Advertentie

Transparantie voor overheden geen wondermiddel

Transparantie leidt wel tot meer vertrouwen in eerlijkheid van gemeenten, maar ook tot minder vertrouwen in hun competentie, blijkt uit onderzoek van Stephan Grimmelikhuijsen.

31 januari 2012

Transparantie zorgt voor meer vertrouwen in de eerlijkheid van gemeenten, maar ook voor minder vertrouwen in haar competentie. Dat blijkt uit promotieonderzoek van bestuurskundige Stephan Grimmelikhuijsen.

Is het erg dat transparantie voor minder vertrouwen in de competentie van overheden zorgt?
‘Mijn stelling is dat transparantie ook van belang is voor het afleggen van verantwoordelijkheid en als democratische waarde. Vaak wordt transparantie in woord beleden als een soort wondermiddel voor meer vertrouwen. Dat hoeft dus niet zo te zijn. Minder vertrouwen kan erg zijn, omdat dit noodzakelijk is voor het functioneren van de overheid.’

Waarom wordt het vertrouwen in competentie minder?
‘Ik heb met drie groepen een experiment gedaan met de informatievoorziening over de besluitvorming van de gemeente Utrecht. Een groep kreeg het volledige transcript van de besluitvorming, de tweede groep een korte samenvatting en de derde groep kreeg geen informatie. De groep die volledige informatie kreeg voorgelegd dacht eerst aan veel politiek gekonkel en achterkamertjespolitiek, maar ze zagen ook dat besluitvorming best ingewikkeld is. Ze zagen het gesteggel vooraf, maar waarderen de openbaarheid wel. Overigens had ik nog twee zaken onderzocht.’

Welke dan?
‘Transparantie als beleidsmaatregel en de uitkomsten van beleid. Uit het laatste blijkt dat transparantie bevestigt wat mensen verwachten van een overheid en bleef het vertrouwen hetzelfde. Als een overheid niet transparant was, werd het vertrouwen minder. Ik vergelijk het met een wc in een goed restaurant. Als die schoon is, ben je niet verbaasd. Zijn de wc’s smerig, dan kom je er nooit meer terug. Transparantie is een hygiënefactor.’

En wat kwam er uit uw onderzoek naar transparantie als beleidsmaatregel?
‘Ik heb gekeken naar het effect van rooskleurige berichtgeving op gemeentewebsites en naar meer genuanceerde berichtgeving. Gemeentelijke websites worden vaak gebruikt om een rooskleurig beeld te schetsen van een beleidsmaatregel. Als de berichtgeving genuanceerder werd, in de trant van: we weten het niet zeker, maar we verwachten dat het werkt, kregen burgers minder vertrouwen in de competentie van de bestuurders. Heel positief zijn is ook niet goed. Gematigd positief is het beste.’

Waarom koos u eigenlijk voor Utrecht?
‘omdat transparantie hier een grote rol speelt. Als het ergens effect zou hebben, dan was het hier. Mijn onderzoek is overigens wel gedaan voor de zaken die rond burgemeester Wolfsen speelden. De gemeente worstelt nogal met de informatievoorziening over luchtkwaliteit. Ik heb hierover advies gegeven.  Bij het bekendmaken van meetresultaten werden nieuwe resultaten niet direct doorgesloten. Mede op basis van mijn advies hebben ze hun website aangepast. Nu worden ieder uur nieuwe meetgegevens toegevoegd.’

Het effect van transparantie bij de overheid is ontaard in een gevecht tussen optimisten, pessimisten en sceptici. Aan welke kant staat u?
‘Ik schaar mezelf bij de realisten. Je moet geen wonderen verwachten van transparantie, maar het levert wel een bijdrage aan het behoud van vertrouwen. Overigens blijkt uit ander onderzoek dat transparantie op de lange termijn van belang is om corruptie of misstanden naar boven te halen. Eerst daalt het vertrouwen, maar later blijkt dat het nieuwe incidenten voorkomt.’

Is het achterhouden van informatie door de overheid niet altijd verkeerd?
‘Soms worden misstanden door de overheid achtergehouden, maar meestal niet. Ambtenaren zijn in het algemeen voor transparantie, al wijzen ze wel op de lastige afweging die ze moeten maken. Er is vaak heel veel en ook complexe informatie. Bij Wikileaks zag je ook dat eigenlijk alleen openbare geheimen werden bevestigd.’

Heeft u ook de rol van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) onderzocht?
‘Nee, daar heb ik niet naar gekeken. Ik heb vooral naar de actieve informatievoorziening van de overheid gekeken. Je hebt ook passieve informatievoorziening. Daarvoor moet je zelf achter informatie aan, bijvoorbeeld door een Wob-verzoek te doen. Overigens kunnen er goede redenen zijn om informatie niet te geven, zoals nationale veiligheid en privacy’

Sommige Wob-adepten zien Nederland als ontwikkelingsland in informatievoorziening. Voormalig minister Donner was niet al te positief over te veel openbaarheid van bestuur.
‘Hij vond dat het teveel werk was. Ik vond dat een opvallende reactie. Democratie kost nu eenmaal geld. Een goede reden om meer actief transparant te worden is dat het voor minder verzoeken zorgt.’

Hoe moeten overheden omgaan met transparantie?
‘Transparantie is nodig om bestaande niveaus van vertrouwen te behouden. Vaak zien gemeenten het als niet aantrekkelijk, omdat het op korte termijn negatieve effecten kan hebben. Daarom zou men op nationaal niveau meer aan verplichting kunnen doen door transparantie meer te stimuleren en regelgeving te maken. Dat vermindert de vrijblijvendheid. Op lokaal niveau pleit ik voor gelaagde transparantie. Complete, maar begrijpelijke informatie. Maak voor leken een heldere boodschap en zorg dat de echte geïnteresseerden door kunnen klikken naar rapporten en cijfers. Als je het doet, moet je het goed doen.’

Gaat u nog vervolgonderzoek doen?
‘Ja, ik ga onderzoeken waarom de ene gemeente wel met meer informatie naar buiten komt en de andere niet. Heeft dat een politieke achtergrond of speelt de capaciteit een rol?’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

W.Wilkens
Het gaat niet om de zoveelste nieuwe mode die dan nu transparatntie heet, maar om de ontwikkeling van een publieke moraal.

De problemen zijn ontstaan, toen de politiek de overheid als een bedrijf begon te beschouwen. Toen is de Grote Uittocht van kennis ('competentie') begonnen en de Intocht van veel externen.

Het artikel/onderzoek beschrijft in feite die ontwikkeling.



De wens van de politiek om toch vooral maar greep te houden op die ontwikkeling leidde vervolgens tot extra (vaak symbolische) regelgeving.

De hierop volgende reactie om te dereguleren, heeft de chaos bij de overheid in al haare geledingen compleet gemaakt.



Voor wie de Algemene Beschouwingen van de net afscheid genomen hebbende vice-president van de RvS jaarlijks heeft bijgehouden, was dat geen verrassing.



Helaas dat niemand er iets mee heeft gedaan!
Advertentie