft dus meer onvoorbereid te beginnen. Mulder: ‘Ik hoop in ieder geval dat door deze cursus minder mensen met teleurstelling afscheid nemen van het Statenwerk.’

Buddies

Wie vanuit de lokale politiek de stap naar de provincie zet, kan overigens ook snel teleurgesteld raken, zegt Boogers. ‘Het Statenwerk is algemener, abstracter, je hebt minder contact met inwoners dan je als raadslid had. Dat wat je wellicht zo leuk vond, komt in de Staten minder aan bod.’ ‘Ja, de provincie staat te boek als een saaie overheidslaag,’ zegt Julie d’Hondt. Ze werkte bij het Centrum Lokaal Bestuur van haar partij mee aan het manifest ‘De mens weer terug in het middenbestuur’. Eind januari verzorgde ze een training voor partijgenoten.

‘Een provinciaal debat over de Omgevingsvisie vinden niet veel mensen leuk, het is dan de uitdaging om jouw partijwaarden te vertalen naar de onderwerpen. Gaat het over openbaar vervoer? Dan kun je het hebben over de aanbestedingsconstructie, maar ook over het loon van de buschauffeurs en over de toegankelijkheid.’ Lessen in politiek handwerk voorzien zeker in een behoefte, merkt ze. ‘Je kunt het daarmee leuker maken voor jezelf en begrijpelijker voor de achterban.’

Hogere vergoedingen, meer training en ondersteuning kunnen vroegtijdig vertrek mogelijk voorkomen

Ook Statenlidnu heeft een leerplatform met e-learnings (www.leerplatformstatenleden. nl), de vereniging publiceerde eind januari het handboek voor Statenleden en biedt sinds kort buddies. ‘We koppelen ervaren Statenleden aan starters uit een andere provincie,’ aldus Van de Velde. Hogere vergoedingen, meer training en ondersteuning kunnen vroegtijdig vertrek mogelijk voorkomen, ze dienen volgens Karin Straus nog een hoger doel: ‘Als we willen dat de democratie ook op ingewikkelde onderwerpen in de provincie goed functioneert, moeten we mensen meer in de gelegenheid stellen zich te verdiepen. Dat maakt de besluitvorming beter en zorgt er hopelijk voor dat standpunten niet worden ingenomen op basis van enkel samenvattingen.’  

‘Provinciale politieke wordt steeds ingewikkelder’

Ruim een op de drie gedeputeerden vertrok voortijdig in de afgelopen Statenperiode, bleek uit een rapport van de Stichting Decentraal Bestuur. Volgens de onderzoeker politiseert de provincie. Twee oud-gedeputeerden beamen dat.

Een integriteitsaffaire zorgde in eerste instantie voor het vertrek van twee gedeputeerden in Limburg in 2021 en sleepte nog geen twee weken later ook de rest van het college mee in de val: vijf gedeputeerden en zelfs de commissaris van de koning. ‘Dat was nog nooit voorgekomen, het was heel triest,’ blikt Carla Brugman terug. Ze was gedeputeerde op persoonlijke titel, want Limburg had een extraparlementair college, een ‘zakenkabinet’. ‘Provinciale politiek wordt steeds ingewikkelder, met steeds meer onderling wantrouwen. In Limburg wilden partijen geen coalitie vormen met elkaar, vandaar deze bestuursvorm.’

 Brugman wijt het gedwongen vertrek van het overige college aan onwennigheid. ‘Misschien was het Limburgs Parlement er nog niet aan toe om met een extraparlementair college om te gaan. Het is te kwetsbaar gebleken. We zaten er vanwege onze kennis en ervaring, maar de Statenleden bleven kijken naar de partijstempels.’ Johan Remkes, die na de crisis waarnam, concludeerde dat het jammer was dat de Staten geen adempauze hadden genomen. Hij stelde in Limburg opnieuw een ‘zakenkabinet’ aan. Brugman hoopt voor Limburg dat de crisis louterend heeft gewerkt. Zelf werkt ze nu bij een gemeente aan cultuurverandering. ‘Politiek gaat te veel over procedures en personen. Ik wil daar nog steeds graag verandering in brengen.’

Renze Bergsma vertrok met zijn CDA-collega eind 2019 uit Gedeputeerde Staten van Brabant vanwege het stikstofdossier. ‘De provincie is daar al decennia over verdeeld. In deze periode is de discussie zwaar gepolitiseerd en gepolariseerd geraakt.’ De media berichtten in 2019 over persoonlijke aanvallen van Farmer Defence Force richting CDA-politici in Brabant. Hoe het ook kwam, het CDA nam binnen een jaar afstand van het coalitieakkoord waarin deadlines stonden voor de stikstofkwestie. ‘Als je eigen fractie niet meer voor de afspraken in het coalitieakkoord kan staan, rest niets anders dan afscheid nemen van het pluche.’ Een bewijs van een volwassen provinciale democratie? ‘Hooguit jongvolwassen. Want we waren in Brabant juist gewend het goede overleg met elkaar te voeren. Als iets politieker wordt, wil dat niet altijd zeggen dat het ook de democratie dient.’

Na het vertrek van Bergsma en zijn partijgenoot ontstond een college met Forum voor Democratie. Dat liep niet goed af en in het huidige college zitten weer de partijen die in 2019 met elkaar begonnen. Gelouterd? Dat is de vraag. Bergsma: ‘Ik lees dat het CDA in Brabant heeft gezegd ook in de nieuwe periode niet in een coalitie te zullen stappen die deadlines wil afspreken in het stikstofdossier. Ook partijen aan de andere kant zitten in de loopgraven. Ik zou zeggen: als provincies zo extreem verdeeld zijn over zo’n belangrijk thema, moet je als kabinet je verantwoordelijkheid nemen.’ Bergsma is nu burgemeester van Coevorden: ‘Het is erg fijn om voor het algemeen belang te werken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie