Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

België trekt aan Zeeuws krimpgebied

Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 2: Zeeuws- Vlaanderen.

31 juli 2020
Strand-Zeeland.jpg
Strand in Zeeland

Vanuit Nederland gezien is Zeeuws-Vlaanderen typisch krimpgebied. Wegtrekkende voorzieningen, slechte bereikbaarheid vanuit de Randstad. Vanuit Vlaams oogpunt wordt het een steeds aantrekkelijker uitloopterrein voor bruisende steden als Gent en Antwerpen. Is de regio aan het ‘vervlaamsen’?

Ver weg in eigen land 
Deze zomer brengt Binnenlands Bestuur vier reportages over het leven en welzijn aan de rand van Nederland. Deel 2: Zeeuws- Vlaanderen.

Zeeuws-Vlaanderen vreest verdere vervlaamsing

Vanaf het strand in Breskens, op het noordwestelijke puntje van Zeeuws- Vlaanderen, lijkt de overkant van de Westerschelde vlakbij. Vlissingen, op het zuidwestelijke uitsteeksel van Walcheren, ligt hemelsbreed maar een paar kilometer van Breskens vandaan. Maar sinds 2003 is de afstand tussen die twee plaatsen, met de auto althans, flink vergroot. Met de komst van de Westerscheldetunnel, van Terneuzen naar Zuid-Beveland, is de veerdienst tussen Breskens en Vlissingen afgeschaald naar een dienst alleen voor fietsers en voetgangers. Ook andere veerdiensten tussen Zeeuws-Vlaanderen en ‘de overkant’, zoals de Zeeuws-Vlamingen de rest van Zeeland consequent noemen, zijn opgeheven. De tol die tunnelbezoekers betalen - 5 euro voor een personenauto - is al jaren onderwerp van discussie. Wie de tol niet wil of kan betalen, moet omrijden via Antwerpen. Het versterkt het gevoel van de regio de verbinding met de rest van Nederland te verliezen.

In zekere zin is Zeeuws-Vlaanderen altijd al innig verbonden geweest met onze zuiderburen. Zo zijn er in de regio zowel katholieke als protestante dorpen te vinden - een resultaat van de lijnen die zijn getrokken toen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog in het gebied omhoog trokken. Die ‘Spaanse linie’ is in de 21e eeuw nog steeds zichtbaar, bijvoorbeeld in het feit dat sommige dorpen enthousiast carnaval vieren en andere dorpen helemaal niet. Ook vind je in een willekeurig café in Terneuzen een aanbod aan trappist- en abdijbieren dat nauwelijks op twee A4’tjes past. Toch doet de streek ook typisch Nederlands aan. Het landschap van dijken, molens en kreken is gevormd door een eeuwenlange strijd met het water. De grote, rechtlijnige percelen met uien, aardappels en tarwe, afgebakend door keurige rijen populieren, iepen of wilgen, waren zonder de traditionele Nederlandse ruilverkaveling niet mogelijk geweest. Eigenlijk is Zeeuws-Vlaanderen een ‘rare streep niemandsland’, schreef de Vlaamse schrijver Tom Lanoye onlangs in de Volkskrant.

Wingewest
Maar de balans lijkt om te slaan, waarschuwen sommige Zeeuws-Vlamingen. De streek ‘vervlaamst’, en niet in de laatste plaats omdat de Nederlandse rijksoverheid het gebied vergeten lijkt. Waar Den Haag de regio als perifeer krimpgebied aanmerkt, is het vanuit Vlaams perspectief een potentieel uitloopgebied voor de groeiende metropool van Gent (een kleine dertig kilometer van de grens vandaan).

Laszlo van de Voorde, fractievoorzitter van de PvdA in de gemeente Terneuzen, vond een creatieve manier om dat gevoel te vertalen in een signaal richting Den Haag. Hij diende een motie in waarin hij voorstelde om de naam van de gemeente Terneuzen te veranderen in Hollands Wingewest. Dat moest duidelijk maken dat de regio geen volwaardig onderdeel meer is van het Koninkrijk Nederland, maar door de rijksoverheid wordt uitgebuit voor economisch gewin. ‘De Gemeentewet maakt het mogelijk om de naam van je eigen gemeente te veranderen. In de utopie dat de motie wordt aangenomen, hoef je het ministerie alleen maar in kennis te stellen van de naamsverandering’, zegt Van de Voorde met een ondeugende glimlach. De motie vond nauwelijks steun in de gemeenteraad, maar het was een duidelijk signaal.

Het gevoel dat Zeeuws-Vlaanderen er niet meer bij hoort, komt voort uit een opstapeling van tegenslagen sinds de eeuwwisseling. De toltunnel, die in 2003 werd aangelegd, was daarvan slechts het begin. Sindsdien zijn er steeds meer voorzieningen uit Zeeuws-Vlaanderen gecentraliseerd richting steden als Goes, Vlissingen of Middelburg. Van de Voorde: ‘We hebben het UWV zien vertrekken. We hadden een volwaardig belastingkantoor. Weg. Douane. Weg. Marechaussee. Ook helemaal uitgekleed. Het CBR is hier weg. De geestelijke gezondheidszorg, het kantongerecht, ook weg. Zo kan ik nog wel even doorgaan.’ Met andere woorden: voor steeds meer zaken moeten de Zeeuws- Vlamingen naar ‘de overkant’, waarvoor ze sinds 2003 ook nog tol moeten betalen.

Floor Milikowski, die de tragiek van wegtrekkende voorzieningen aan de randen van Nederland beschreef in haar boek Een klein land met verre uithoeken, kent ook de situatie in Zeeuws-Vlaanderen. Ook Milikowski noemt de toltunnel als belangrijke boosdoener: ‘Het is natuurlijk heel vreemd dat iemand uit Zeeuws-Vlaanderen die werkloos is of die een boete wil aanvechten bij de rechtbank 10 euro moet betalen om met de auto door de tunnel te gaan om bij het UWV of de rechtbank aan te komen. Of dat er daar geen snelweg of trein komt. Dat zegt veel over de wijze waarop er vanuit Den Haag naar Zeeland wordt gekeken. Het hangt er een beetje bij.’ Eigenlijk is Zeeuws-Vlaanderen een ‘rare streep niemandsland’

Tol weg?
De marinierskazerne in Vlissingen, die er uiteindelijk niet kwam, was in eerste instantie dan ook bedoeld als compensatie voor het verdwijnen van al die voorzieningen. ‘Dat was sowieso al een belachelijk idee’, vindt Cees Liefting, oud-wethouder in Terneuzen en nu voorzitter van Stichting Zeeland Tolvrij. Want de marinierskazerne zou misschien wel werkgelegenheid rond Vlissingen opleveren, maar wat heeft dat te maken met de voorzieningen in Zeeuws-Vlaanderen? Bovendien ligt ook daar weer de tolbarrière, legt Liefting uit. ‘De werkgever in Vlissingen betaalt geen vergoeding voor de tol. In Zeeuws-Vlaanderen doen ze dat wel, omdat ze anders de werknemers niet krijgen.’ De tunnel zorgt voor een gespleten arbeidsmarkt, aldus Liefting.

Daarnaast dalen de huizenprijzen als gevolg van de tol. Liefting: ‘Daarom komen de Belgen nu hierheen. Voor hen geldt niet die barrière, zij kunnen gewoon de grens over.’ Die ontwikkeling speelt een belangrijke rol in de vermeende vervlaamsing. ‘Ja, op zich zijn die mensen welkom’, legt PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde uit. ‘Alleen die hebben dus wel hun leven nog in België. En dat is echt funest voor onze voorzieningen.’

Deze effecten werden uitvoerig beschreven door onderzoeker Evert Meijer van de TU Delft. In zijn rapport ‘Tolweg of tol weg?’ becijfert hij dat het afschaffen van de tol zal zorgen voor een verkeerstoename van 25 tot 30 procent, niet alleen ten behoeve van werk en voor allerlei voorzieningen, maar ook voor winkelen, het onderhouden van sociale contacten, en vrijetijdsbesteding. Er is grote potentie voor regionale ontwikkeling in Zeeland, ziet Meijers, maar alleen een beter geïntegreerd Zeeland kan die potentie waarmaken. In 2003 zijn er weliswaar afspraken gemaakt om tot 2033 tol te heffen, maar tolheffing is nooit in steen gebeiteld, schrijft Meijers. Bovendien is de situatie nogal veranderd sinds 2003. Aan het begin van de eeuw waren Zeeuws-Vlamingen nog beduidend minder afhankelijk van ‘de overkant’ voor onmisbare voorzieningen. ‘Uiteindelijk is het een politieke keuze om wel of geen tol te heffen’, concludeert Meijers.

Appeltje eitje
Cees Liefting zag het beloofde compensatiepakket voor het uitblijven van de marinierskazerne als een herkansing om een goede deal voor Zeeuws- Vlaanderen in de wacht te slepen. Hij ging in gesprek met Bernard Wientjes, die het pakket als speciaal adviseur samenstelde, en nodigde daarbij ook onderzoeker Evert Meijers uit. Het was een opmerkelijk gesprek, vertelt Liefting. Wientjes liet weten dat hij aan het begin van zijn opdracht verwachtte dat het ‘appeltje eitje’ zou zijn: een tolvrije tunnel leek de meest logische oplossing. Het is een onderwerp dat leeft bij de Zeeuwen, zag Wientjes. Maar gedurende zijn opdracht kreeg hij andere geluiden te horen, van ‘bestuurders die andere dromen hebben’, zoals Liefting het parafraseert.

De ‘elite van Zeeland’, zoals de mensen van de Roosevelt Academy in Middelburg en de Economic Board Zeeland, wilde bijvoorbeeld liever een nieuw kenniscentrum. In het uiteindelijke plan werd inderdaad een Delta Kenniscentrum voor voedsel, water en energie opgenomen. PvdA-fractievoorzitter Van de Voorde: ‘Bestuurlijk Nederland vindt dit mooi, maar de burgers niet.’ Het pakket werd aangeprezen als een boost voor werkgelegenheid, maar dat is wat Liefting betreft de verkeerde insteek: ‘Wij hebben in Zeeland helemaal geen last van te weinig banen. We hebben last van te weinig mensen.’

Tot slot spelen ook een krimpend onderwijsaanbod en gebrekkig openbaar vervoer een sleutelrol in de vervlaamsing van Zeeuws-Vlaanderen. Terneuzens wethouder Sonja Suij (jeugd en onderwijs, VVD) weet er alles van en vertelt er graag over, zelfs als het eigenlijk de eerste dag van haar vakantie is. In heel Zeeuws-Vlaanderen – met zo’n honderdduizend inwoners en een breedte gelijk aan de afstand tussen Rotterdam en Amsterdam – zijn er nog maar drie middelbare scholen over. Suij geeft een voorbeeld: ‘Een leerling uit Cadzand is anderhalf uur onderweg met de bus naar Terneuzen.’

De schooltijden worden overigens gedicteerd door de trein uit Amsterdam, gaat Suij verder. De leerlingen zijn afhankelijk van de bus naar het treinstation in Goes, licht ze toe. En die bus is weer afgestemd op de trein van Amsterdam naar Goes. Hoe doen de Vlamingen dat? ‘Daar is het andersom: de buslijnen zijn afgestemd op de lestijden van de school.’ Een school in Zelzate bijvoorbeeld, net over de Vlaamse grens, heeft een eigen busdienst met een stopplaats binnen de Nederlandse grenzen. Suij: ‘Dan weet je als ouder: mijn kind stapt daar om tien voor acht op de bus en wordt ‘s avonds weer netjes afgeleverd.’

In de bres
Op die manier worden Vlaamse scholen dus steeds aantrekkelijker voor Nederlandse gezinnen. Van de ruim zesduizend jongeren tussen 12 en 18 jaar in Zeeuws-Vlaanderen gaan er al bijna zeshonderd over de grens naar school. En hoe minder leerlingen de Zeeuws-Vlaamse scholen overhouden, hoe minder financiering de scholen van het rijk ontvangen, hoe minder scholen er overblijven. Suij probeert het lokale onderwijs uit alle macht met gemeentelijke middelen overeind te houden, maar vindt dat eigenlijk haar taak niet. ‘Onderwijs is een kerntaak van de nationale overheid. Het kan niet zo zijn dat omdat je toevallig geboren wordt in Kloosterzande, dat je dan minder onderwijskansen zou hebben dan als je geboren wordt in Rotterdam of Amsterdam. Daar moet een gemeente toch niet voor in de bres hoeven te springen?’

Overigens vinden niet al haar collega’s haar betoog even geloofwaardig. Suij, die uit het grensplaatsje Koewacht komt, heeft namelijk zelf in Vlaanderen op school gezeten, heeft er gestudeerd en heeft er dertien jaar gewerkt als docent. Zelf vindt ze het jammer dat Vlaamse scholen door veel Zeeuws-Vlamingen als concurrentie worden gezien. ‘We moeten wat minder met die grens denken. We kunnen er juist profijt van hebben dat we elkaars buren zijn.’ Om dat in te zien, moet Zeeuws-Vlaanderen van het predicaat ‘krimpgebied’ af, vindt Suij. Zelf spreekt ze liever van een ‘regio met groeipotentie’. De hulp van de Nederlandse overheid is wel nodig om die potentie te realiseren. ‘Nu zouden we hier de piketpalen moeten slaan: waar gaan we in deze regio naartoe?’

Onderzoeker Evert Meijers waarschuwde in zijn rapport over de toltunnel in 2018 al voor een ‘Belgisch scenario’ in het geval dat de tol blijft bestaan. In een recentere publicatie bestudeert hij ook de fusie van de havenbedrijven van Vlissingen, Terneuzen en Gent tot de ‘North Sea Port’. Die samenwerking lijkt een verdergaande oriëntatie richting Vlaanderen nog aannemelijker te maken. Bovendien kondigde de Belgische federale overheid onlangs aan werk te willen maken van een treinverbinding van Gent naar Terneuzen. Dan wordt over de grens naar school gaan, studeren of werken wellicht nóg aantrekkelijker, en worden andersom de huizen in Zeeuws-Vlaanderen nóg interessanter voor de Vlamingen.

Als de Nederlandse overheid Zeeuws- Vlaanderen blijft zien als een krimpgebied dat het niet waard is om flink in te investeren, zou het zomaar kunnen dat de Belgische overheid in het gat springt. In plaats van Hollands Wingewest kan Terneuzen haar naam dan misschien beter veranderen in Gent aan de Westerschelde.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie