Nederlander ziet loting Kamerleden niet zitten
Nederlanders voelen er nauwelijks voor om de 150 zetels van de Tweede Kamer deels of misschien zelfs wel geheel te laten invullen door loting. Dat blijkt uit een verkiezingsonderzoek van de Universiteit Tilburg onder ruim 3.000 respondenten. Ongeveer 3.500 respondenten in het zogeheten LISS panel krijgen wekelijks vragen over hun politieke voorkeur.
Nederlanders voelen er nauwelijks voor om de 150 zetels van de Tweede Kamer deels of misschien zelfs wel geheel te laten invullen door loting. Dat blijkt uit een verkiezingsonderzoek van de Universiteit Tilburg onder ruim 3.000 respondenten. Ongeveer 3.500 respondenten in het zogeheten LISS panel krijgen wekelijks vragen over hun politieke voorkeur.
Meerderheid tegen
Een zeer grote meerderheid van 85,7 procent vindt dat geen enkele zetel van de Tweede Kamer door loting moet worden ingevuld, en dat verkiezingen allesbepalend moeten blijven voor de verdeling van Kamerzetels. Loten voor alle Kamerzetels vindt een kleine 3 procent van de bevolking een goed idee, en loten voor een deel van de 150 Kamerzetels ziet maar 11,3 procent zitten. ‘Als we bij de laatste groep vragen voor welk deel dan geloot moet worden komt er een gemiddelde uit van 33 procent van de Kamerzetels. Dat wil zeggen dat zelfs degenen die wel iets voelen voor loting nog steeds tweederde van de Kamer willen kunnen kiezen’, aldus licht de Tilburgse hoogleraar Frank Hendriks de uitkomst van de peiling toe.
Kieskeurig
Volgens Hendriks prefereren de Nederlanders in overweldigende meerderheid stemmen boven loten voor hun volksvertegenwoordiging. ‘Verreweg de meesten vinden dat parlementaire zetels niet aselect (dat wil zeggen willekeurig), maar select (dat wil zeggen kieskeurig) moeten worden ingevuld.’
Atheense model
Het idee van loting is nieuw leven ingeblazen door de Vlaamse auteur David van Reybrouck in zijn boek Tegen verkiezingen., Erin ageert hij tegen de gedachte dat we altijd zouden moeten stemmen voor de verdeling van zetels in vertegenwoordigende kamers, raden en staten. Die zouden ook, en veel beter misschien, kunnen worden ingevuld door loting, door het nemen van een willekeurige steekproef uit de burgerbevolking. Iedere volwassen burger heeft dan in principe een gelijke kans om in een vertegenwoordigende raad terecht te komen. De lotingsgedachte grijpt terug op het klassieke Athene. Loting zou niet alleen een eerlijker verdeling van zetels opleveren, maar ook een betere vertegenwoordiging van, voor en door de demos.
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik vind deze formulering wel erg kort door de bocht. Er kan makkelijk een beeld door ontstaan dat het voorstel is dat iedere mafkees zomaar in de TK terecht kan komen. Wie bijv. het boek van Van Reybrouck leest ontdekt dat zoiets helemaal niet wordt voorgestaan. Net als bij het Amerikaanse jurysyteem in de rechtspraak zouden 'gelote burgers' natuurlijk worden toegerust en vrijgesteld om de taak van een TK-lid ook serieus uit te kunnen voeren.
Ik snap dat de gedachte aan een gelote Tweede Kamer voor veel mensen nog een flinke brug te ver is. Maar het idee dat het inmiddels niet langer waar te maken fenomeen 'volksvertegenwoordiging' (wie voelt zich nog waarin vertegenwoordigd??) zou kunnen worden vervangen door iets dat meer aansluit op deze tijd.... Daar zouden we langer over na moeten denken. Dus niet te snel afdoen met 'we zien het niet zitten'!
Het zou overigens wel goed zijn om het aantal kamerzetels terug te brengen tot bijv. 100 en maatregelen te treffen om het aantal politieke partijen te verminderen tot aanvaardbare niveaus. De 2 Kamer begint namelijk steeds meer op een kippenhok te lijken.
Belangrijker vind ik dat leden niet zo maar kunnen blijven zitten terwijl ze uit een fractie stappen.
M.i. is de zetel voor een lijst van een partij en niet persoonsgebonden, m.u.v. plekken met voorkeurstemmen.
Voor de rest inderdaad een opwarmertje van 2013 (https://www.nrc.nl/nieuws/2013/10/05/loten-in-pl …
Interessanter - en simpeler - zou zijn voorkeurstemmen dwingend te laten zijn bij zeteltoewijzing. Nationaal, provinciaal en gemeentelijk.
Dat maakt het voor de kiezer een stuk interessanter en bevredigender. En biedt een keerzijde aan de huidige zetel-onaantastbaarheid van gekozen bestuurders.
Welke gemeente, provincie, waterschap durft de uitdaging aan? Misschien iets voor de waterschappen als stakeholder democratie?
Bovenal wonderlijk dat een universiteit conclusies durft te trekken op basis van deze oppervlakkige vraagstelling.
Wat je er inhoudelijk ook van vindt: Van Reybrouck heeft zijn wetenschappelijke onderbouwing vele malen beter voor elkaar.