Advertentie

Vrijblijvende burgerparticipatie kan echt niet meer

Jongeren moeten eerder en meer bij de gemeentelijke politiek worden betrokken. Vrijblijvende burgerparticipatie kan echt niet meer.

27 januari 2022
Idee!
Pixabay

De lokale democratie is niet in crisis, maar er zijn wel problemen. Die moeten worden aangepakt. Zo moeten jongeren eerder en meer bij de gemeentelijke politiek worden betrokken. Structuurwijzingen zijn niet nodig; wel een andere houding van politici en politieke partijen. Vrijblijvende burgerparticipatie kan echt niet meer. 

Strategisch adviseur participatie, werk en inkomen

Gemeente Vijfheerenlanden
Strategisch adviseur participatie, werk en inkomen

Manager Wijken

JS Consultancy
Manager Wijken

Niet optimaal

Dat betoogt Julien van Ostaaijen, universitair docent bestuurskunde aan Tilburg University en lector Recht & Veiligheid bij Avans Hogeschool in zijn nog te verschijnen boek ‘Lokale democratie doorgelicht. Het functioneren van een onbegrepen bestuur’. Net als vier jaar geleden stak hij, in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart, de thermometer in de lokale democratie. Hij heeft niet alleen het functioneren van de lokale politiek onder de loep genomen, maar ook de houding van de samenleving en van de landelijke politiek tegenover die lokale democratie. Hij komt tot min of meer dezelfde conclusie als in 2018. De lokale democratie functioneert niet optimaal, maar er is geen sprake van een crisis.

Samenleving wordt vergeten

Gemeenten vervullen hun taken grosso modo naar behoren, maar vergeten wel te vaak de samenleving erbij te betrekken. In zijn boek hakt hij de problematiek in drie lagen op: de lokale samenleving, de lokale politici en de landelijke politiek. Binnenlands Bestuur nam met Van Ostaaijen de belangrijkste knelpunten en mogelijke oplossingen door.

Kennisgebrek jongeren

‘Om van de lokale democratie te houden, moet je haar op zijn minst kennen’, stelt Van Ostaaijen. Zeker bij jongeren ontbreekt het aan kennis, en daarmee aan liefde. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren nauwelijks weten waar de gemeenteraad over gaat. Voor een ruime meerderheid van de jongeren staat daarnaast de landelijke politiek dichter bij dan die in de eigen gemeente. Ook volwassenen staan niet te trappelen om actief te worden in de lokale democratie. ‘Nederlanders zijn echt bereid de handen uit de mouwen te steken, neem de vele mantelzorgers. Maar als je kijkt naar politieke activiteit en interesse blijft dat achter. Je zou zeggen dat er potentieel zit, maar op de een of andere manier bereikt dat potentieel niet de lokale politiek.’

Stage bij wethouder

Dè oplossing voor deze problemen heeft Van Ostaaijen niet. In ieder geval moet de samenleving meer bij de politiek worden betrokken. Om te beginnen moet er in het (middelbare) onderwijs meer aandacht voor lokale democratie komen. ‘Elke week een half uur les over het lokaal bestuur is wellicht een iets te grote inbreuk op een lesprogramma, maar er moet op scholen wel veel meer gebeuren dan nu. Ik heb ook niet de illusie dat na deze lessen jongeren massaal het lokale bestuur interessant vinden, maar die weg moet je wel bewandelen.’ De jongeren moeten op zijn minst leren hoe de lokale democratie werkt en wat het takenpakket van een gemeente is, vindt Van Ostaaijen. En daarna zouden de jongeren moeten snuffelen aan de praktijk, door bijvoorbeeld stage te lopen bij een wethouder of aan te sluiten bij een werkbezoek van de gemeenteraad.           

Invloed uit handen geven

Inwoners moeten daarnaast door lokale politici en bestuurders worden betrokken, uitgedaagd en gestimuleerd om aan de lokale democratie mee te doen. Burgerparticipatie is een van de manieren om dat te bereiken. ‘In een situatie waarin zo weinig mensen zijn geïnteresseerd in de politiek zeg ik: koester iedereen. Dat je in burgerparticipatietrajecten steeds dezelfde mensen tegenkomt, weegt niet op tegen het feit dat je iedereen hard nodig hebt.’ Wel moet voorkomen worden dat inwoners tijdens of na een traject gedesillusioneerd afhaken. ‘Veel gemeentebesturen gaan wel erg vrijblijvend om met de resultaten van participatietrajecten. Durf invloed uit handen te geven.’ Van Ostaaijen vindt dat uitkomsten van participatietrajecten meer leidend moeten worden. ‘Natuurlijk moet je als bestuurder altijd afwegingen maken, maar er moet serieuzer met de resultaten worden omgegaan.’

Lees in Binnenlands Bestuur nr. 2 van deze week welk problemen er spelen binnen de lokale politiek en in de relatie tussen landelijke en lokale politiek, waarbij Van Ostaaijen mogelijke oplossingen in kaart brengt.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie