Advertentie

Laren had gedrag raadslid moeten bespreken

Brenninkmeijer vindt dat de gemeenteraad onethisch gedrag van Timmerman in een openbare raadsvergadering moest behandelen. Zo kunnen kiezers een oordeel vormen.

23 november 2011

De gemeenteraad van Laren heeft klachten van een inwoonster over handelingen van een raadslid niet goed opgepakt. Dat concludeert de Nationale ombudsman na onderzoek. De raad had zelf onderzoek naar de zaak moeten doen. Nu blijven al dan niet terechte beschuldigingen in de lucht hangen.

Onethisch gedrag bespreken

Ombudsman Alex Brenninkmeijer vindt dat gemeenteraden aan onethisch gedrag van raadsleden aandacht moeten besteden in een openbare raadsvergadering. Alleen zo kunnen kiezers zich een oordeel vormen of raadsleden over de schreef gaan. Dat is belangrijk omdat raadsleden uiteindelijk alleen aan de kiezer verantwoording schuldig zijn, betoogt Brenninkmeijer.

Beschermen

De Nationale ombudsman startte in maart 2011 een onderzoek nadat een inwoonster van de gemeente Laren bij hem had geklaagd over beschuldigingen aan haar adres van raadslid Jacqueline Timmerman van Liberaal Laren. Volgens de klaagster had de gemeenteraad haar moeten beschermen tegen de – volgens haar onterechte - beschuldigingen.

Redelijkheidsvereiste

Ze krijgt daarin gelijk van de ombudsman. Hij vindt dat de raad in strijd met het redelijkheidsvereiste heeft gehandeld. Dit vereiste houdt in dat overheidsinstanties de in het geding zijnde belangen tegen elkaar afwegen en dat de uitkomst hiervan niet onredelijk is.

Raad gaf geen oordeel

De gemeenteraad koos ervoor de gemeentelijke klachtprocedure in werking te stellen. De wettelijke bepalingen voor klachtbehandeling zijn echter niet van toepassing op gedragingen van individuele raadsleden. Daardoor werden zeven van de acht klachten niet ontvankelijk verklaard en gaf de gemeenteraad uiteindelijk geen moreel oordeel over de handelwijze van Timmerman.

Eigen onderzoek

‘Alhoewel begrijpelijk, is de uitkomst van die keuze onredelijk omdat zowel verzoekster als het betrokken raadslid worden geconfronteerd met het uitblijven van een oordeel’, concludeert de ombudsman. In plaats daarvan had de raad een eigen onderzoek moeten instellen en de resultaten moeten bespreken in een openbare raadsvergadering.

Gedragscode tot leven brengen

De Nationale ombudsman vindt dat raadsleden zich bewust moeten zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit het raadslidmaatschap. Zij moeten opletten wat zij buiten de raadsvergadering, in de media bijvoorbeeld, over inwoners zeggen. Door in een openbare raadsvergadering onethisch gedrag te bespreken, brengen de raadsleden de voor hen geldende gedragscode tot leven. Brenninkmeijer: 'Juist het geven van een moreel oordeel in de openbaarheid voorkomt dat onterechte beschuldigingen in de lucht blijven hangen.'

Niets te verwijten

Burgemeester Elbert Roest vindt niet dat de raad iets te verwijten valt. ‘We hebben oprecht, in alle transparantie en met een openbare raadsvergadering dit onderwerp opgepakt. Vijf van de zes fracties hebben zich in die vergadering kritisch uitgelaten over het handelen van hun collega, maar ik heb dat als raadsvoorzitter niet in een samenvattend oordeel vertaald. Als ik dat wel had gedaan, hadden we volgens mij aan het redelijkheidsvereiste voldaan. Ik wist niet dat die samenvatting zo belangrijk was. Dat weet ik nu wel.’

Nieuwe verantwoordelijkheid

Volgens Roest introduceert de ombudsman met dit vereiste een nieuw element in klachtenprocedures, althans, in Laren. ‘Hier wordt jurisprudentie gemaakt. Hij introduceert een grote, nieuwe verantwoordelijkheid voor raadsleden en de raadsvoorzitter.’ Roest wil met het presidium bespreken hoe hier in de toekomst mee om te gaan. Ook de vraag of er alsnog een raadsonderzoek moet komen, gaat hij aan het presidium voorleggen.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Bart de Quiné / Ondernemer
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en dan is een optelsom van 1+1=3 snel gemaakt.

De Ombudsman stelt dat de klacht van een inwoonster van Laren gegrond is, de redelijkheidsvereiste is niet in acht genomen. En wat zegt Timmerman, de gemeente heeft zich slecht gedragen tegenover zijn echtgenote. Wees blij dat er geen uitspraak is gedaan door de raad, want dan was mevrouw Timmerman er niet zo goed vanaf gekomen. Want heeft zij leugens verspreidt in de krant? En wat vindt de raad van haar optreden in de krant? Moet je je als raadslid niet terughoudend opstellen. En als je het niet eens bent met het beleid is de raad je arena en niet de krant. Blijkbaar had Timmerman geen vertrouwen als winnaar uit die strijd te komen, dus stap je naar een krant.

En waarom heeft zij zo'n aandacht voor die ene inwoonster? Er worden wel meer bomen gekapt in in ons mooie dorp Laren. En wel meer mensen die illegaal bouwen. Daar hoor je mevrouw Timmerman niet over, en dat is te bewijzen als je de raadsvergaderingen en het politieke leven volgt zoals ik.



En als je zegt: "De Ombudsman verwijst naar de verantwoordelijkheid van de fractie om een klacht te beoordelen. Echter daar is geen enkel juridisch aanknopingspunt voor. Raadsleden hebben een individueel kiezersmandaat.

En een verantwoordelijkheid van de Raad naar een Raadslid is er al helemaal niet."

Dan kun je zeggen, een raadslid doet wat zij wil, hoeft geen verantwoording af te leggen gedurende 4 jaar en pas bij de gemeenteraadsverkiezingen zal blijken wat de kiezer ervan vindt.

Nee, Timmerman zegt dan ben je vogelvrij. Tja, het is maar wat je wil horen en vervolgens mee aan de haal gaan.



In deze hele kwestie zijn er geen winnaars en verliezers. Niet alleen mevr. Timmerman en de klaagster maar ook de gemeente.
Hans Timmerman


Ondergetekende heeft van dichtbij meegemaakt hoe de hele afhandeling van de klacht tegen het

gemeenteraadslid bij de gemeente Laren al in een vroeg stadium is ontspoord. Hij is namelijk de

echtgenoot en weet als geen ander hoe machteloos een onterecht beschuldigd raadslid zich voelt,

als ‘Kafka achtige procedures’ zich ontwikkelen, die uiteindelijk zelfs tot een oordeel van de

Nationale Ombudsman leiden.

Al die tijd moet je als slachtoffer tijdens die procedure ‘stil’ zijn en toelaten dat anderen de grootst

mogelijke onzin en zelfs laster verspreiden. Waarbij de pers, zonder hoor en wederhoor, dit alles

ongecontroleerd overneemt en verder verspreidt.



Grootste probleem is dat - toen de ‘klacht’ werd ingediend – is verzuimd eerst waarheidsvinding te doen.

Als dat was gebeurd, dan was de klacht nooit in behandeling genomen.

De Ombudsman heeft het Raadslid in dat kader uiteindelijk gelijk gegeven. Terwijl nota bene het raadslid

bij aanvang van de klachtenbehandeling deze noodzakelijke waarheidsvinding duidelijk heeft aangegeven.

En kon bewijzen dat alle acht klachten volledig ongegrond waren. De raad heeft dit toen echter bewust

terzijde gelegd. Dit terwijl de klaagster niets kon bewijzen en hier ook niet toe verplicht werd gesteld door

de klachten coördinator. Er geldt in Nederland nog steeds: wie stelt, bewijst; anders is het hek van de dam.

En in deze zaak is dat hek wijd opengezet . . . . . . .



Een klacht is namelijk niet altijd een echte klacht. Een inwoonster kan ook ongenoegen uiten (is geen

klacht, maar een andere mening) of willen pesten (allerhande beschuldigingen uiten in de hoop dat

dat politiek voordeel oplevert). Dat laatste was duidelijk de situatie in dit geval. Er speelden grote belangen

over de toekomstige bestemming van een bosperceel waar het raadslid een voor de klaagster ongunstige

mening over uitte.



De tweede grote fout is geweest dat men met een klachtenprocedure is begonnen die valt onder de

Algemene wet bestuursrecht. De Awb beperkt het klachtrecht tot gedragingen van een bestuursorgaan

en van personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan (art 9:1 Awb).

En een raadslid valt hier niet onder. Een raadslid is een gekozen volksvertegenwoordiger die zonder last

en ruggespraak spreekt, niet onder verantwoordelijkheid van enig bestuursorgaan. Dit wordt in een zeer

interessant artikel van Krijn van der Heijden, raadsgriffier van Zutphen uitgelegd.

Zie http://www.griffiers.nl/Thema_s_en_dossiers/Volk …



De klachtenregeling van de gemeente Laren is dus in strijd met het Algemeen bestuursrecht. Hetgeen het

betreffende raadslid bij aanvang van de procedure al duidelijk had aangegeven, maar - naar nu blijkt - ten

onrechte terzijde was geschoven door de raad.



Daarnaast stelt de Ombudsman dat de raad in strijd heeft gehandeld met het redelijkheidsvereiste. Dit

vereiste houdt in dat overheidsinstanties de in het geding zijnde belangen tegen elkaar afwegen en dat

de uitkomst hiervan niet onredelijk is. Dit betekent volgens de Ombudsman dat de gemeenteraad het

raadslid had moeten beschermen tegen de onterechte beschuldigingen in plaats van de klachtafhandeling

te starten.



De Ombudsman verwijst naar de verantwoordelijkheid van de fractie om een klacht te beoordelen. Echter

daar is geen enkel juridisch aanknopingspunt voor. Raadsleden hebben een individueel kiezersmandaat.

En een verantwoordelijkheid van de Raad naar een Raadslid is er al helemaal niet.



Kortom, een raadslid is eigenlijk onbeschermd als een burger ongegronde klachten indient en er geen

serieuze waarheidsvinding wordt gedaan. De discussie wie dan deze waarheidsvinding zou moeten doen,

lijkt mij een eerste vraagstuk om op te lossen. Zolang dat niet adequaat is geregeld, zijn alle raadsleden in

Nederland vogelvrij voor ontevreden of kwaadaardige burgers die baat hebben bij het in een kwaad

daglicht stellen van een raadslid.



Hans Timmerman, Laren.

Louise Kift / burger
De Larense gemeenteraad gaat niet, zoals de Nationale ombudsman heeft geopperd, een moreel oordeel vellen over het handelen van mederaadslid Jacqueline Timmerman ( Liberaal Laren). Na klachten van een burger in 2010 besloot de raad daarvan de meeste niet-ontvankelijk, één ongegrond en één gegrond te verklaren. De klaagster stapte naar de ombudsman omdat de vraag dat het raadslid zich integer had gedragen in het midden werd gelaten. De ombudsman had graag gezien dat de raad een onderzoek zou instellen naar de vraag of de integriteit in het geding is geweest, aangezien de raad een gedragscode heeft. De resultaten zouden dan in het openbaar moeten worden behandeld zodat ook de de kiezers een oordeel kunnen vormen. De gedragscode wordt zo 'levend' in plaats van een papieren tijger. Maar de fractievoorzitters vertikken dit. Ze vinden dat ze via een uitgevoerd onderzoek door de klachtencoordinator van de gemeente genoeg hebben gedaan. Bovendien voelen ze zich als raad niet verantwoordelijk voor een mederaadslid, wel voor hun kiezers. " Een moreel oordeel is niet aan ons, waarbij de enige norm de subjectieve is", aldus Mei Polano namens de fractievoorzitters ( minus Timmerman) Bron: Gooi en Eemlander

Advertentie