Rotterdam krijgt twitterende Vlaming aan het roer

Rotterdam krijgt een Belgische gemeentesecretaris, Philippe Raets. Met dertig jaar werkervaring in het Nederlandse openbaar bestuur is hij flink vernederlandst, zelfs zijn accent is een wonderlijke combinatie van harde en zachte klanken. De Vlaamse prudentie verloor hij echter niet. Het roer gaat onder Raets niet om. ‘Stick to your plan.’

U bent al enige maanden interim-gemeentesecretaris; wat is uw eerste indruk van de gemeente Rotterdam?

‘Ik heb in veel organisaties gewerkt, maar niet eerder ben ik een organisatie tegengekomen waarin de mensen zo verbonden zijn met de stad zelf. Het zijn Rotterdammers die ook echt iets met de stad hebben en er hard voor willen werken.’

Uw voorganger, Arjan van Gils, is nu gemeentesecretaris van de gemeente Amsterdam, waar u zelf eerder als directeur heeft gewerkt. Ajax-Feyenoordsentimenten bestaan er niet op dit niveau?

 

‘Gelukkig niet, we wisselen heel veel uit, ook met Utrecht en Den Haag. We werken samen op het gebied van HRM en ICT en recent is ook afgesproken dat we samen aan kennisontwikkeling gaan doen. En ja, Rotterdam is hofleverancier voor Amsterdam. Arjan is niet de eerste goede ambtenaar die de overstap maakt, ook zijn voorganger deed dat. Tegen mij is al gezegd: We weten al wat jij over een paar jaar gaat doen, haha.’

Rotterdam zit in een grote reorganisatie. Hoe gaat u die klus klaren?

‘We moeten in 2015 met 2450 ambtenaren minder en een besparing van 193 miljoen op de bedrijfsvoering hetzelfde werk blijven doen. Rotterdam zit nu middenin de uitvoering van die plannen en dat gaat rustig door. In mijn eerste blog voor Rotterdam schreef ik: Stick to your plan. We gaan niet alles ineens anders doen omdat er nu een nieuwe gemeentesecretaris zit. Waar ik wel mijn stempel op wil drukken is uitvoering van motie 31, om van Rotterdam een betere gemeente te maken voor onze burgers en bedrijven. In zo’n reorganisatie dreigt de focus te verschuiven naar minder, minder, minder. Ik wil vanuit een positieve insteek naar meer, meer, meer. Met verschillende dossiers wil ik nu inhoudelijk aan de slag. Dat geeft ook energie.’

Wat voor leider bent u?

‘Ik ben iemand die van mensen houdt, van contact, gesprek en vernieuwing. Open en toegankelijk zijn. Dat geldt voor mijzelf, maar ook voor de organisatie. Je hoeft ook niet alles zelf te doen. De zaken waar wij mee bezig zijn, spelen ook in de andere grote steden, dus je moet je als organisatie openstellen naar andere gemeenten. En vooral naar de stad. Die zit vol innovatiekracht en intelligentie. In Rotterdam zit ontzettend veel creativiteit en dynamiek, heb ik gemerkt.’

Misschien bent u daarom zo actief op social media, vindt u dat belangrijk voor mensen in het openbaar bestuur?

 

‘Je ontzettend belangrijk. Ik vind dat ik een verplichting heb om te delen wat ik doe, ik word ten slotte ook betaald van belastinggeld. Bovendien heeft niemand in zijn eentje de waarheid in pacht en kunnen we allemaal inspiratie van buitenaf gebruiken. Ik zal het gebruik van social media niet verplicht stellen in de organisatie, maar ik zal het wel stimuleren. Ik vind dat mensen zich niet moeten opsluiten in het stadhuis en social media bieden een prachtige kans om in contact te komen met de buitenwereld.’

België heeft een staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, die gisteren in het nieuws was omdat hij meer gehandicapten bij de overheid wil laten werken. Zou dat iets voor Nederland zijn, een eigen staatssecretaris?

‘Ik ben een gepassioneerd ambtenaar, maar dat zou mijn suggestie niet zijn. Elke ambtelijke organisatie draagt zelf verantwoordelijkheid voor goed werkgeverschap, moet zorgen voor haar menselijk